Volgens bestuurskundige August Boldewijn, is het een blamage voor de president dat de NPS’ers Ronald Assen en Marie Levens, geweigerd hebben om de functie van minister te vervullen onder het kabinet van president Desiré Bouterse, vooral omdat het staatsbestuurlijke bij de benadering van deze personen niet in acht is genomen door de president.
Boldewijn geeft aan dat in het decreet van politieke partijen 1987, duidelijk is aangegeven, dat bij de formatie van een regering, de president de besturen van de politieke partijen raadpleegt. “De mensen worden niet persoonlijk benaderd. Het zijn de besturen die na het gesprek besluiten wat er gedaan wordt”, zegt Boldewijn.
Voorts haalt Boldewijn aan dat het niet gebruikelijk is dat een president leden van een andere politieke partij benaderd voor een functie, terwijl reeds een regering is gevormd op basis van een regeerakkoord. “Dit betekent dat alle partijen het eens zijn met het regeerakkoord. Wanneer leden van partijen benaderd worden die niet in het regeerakkoord zitten, wordt de politieke partij ondergeschikt gemaakt aan de coalitie. Tenzij de personen geen lid zijn van een politieke partij, kan de zaak niet op deze manier benaderd worden. Zo wordt er scheuring en wanorde ge-creëerd binnen de partij en dat kan niet”, reageert Boldewijn.
Volgens Boldewijn had de president naar het bestuur van de NPS moeten stappen met het voorstel.
“De NPS kan dan weigeren door te zeggen dat zij in de oppositie zit, omdat zij het niet eens is met het beleid, waardoor zij dan oppositie zal moeten voeren tegen hun eigen mensen. Of de NPS kan akkoord gaan nadat overeen is gekomen dat het regeerakkoord wordt herzien”, zegt Boldewijn.
Hoewel velen van mening zijn dat Assen en Levens op basis van landsbelang de functie konden aannemen, deelt Boldewijn een andere mening. “Hoewel zij niet op basis van het staatsbestuurlijke hun mening hebben gegeven, is de benadering niet goed. Landsbelang is belangrijk, maar het land gaat kapot als principes van wettelijke politieke partijen niet in acht worden genomen”, meent Boldewijn.
Hij voert verder aan dat zonder geld de desbetreffende personen ook niet veel met hun deskundigheid kunnen doen. Voorts is het volgens hem vaker voorgekomen dat mensen zonder reden de laan worden uitgestuurd. Hij verwees hierbij naar de voormalige financiënministers Adelien Wijnerman die op aandringen van president Bouterse haar ontslag heeft aangeboden en Wonnie Boedhoe, die om persoonlijke redenen haar portefeuille ter beschikking heeft gesteld. “Dit is het gedrag van de president op dit gebied. Je vraagt je dan af wat je bijdrage in landsbelang zal zijn”, aldus Boldewijn.
-door Priscilla Kia-