De regering Bouterse wordt al geruime tijd door velen beschuldigd van niet-transparant en onbehoorlijk bestuur voor wat o.a. betreft het beleid binnen de mijnbouwsector. Dit werd weer benadrukt toen Bouterse de eerste tranche van 1.041.667 Iamgold-aandelen in ontvangst nam op een buitenverblijf aan de Raleighvallen. Velen vroegen zich toen gelijk af, waar blijft de beloofde transparantie van de regering? Wat gebeurt er nu met deze aandelen? Momenteel is de kans groot, dat er op Surinaams grondgebied (offshore) binnenkort een grote olievondst zal worden gedaan. De Surinaamse overheid heeft dan de mogelijkheid om via Staatsolie voor 10 tot 20 procent te participeren na zo een vondst. Indien Staatsolie meedoet, moet haar inbreng ook ergens vandaan komen. Omdat Staatsolie volledig in handen is van de Surinaamse overheid, zal ons land alleen mee kunnen doen bij deze vondst als zij zelf 10 tot 20 procent kan ophoesten. Er wordt dan gesproken over een bijdrage van miljoenen US-dollars en geen SRD’s. De overheid verdient momenteel al dik aan de opbrengsten van het oliebedrijf. Waar wordt dit geld aan besteed? De staat Suriname krijgt nu 36 procent winstbelasting over elke dollar die Staatsolie verdient. Het is conform de wet, dat er 36 procent winstbelasting moet worden afgedragen aan de staat. De nettowinst van het bedrijf is dan 64 procent op elke dollar, daarvan gaat weer 50 procent in dividend naar de staat. Dit betekent dat 32 cent per dollar overblijft voor het staatsbedrijf om herinvesteringen te plegen. Daarom is het zo, dat de staat bij een winst van 100 miljoen dollar, theoretisch 36 miljoen in belastingen ontvangt en weer 32 miljoen van de brutowinst in dividend. Daarnaast ontvangt de staat ook nog loonbelasting van het staatsbedrijf, royalty’s afkomstig uit de Merian goudmijn en ook nog overdrachtsbelasting van de dochteronderneming GoW2. Momenteel produceert Staatsolie dagelijks al 16.300 vaten ruwe aardolie, die wordt in onshore gewonnen. Wanneer de aanwezige multinationals in de Atlantische Oceaan op olie stuiten, zullen de inkomsten van de staat drastisch toenemen. Wat zal er met deze nieuwe rijkdom gebeuren? Suriname werd in mei 2017 officieel als lid van het Extractive Industries Transparency Initiative (EITI) toegelaten. De voorzitter van EITI, Fredrik Reinfeldt, heeft toen in zijn welkomstwoord gezegd, dat hij hoopt dat de EITI, Suriname zal helpen ervoor te zorgen, dat zijn natuurlijke hulpbronnen worden gebruikt voor de ontwikkeling van het land! Voor de mensen die niet weten waarvoor deze organisatie staat: EITI is het initiatief voor algehele transparantie en efficiënt beheer van de financiële geldstromen binnen de extractieve industrie, waaronder de mijnbouw en oliesector vallen. De achtergrond van dit initiatief is dat de financiële voordelen uit deze sectoren de totale gemeenschap ten goede moeten komen. Via publicaties zal informatie beschikbaar gesteld worden met betrekking tot de inkomsten en uitgaven van de bedrijven binnen deze sector. Ook de overheid zal informatie over de besteding van de financiële middelen die uit deze sector worden verkregen, moeten publiceren. Dit rapport wordt in oktober 2018 verwacht, en dan zal Suriname eindelijk een overzicht kunnen geven van onze daadwerkelijke inkomsten, die komen vanuit de mijnbouw en oliesector. De regering Bouterse is nu verplicht zich te houden aan de publicatieplicht die innig verbonden is aan het lidmaatschap van deze organisatie!