Suriname heeft een relatief kleine aardolie-industrie. Staatsolie haalt onshore ruwe olie uit de Surinaamse bodem en verwerkt momenteel geen groot deel in zijn raffinaderij tot de producten zware diesel, gewone diesel voor voertuigen en gasoline. Het Surinaamse staatsbedrijf beijvert zich natuurlijk ook voor een grotere productie en verwacht ook offshore grote voorraden aardolie en aardgas aan te boren. In samenwerking met grote oliemaatschappijen waaronder Petronas, Exxon Mobil en andere, wordt voor onze kust naar aardoliebronnen geboord en zijn wij hoopvol gestremd dat er binnen onze territoriale wateren grote winbare voorraden aan het zwarte goud voorkomen. Er zijn voldoende aanwijzingen dat er voor de kust aardolie in de bodem zit. Voor de kust van Guyana en wel voor het Essequibo gebied, zijn al enorme olievoorraden aangetroffen door met name Exxon Mobil. Het is internationaal bekend dat als een land over vermoedelijk grote olievoorraden beschikt, de grote oliemaatschappijen als vliegen op de ‘stront’ zich aandienen om te gaan boren. En als er een grote vondst is gedaan, beginnen vaak de problemen pas goed voor kleine arme landen. De lokale machthebbers dienen zich dan gelijk aan om ook een behoorlijk graantje mee te pikken. Vaak genoeg ziet en merkt de ‘kleine man’ niet veel van de olierijkdom van zijn land, omdat de corruptie zich gelijk levensgroot manifesteert. Voorbeelden zijn er genoeg in met name Afrika, het Midden-Oosten en ook in landen als Mexico en Brazilië. Ook kan het zover komen dat grote en militair krachtige mogendheden, gewoon landen binnen trekken om er verzekerd van te zijn dat ze ook kunnen profiteren van de olievoorraden van deze landen. In landen van het Midden-Oosten wordt er al jaren een verwoede strijd geleverd en daar overheerst het grote belang van wie heeft de toegang tot de oliebronnen onder controle. Onze grote broer op dit halfrond, Brazilië, heeft te maken met een enorm corruptieschandaal dat direct gerelateerd kan worden aan zijn petro-chemische industrie. Nu reeds dreigt er een gewapend conflict te ontstaan tussen Venezuela en Guyana over de aardolie vorokomens voor de kust van het Essequibo gebied, dat Venezuela als hem toebehorend ziet. Zodra er vermeende olievoorraden zijn en daar naar gezocht wordt, zijn er ook gelijk belangengroepen die zich klaar maken de gelden die eventueel verdiend zullen worden na een vondst te bespringen. Na de grootste vondsten kunnen de grote problemen vast een aanvang nemen. Gewapende conflicten vloeien voort uit de zucht naar rijkdom en aardolie bezitten, betekent het verdienen van veel geld en daar azen personen en landen op. Suriname heeft nu nog geen grote offshore voorraden aangetroffen en daarom leven wij voorlopig nog zonder allerhande calamiteiten, maar dat hoeft natuurlijk niet zo te blijven. Grotere opbrengsten binnen de aardolie-industrie kunnen ons tot verdere ontwikkeling brengen en kunnen elke Surinamer meer voorspoed opleveren. Voor het laatste is er echter geen garantie. Machthebbers kunnen door de meeropbrengsten hun positie verder consolideren door allerlei bedenkelijke handelingen te plegen en het volk zelfs met de verhoogde inkomsten onderdrukken. Laten we daarom blijven hopen, dat toekomstige machthebbers de eventuele meeropbrengsten van de toekomst zullen gebruiken ten bate van de vooruitgang van land en volk en niet voor het verder verrijken van familieleden, kennissen, vrienden en partijgenoten. We willen namelijk geen toestanden meer hebben waarbij een kleine groep als God in Frankrijk leeft door inkomsten van de staat aanhoudend te verduisteren en anderen als ratten blijven pienaren.