De Centrale Bank van Suriname (CBvS) heeft onlangs de stand van de monetaire reserve per december 2017 gepubliceerd. Uit de meest recente statistieken van de CBvS, blijkt dat de monetaire reserve per ultimo 2017 een stand had van USD 424,4 miljoen. Dat is een stijging van USD 14,1 miljoen t.o.v. de vorige maand en een stijging van USD 43,3 miljoen t.o.v. een jaar eerder.
De USD 424,4 miljoen aan huidige monetaire reserves is, zoals blijkt uit de CBvS-statistieken, opgebouwd uit: USD 334 miljoen foreigncurrency reserves (deviezenreserve), USD 38 miljoen aan Special Drawing Rights (bijzondere trekkingsrechten bij het IMF), USD 13 miljoen voor de IMF-reservepositie en USD 39 miljoen goud (including gold deposits and, if appropriate, gold swapped).
In vergelijking met november 2017, kent de monetaire reserve een stijging van de deviezen- en goudreserve, respectievelijk met USD 8 miljoen en USD 5,6 miljoen. De toename in de goudreserve betreft niet alleen een monetaire toename, maar ook een stijging van het volume.
Zo is de goudreserve gestegen van 26.000 naar 30.000 of fine troy ounces.
2006 – 2017
De monetaire reserve over de periode 2006 – 2017, is in de volgende grafiek weergegeven.
In de periode 2006 – 2012 heeft de monetaire reserve een flinke groei doorgemaakt van USD 237 miljoen naar een piek van USD 1 miljard. De hoge wereldmarktprijzen van olie en goud hebben hieraan bijgedragen en onze economie, alsmede onze monetaire reserve, heeft daar eveneens van kunnen profiteren.
Na 2013 kwam er een kentering in de economie die mede doordat er in de welvaartsperiode geen spaarfonds was opgezet, nauwelijks op te vangen was. De (publieke) kosten zijn met de alsmaar stijgende inkomsten meegestegen. Maar toen na 2013 de wereldmarktprijzen van olie en goud daalden, namen de inkomsten van ons land gestadig af. De (publieke) kosten daarentegen, daalden niet evenredig mee. Sterker nog, deze bleven stijgen, met als gevolg steeds hogere begrotingstekorten. Deze begrotingstekorten heeft de regering geprobeerd te dekken door middel van monetaire financiering. Daarnaast bestond er een grote vraag naar vreemde valuta, om de importuitgaven te kunnen dekken. Deze factoren hebben geleid tot een behoorlijke afname van de monetaire reserve, een stijging (meer dan verdubbeling) van de wisselkoers en een torenhoge inflatie. In deze periode 2013 – 2015 is de monetaire reserve gedaald van USD 1 miljard naar USD 330 miljoen. Dat is een daling van USD 670 miljoen in twee jaar tijd. Ter vergelijking: het heeft 7 jaren (2006 – 2013) geduurd om een toename van USD 770 miljoen te realiseren en daarna dus maar twee jaar om USD 670 miljoen te ‘verbrassen’.
Met behulp van het IMF is het de CBvS gelukt om in 2016 een stijging van de reserve te realiseren. Door middel van monetair beleid is het de CBvS gelukt dit in 2017 voort te zetten. Voorts kenmerkt 2017 zich door het stabiliseren van de wisselkoers rond een bedrag van (USD 1 =) SRD 7,6.