HET IS NIMMER ‘MEA CULPA’

De regering Bouterse heeft nog maar twee jaar te gaan om te laten zien dat ze wel in staat is het land naar voorspoed te leiden. In de afgelopen 7 jaar, heeft ze niet kunnen tonen dat ze in staat is daadwerkelijke ontwikkeling voor Suriname op gang te brengen. Wat we wel hebben gezien sinds haar aantreden in 2010, is een ongekend populistisch beleid dat gepaard ging met enorme verspillingen en het stellen van verkeerde prioriteiten. Tot 2012 had ze bovendien het voordeel, dat ze kon bogen op enorme inkomsten uit de aardoliesector en de goudsector. Ook kon ze nog rekenen op de inkomsten uit de bauxietsector. Ze had bovendien een enorme monetaire reserve overgenomen van de regering Venetiaan III en dat was allemaal het prudente werk van André Telting en Humphrey Hildenberg, respectievelijk governor van de Centrale Bank van Suriname en minister van Financiën. Suriname had tot de verkiezingen en de overdracht van het politieke bestuur aan de NDP plus regering onder leiding van Bouterse, een solide en 100 procent gedekte SRD. Tot op dat moment was er daadwerkelijke sprake van een in opmars zijnde macro-economie en zag het er allemaal zeer positief uit voor Suriname. Maar door overloop van de A-Combinatie en Pertjajah Luhur naar de NDP, kon het eerste kabinet Bouterse gestalte krijgen en werd een aanvang gemaakt met een totaal ander beleid, dat uiteindelijk zeer funeste gevolgen voor dit land zou hebben. Niet lang na de politieke overname, kregen we de eerste devaluatie van de SRD en werd die afgewaardeerd naar SRD 3.35,- voor de dollar. Het vreemde geld stroomde op dat moment nog binnen en men dacht er bij deze regering geen moment aan, te werken aan een voorzieningsfonds c.q. spaarfonds als dekking voor tijden wanneer het met de economie, slechter zou kunnen gaan. Er werd maar uitgegeven aan de gekste en veelal populistische projecten. Toen kwam ineens de keldering in de prijs van een barrel aardolie op de internationale markt van boven de 100 dollar per vat naar minder dan 50 dollar per vat en zonk ook de prijs van 1 troy ounce goud met minstens de helft. Dat betekende ineens een enorme klap voor de verspillende NDP-regering en de inkomsten uit de export gingen er drastisch op achteruit. De overheidsuitgaven waren inmiddels enorm toegenomen en de inkomsten bleken in 2015 al zo teruggelopen, dat veel zaken niet meer dekkend konden worden gemaakt. Groot deviezengebrek maakte dat men gemakshalve wederom ging graaien in de monetaire reserves, zoals ze dat in de revolutionaire periode onder Goedschalk al eerder veelvuldig hadden gedaan. Ook toen kelderde de waarde van onze nationale munt, de gulden, op een zeer drastische wijze. Het totaal ontbreken van een garantiefonds c.q. spaarfonds, werd toen gelijk voelbaar. Men bleef de monetaire reserves aanspreken om een verdere devaluatie tot na de verkiezingen van 2015 uit te kunnen stellen, want de verkiezingen mochten niet beïnvloed worden door een merkbare geldontwaarding. Na de verkiezingen van 2015, werd des te duidelijjker hoe beroerd de regering Bouterse I met staatsgelden was omgesprongen en werden de consequenties van dit desastreuze financieel-economisch en monetaire beleid duidelijk. We hebben thans niet meer te maken met een crisis of recessie, maar met een depressie die in alle geledingen van de maatschappij voelbaar is. De minister van Financiën zoekt nu de schuld bij de Nederlandse ontwikkelingshulp, die volgens hem niet doelmatig genoeg was gebruikt om zijn eigen beleid en falen zo goed als mogelijk te verdedigen. Hoefdraad moet niet telkenmale een uitweg zoeken voor het falen van dit kabinet. Onder Telting en het kabinet Venetiaan III, waren we op de goede weg en met voortzetting van dat beleid, zouden we zeker niet in deze ellende zijn beland waar we thans in zitten. We hadden toen een wisselkoers van SRD2.80,- voor een dollar en de koopkracht van de Surinaamse mens was goed en niet aan diggelen geslagen. De Surinaamse loontrekker kan door het beleid van deze regering, niet behoorlijk en op tijd meer de juiste en benodigde voedingswaren betrekken, omdat zijn loon niet toereikend is om te kopen wat maandelijks noodzakelijk is. Hoefdraad moet niet proberen om de ellende waar we thans in zitten op anderen af te schuiven, omdat zulks zeer onterecht is. Hij en zijn regering hebben door geldverspilling verkeerde beslissingen en onjuiste prioriteitstellingen dit land naar de afgrond gebracht en dat moet hij maar een keer toegeven. Maar door arrogantie gedreven, zal deze man dat stellig nimmer doen. Thans is het zelfs zo, dat we afstevenen op chaotische toestanden bij het onderwijs, de volksgezondheid, en het transport. Voorts neemt de armoede toe in veel gezinnen en is er totaal geen zicht op verbetering op de korte termijn. Dat het thans slecht gaat in dit land, heeft naar onze mening totaal niets te maken met de ontwikkelingshulp die al langer dan 7 jaar niet meer van toepassing is. Deze regering heeft na 2010 alle kansen gehad Suriname tot grotere hoogten te brengen en is daar niet in geslaagd. Ze heeft eerder voor zichtbare en voelbare achteruitgang gezorgd en dat moet ze nu maar eens een keer beamen en niet steeds met de beschuldigende vinger naar anderen wijzen.

More
articles