Morgen is het precies 42 jaar geleden dat de Nederlandse driekleur in het Suriname stadion, thans André Kamperveenstadion, werd gestreken en de Surinaamse vlag gehezen. Oppositie en coalitie stonden na maanden van controverse en etnische spanningen, broederlijk naast elkaar en voor dit grote festijn was onder meer prinses Beatrix naar Suriname gereisd. Ook de Nederlandse regering was op dat moment goed vertegenwoordigd. Premier Joop den Uyl van Nederland en zijn ambtgenoot Henck Arron, hadden de staatkundige onafhankelijkheid van Suriname uiteindelijk toch voor elkaar gekregen. Het zou ons te ver voeren om in retrospectie alle jaren van onze staatkundige onafhankelijkheid te belichten. Echter is het wel gepast te vertellen, dat in februari nog geen vijf jaar na het verkrijgen van de soevereiniteit, een wetttelijk gekozen regering van Arron door militair geweld werd weggeschoten. We weten allemaal hoe dat gegaan is en wie er daadwerkelijk achter zaten. De democratie werd met deze brute staatsgreep om zeep geholpen en daarna begonnen al rap de mensenrechtenschendingen onder leiding van dezelfde Desi Bouterse die thans president van dit land is. Grootste dieptepunten uit deze periode waren de decembermoorden van 1982 en de mensenrechtenschendingen gedurende de strijd in het binnenland tussen het Jungle Commando en het Nationaal Leger. Ook mogen we nimmer vergeten, dat tijdens de militaire dictatuur die door de couppleger maar al te graag revolutie werd genoemd, Suriname macro-economisch totaal te gronde werd gericht en de Surinaamse gulden ernstig in waarde daalde. Verarming van het volk was alom merkbaar en ook waren de schappen in de supermarkten leeg. Hamsteren van goederen en rommelen met deviezen deed zich op onmiskenbare wijze gevoelen binnen de gemeenschap. Vele Surinaamse huishoudens werden door de toen geldende situatie afhankelijk gemaakt van steun uit Nederland. Familie en vrienden maakten geld over voor armlastigen in dit land. In 1987 werden er verkiezingen gehouden en rekende het volk resoluut af met de dictatuur van Bouterse en zijn pas geproclammeerde NDP politieke partij. De regering Shankar die in de transitieperiode moest zien te regeren, kwam niet goed uit de verf, ook gezien de voortdurende destabilisatie van Bouterse CS. In december 1990 werd er onder drogredenen een militaire coup gepleegd. Ten onrechte wordt tot op heden gesproken over een telefooncoup, maar dat was die helemaal niet. Onder bedreiging van zwaar militair geschut op het Onafhankelijklheidsplein, werd de regering Shankar die op dat moment vergaderde in het Presidentieel Paleis, gedwongen te vertrekken. Er kwam een tussenregering benoemd door Bouterse met president Johannes Kraag en vicepresident Jules Wijdenbosch. Opnieuw graaide men wederom op overmatige wijze in de staatskas. In mei 1991 kwamen er wederom verkiezingen die wederom werden gewonnen door het Front, dat tot Nieuw Front werd omgedoopt. Runaldo Venetiaan werd de nieuwe president. Met André Telting als president van de Centrale Bank, werd de economie weer goed op spoor gebracht. Maar de destabilisatie en regelrechte ondermijning vanuit het NDP-kamp werd onophoudelijk voortgezet. Bij de verkiezingen van 1996, kreeg de Nieuw Front partner, de VHP, te maken met een verraderlijke overloop richting NDP. De KTPI van Willy Soemita liet zich niet onbetuigd en liep ook over naar de NDP. Omkoperij en tal van beloften maakten het mogelijk dat de exponenten uit de zogenaamde ‘revo’ wederom de kans kregen te regeren en de staatskas voor de derde keer te plunderen. En dat deden ze op een zeer effectieve wijze. Wederom ging de macro-economie naar de knoppen en schroomde men er niet voor zelfs de monetaire reserves, de dekking van de Surinaamse gulden, grotendeels te verkwisten. Devaluatie op devaluatie en natuurlijk ook de inflatie die daarmede gepaard ging, vernietigde grotendeels de koopkracht. Suriname was voor wat betreft zijn staatshuishouding terug in de periode van dictatuur. Ook toen waren velen weer afhankelijk gemaakt van de hulp van familie en vrienden uit Nederland. De zaak was wederom platgestolen en de zogeheten ex-revolutionairen hadden zich wederom ten koste van land en volk verrijkt. Grote straatprotesten in 1999, maakten dat Wijdenbosch tegen een motie van wantrouwen aankeek in DNA en besloot in 2000 verkiezingen uit te schrijven. Wederom werden deze verkiezingen gewonnen door het Nieuw Front voor Democratie en Ontwikkeling en kon Runaldo Venetiaan wederom het roer overnemen als president van Suriname. Wederom kwam André Telting als governor op de Centrale Bank van Suriname en werd daarbij ondersteund door Humphrey Hildenberg op Financiën. In 2004 werd de gulden vervangen door de SRD en was er weer daadwerkelijke groei in de Surinaamse economie te bespeuren. Die groei heeft zich voortgezet tijdens twee termijnen van regeringen Venetiaan. Er werd flink gespaard en de monetaire reserves stegen tot dik boven de 800 miljoen dollar en Suriname zat op dat moment op rozen, vooral omdat de aardolieprijs voor een barrel boven de 100 dollar lag en de goudprijs ook zeer gunstig was voor een troy ounce op de internationale markt. Na de verkiezingen van 2010, ging het weer helemaal fout en liepen Pertjajah Luhur en de A-combinatie naar de NDP. Het zoveelste politieke verraad binnen onze contemporaine Surinaamse geschiedenis werd gepleegd. Natuurlijk speelden omkoperij en de grote beloften vanuit de NDP naar Somohardjo en Brunswijk, een grote rol. Het verderf werd voor de zoveelste keer ingezet en wederom gingen de staatsmiddelen naar totaal verkeerde bestedingen. Ook ging men er voor de zoveelste keer toe over in de monetaire reserves te gaan graaien. Van fouten die waren gemaakt tijdens de zogenaamde revolutie en de regering Wijdenbosch, had men dus niets geleerd. Wederom werd de waarde van de nieuwe Surinaamse munt, de SRD, omlaag gebracht en viel een dekking van 100 procent terug naar minder dan 40 procent. Devaluatie op devaluatie volgden na december 2105 en de inflatie deed zich voor de zoveelste maal gevoelen. We gingen van een koers in 2010 van SRD 2.80,- voor een dollar naar SRD 3.35,- om vervolgens te gaan naar SRD 4.10,- om uiteindelijk te belanden op SRD 7.60,- voor dezelfde Amerikaanse dollar. Het bewijs hoeft hierbij niet geleverd worden, dat de regering Bouterse absoluut geen prudent financieeleconomisch en monetair beleid heeft weten te voeren en dat de NDP-exponenten voor de zoveelste keer de Surinaamse munt schade hebben berokkend. Voor de zoveelste keer hebben mensen die zich monetair-econoom wanen, het volk van Suriname zwaar verarmd. We hebben dan nog geen lege schappen, zoals dat in de jaren ‘80 wel het geval was, de schappen zijn nog steeds goed gevuld, maar de prijzen zijn voor de meesten onbetaalbaar geworden, omdat de salarissen niet zijn aangepast. Veel Surinamers kunnen, gelijk de jaren ’80, nog maar nauwelijks het hoofd boven water houden. Weer anderen pinaren heel erg en worden afhankelijk gemaakt van pakketten die door de regering tegen een gereduceerd tarief ter beschikking worden gesteld. En tot op heden kan deze regering ons niet vertellen op welke wijze ze denkt de economie wederom op spoor te brengen en groei te kunnen annonceren. Verhaaltjes worden ons voorgehouden dat het allemaal beter wordt in 2018, maar voor de gewone en kleine man, wijst niets erop dat het beter zal gaan het komende jaar. De regering geeft zelf aan haar begroting maar voor 50 procent dekkend te kunnen maken en dat is helemaal geen teken dat het beter zal gaan. Morgen is het de dag van de onafhankelijkheid, een dag die onder normale omstandigheden wel groots gevierd zou kunnen worden . Maar de meeste Surinamers zien er het nut niet van in om deel te nemen aan een groot feest, want daar is de sfeer er thans volstrekt niet voor. De regering die het verspillen nog niet verleerd heeft, denkt daar anders over en wenst toch nog een parade te houden in Brokopondo. Ook een manier om een aantal vriendjes weer een beetje financieel te helpen en de belastingcenten te verkwisten.
We gaan richting 2018 en blijven hopen op verbetering en voorspoed. Echter is het zo, dat er na zovele beloften gedaan in de afgelopen ruim zeven jaar door de regering Bouterse, nauwelijks nog verwacht kan worden dat ze de staatshuishouding wederom op spoor zal krijgen voor 2020. De meesten wachten dan ook op een verlossing van dit juk in mei 2020. Men moet wel rekening houden met verkiezingsfraude en grootschalige omkooppraktijken van arme goedgelovige Surinamers om de verkiezingen wederom in het voordeel van paars te beslechten.