Een groep draagt een gedicht voor over wat zij allemaal geleerd hebben tijdens de training ‘Democracy and Gender Equality’. (foto: Johan de Randamie)
Het Bureau voor de Dienstverlening aan Niet-Gouvernementele Organisaties, heeft gisteren een informatiedag gehouden over de projecten Gender Plus, Democracy & Gender Equality en Palmolie te Atjoni. Het project Democracy & Gender Equality, heeft als doel het duurzaam economisch versterken van de bewoners van het binnenland, met name de vrouwen. Sheila Ketwaru-Nurmohamed, directeur, geeft aan dat de economische recessie invloed heeft op de binnenlandbewoners, maar ook op de manier hoe zij functioneren. Het bureau voert al langer dan 24 jaar verschillende gemeenschapsontwikkelingsprojecten uit in het binnenland in samenwerking met lokale gemeenschappen.
Ketwaru-Nurmohamed zegt dat de mensen die een paar jaren geleden getraind zijn, soms niet meer actief zijn in de organisaties, waardoor het een noodzaak is dat zij door blijft gaan met de trainingen. De directeur zegt dat het bureau zag dat vrouwen in het binnenland hulp nodig hebben om sneller vooruit te komen. Ketwaru-Nurmohamed geeft aan dat het ook belangrijk is dat de taken van de vrouwen thuis verlicht worden, zodat ze ook andere werkzaamheden kunnen doen.
Zij legt uit dat de vrouwen door hun taken door de dag heen, vaak alleen de avond overhouden om te werken, namelijk het maken van pangi’s etc. Echter gaat het volgens haar niet zo makkelijk, omdat niet alle vrouwen over een generator beschikken, ook wordt er niet altijd benzine geleverd. De directeur benadrukt dat de middelen belangrijk zijn om de vrouwen van het binnenland te ondersteunen om aan ondernemerschap te doen. Het bureau ziet empowerment van vrouwen ook als een van de middelen. Ketwaru-Nurmohamed benadrukt dat vrouwen hun rechten moeten kunnen opeisen en dat de training daaraan bijdraagt. Zij legt uit dat het niet alleen bij de Saramaccaanse gemeenschap voorkomt, maar in alle andere gemeenschappen, zoals de Hindostaanse-, Javaanse- en zelfs ook de Europese gemeenschap.
De vrouwen leren ook hoe zij dienen te onderhandelen met de overheid. Zij merkt op dat de bewoners van het binnenland veel verder konden zijn, maar doordat ze vergeten zijn door opeenvolgende regeringen, is er niets van terechtgekomen. Ketwaru-Nurmohamed geeft aan dat het vooral ngo’s zijn die actief zijn in het binnenland, zoals de Medische Zending (MZ) en ook de meeste scholen zijn van de kerken. De laatste tijden merkt zij wel op dat er meer overheidsscholen zijn opgezet in het binnenland.
De vrouwen met daartussen enkele mannen, hebben in groepen door middel van een toneel, zang, dans en voordracht, verteld wat zij hebben geleerd tijdens de driedaagse training. Dat de boodschap van de training over gender was begrepen, was duidelijk terug te vinden in hun presentatie. Ylanga Blinker projectcoördinator, blikt tevreden terug op de participatie van de deelnemers. Zij geeft aan dat het niet hierbij zal blijven, maar dat zij verder begeleid zullen worden. In het tweejarig Genderplus project zullen binnenlandbewoners (vrouwen) getraind worden hoe een onderneming op te zetten. Zij zullen hierbij vanaf het begin tot het eind begeleid worden. Ook kunnen de mensen in aanmerking komen voor een microkrediet van 250 euro per persoon om hun onderneming op een hoger niveau te brengen. Blinker legt uit dat de begeleiding ook ervoor zorgdraagt dat de mensen hun lening terugbetalen.
Het Gender Plus project wordt uitgevoerd in Sipaliwini, Marowijne en Paramaribo met co- financiering van de Europese Unie (EU). Het bureau werkt samen met de twee Europese partnerorganisaties, TAMAT (Italië) en Arrimage Good’iles (Frankrijk/ Gaudeloupe). Het Democracy & Gender Equality project wordt gefinancierd door Fondo de Mujeres del Sur (FMS), een fonds beschikbaar gesteld door de Nederlandse regering ten behoeve van Latijns-Amerika.
-door Johannes Damodar Patak-