OVER WISSELKOERSEN GESPROKEN

De wisselkoersen van onze nationale munt, de SRD, ten opzichte van de harde valuta, de dollar en de euro, spelen een heel belangrijke, zo niet de voornaamste rol in het welzijn van onze economie. Een hoge en alsmaar stijgende wisselkoers voor de dollar en de euro maakt dat de prijzen voor goederen en diensten in dit land gestadig blijven stijgen. Bij een niet willen of kunnen toepassen van inflatoire correcties op lonen krijg je automatisch een aanzienlijk verslechtering van de koopkracht, hetgeen verarming tot gevolg heeft. Het is naar onze mening dan ook de taak van de overheid ervoor te zorgen dat de wisselkoersen een solide stabilisering ondergaan en dat er hard wordt gewerkt aan prodcutieverhoging en dat de export van goederen toeneemt. Zolang dat niet gerealiseerd wordt, zullen we getergd worden door een wisselkoers die blijft schommelen en eerder de tendens heeft te stijgen, met als gevolg verdere verloedering en verarming van deze maatschappij. De wisselkoersen van de SRD ten opzichte van de dollar houden dan ook de meesten in deze samenleving bezig. De bezorgheid neemt toe naar gelang de zaak onveranderd blijft en de wisselkoersen worden bepaald door vraag en aanbod en valutahandelaren de gehele gemeenschap in een worggreep kunnen houden. Zodra deze handelaren in de gaten krijgen dat de overheid op subtiele wijze overgaat tot monetaire financiering van haar tekorten en daardoor de dekking van de SRD verder afneemt, zullen zij ook onmiddellijk ertoe overgaan meer SRD’s voor een dollar of een euro te vragen, hetgeen tot verdere prijsstijgingen voor goederen en diensten zal leiden. Suriname heeft dus voor de zoveelste keer te maken met een groot deviezengebrek en dan ook wel voor de vierde keer. Het enorm deviezengebrek heeft zich voorgedaan tijdens de zogeheten revolutie van Bouterse, gedurende de regering Kraag Wijdenbosch, in de periode 1996-2000 tijdens het presidentschap van Jules Wijdenbosch en nu wederom onder dezelfde trawanten van de revolutie. Telkenmale als de exponenten uit de revolutie thans verenigd onder de paarse banier van de NDP, het voor het zeggen hebben in dit land wordt het kommer en kwel. De valuta in de Centrale Bank wordt gelijk verkwist, de monetaire reserves die tot dekking dienen van de nationale munt worden op onverantwoordelijke wijze aangesproken en de dekking van ons geld valt grotendeels weg. De devaluaties volgen dan achter elkaar en het volk verarmt. Elke keer als de verkwisters van de revo en NDP aan de macht komen, wordt de staatskas geplunderd en mag het volk lijden. Dat is thans weer overduidelijk het geval. Verkwisten en niet sparen en dan uiteindelijk devalueren. En als er niet voldoende geld meer is en de uitwegen geblokkleerd zijn, dan gaat men lenen en het volk opzadelen met enorme schuldenlasten. Het afgelopen weekend dacht de president van dit land zijn toehoorders in het partijcentrum OCER van de NDP, gelukkig te maken met een koersdaling van SRD 7.80,- naar SRD 7.70,- voor de dollar. Geheel terecht kreeg hij geen warm applaus voor deze mededeling. Een daling van 10 SRD cent zal namelijk in de winkels niets uitmaken en de prijzen op de schappen niet positief beïnvloeden. Bouterse, de president van dit land, moet eraan herinnerd worden dat bij zijn aantreden in augustus 2010 de koers voor de Amerikaanse dollar SRD 2.80,- bedroeg en binnen enkele maanden zijn ‘ster’ op de Centrale Bank er SRD 3.35,- van maakte, hetgeen de eerste devaluatie van onze SRD die voor de volle 100 procent gedekt was onder Telting, betekende. Daarna werd jaren achtereen de schijn opgewekt dat er met de monetaire dekking van ons geld niets aan de hand was en dat de koers op SRD3.35,- gemakkelijk kon worden verdedigd. Maar ondertussen werd wel een deel van ons monetair goud verkocht om aan vreemde valuta te komen en werd zonder enige twijfel al aan de dekking van de SRD getornd. Ondertusssen waren de wereldmarktprijzen voor aardolie en goud met zeker 50 procent gekelderd. Aan sparen had men tot op dat moment helemaal niet gedacht. Wel was de verkwisting overduidelijk te zien. Om toch nog de schijn op te wekken dat er niets aan de hand was, graaide men door in de monetaire reserves. Men moest een ieder doen geloven dat er goed financieel en monetair beleid werd gevoerd. Inmiddels naderden de algemene vrije en geheime verkiezingen van 2015 en was het voor de NDP erop of eronder. Er werd aan de bevolking verteld, dat al hetgeen door de oppositie naar voren werd gebracht over financieel wanbeleid en verspilling, op leugens berustte. Ondertussen werd er door de governor wel elke maand en wel zes maanden voorafgaande aan de verkiezingen, telkens 30 miljoen dollar uit de monetaire reserves gelicht om de wisselkoers op SRD 3.35,- te kunnen houden. Zowel vanwege de Centrale Bank van Suriname als het Kabinet van de President, werd verteld dat er geen vuiltje aan de lucht was en dat de economie goed draaide. De kiezers werden voortdurend misleid met als doel de verkiezingen te winnen. De misleiding heeft toen goed gewerkt en de NDP kwam met 26 DNA-zetels binnen. Na de overwinning konden misleiding en aperte leugens geen stand meer houden en moest men wel voor de dag komen met de daadwerkelijke financiële positie van staat. Als een heel koude douche moesten we de opeenvolgende devaluaties waarnemen en de alsmaar stijgende prijzen voor goederen en diensten. En aan deze prijsstijgingen is nog geen eind gekomen. Het heeft er veel van dat we nog ellendiger tijden in het vooruitzicht hebben. Bouterse moet niet steeds vertellen dat hij de koers zal stabiliseren en verlagen. Hij heeft daar de mogelijkheden niet toe en is ook niet in staat binnen de kortste keren de op export gerichte productie te verhogen. Ook moet hij niet langer trachten zijn toehoorders in partijverband blij te maken met minimale koersdalingen, die geen positief effect zullen hebben op de portemonnee van de doorsnee loontrekker. Hij moet doodgewoon en eerlijk toegeven dat zijn kabinet heeft gefaald en dat hij er alles aan wil doen om het leven van de Surinaamse mens aangenamer te maken. Dat kan alleen als men in staat is met de maandelijkse penningen redelijk rond te komen. Zolang dat niet het geval is, heeft niemand meer een boodschap aan zijn OCER-redevoeringen.

More
articles