De Surinaamse Politie Bond (SPB) doet een beroep op zijn leden om hun werk te doen naar behoren binnen de wettelijke regels van een politieambtenaar, zodat zij niet in de fout gaan. “Leden, om te voorkomen dat u deze dagen onnodig in de fout gaat, leest u goed wat uw taak is en wat uw bevoegdheden zijn en wat de beperkingen en voorwaarden bij de toepassing van middelen en bevoegdheden zijn”, aldus de bond. De SPB geeft aan dat een gewaarschuwd mens voor twee telt en dat zij ervoor moeten waken om straks niet in de knel te komen. De politieambtenaren moeten volgens de SPB er rekening mee houden dat er veel camera’s en getuigen zijn die binnen een mum van tijd zaken kunnen verspreiden. Hieronder volgt het document van de SPB naar de leden toe:
In een tijd waar er volksoplopen, massabetogingen of protestdemonstraties (noem het hoe u wilt) veelvuldig voorkomen, is het goed dat u als ambtenaar van politie, zich bewust bent van bepaalde fundamentele zaken. In dit bericht wil ik de nadruk leggen op enkele van deze. Het is van belang dat u zich die ter harte neemt.
Vooropgesteld: art.21 van de Grond-wet geeft aan dat het recht van vreedzame betoging wordt erkend. Lid 2 van datzelfde artikel geeft aan dat de uitoefening van dat recht in het belang van de openbare orde bij wet aan regel en beperking kan worden onderworpen.
Zo een regel of beperking bij de uitoefening van het recht op vreedzame betoging vinden wij in de artikelen 49 en 50 van de Politie Strafwet, namelijk dat voor het houden, leiden of organiseren van en het deelnemen aan optochten of demonstraties in het openbaar, van welke aard of strekking ook, verboden is zonder vooraf verkregen schriftelijke vergunning van de districtscommissaris(art.49). Artikel 50 Politie Strafwet bepaalt dat degene die bij gelegenheid van een optocht of demonstratie of van een druk verkeer of een opeenhoping van mensen op de openbare weg, niet voldoet aan een bevel van de politie, gegeven in het belang der openbare orde om door te lopen, stil te staan of zich in een bepaalde richting te begeven of te verwijderen, strafbaar is. Dit impliceert dus dat het opzettelijk en wederrechtelijk belemmeren of beletten van de vrije doorgang van het openbaar verkeer, een ernstige verstoring van de openbare orde is. De politie is dan bevoegd om desnoods met geweld op te treden om de openbare orde te herstellen en te handhaven, en personen die daarop inbreuk hebben gepleegd aan te houden als verdachte ter voorgeleiding.
Wij merken dus hier een botsing tussen enerzijds een recht van vreedzame betoging versus een plicht tot ordehandhaving anderzijds. Echter, geen enkel recht kan boven de plicht tot ordehandhaving standhouden. U, als ambtenaar van politie, heeft een grondwettelijke taak (lees opdracht/plicht) op grond van artikel 178 Grondwet: handhaving van de openbare orde en de inwendige veiligheid, het voorkomen van inbreuken daarop en de bescherming v. personen en goederen. Deze grondwettelijke taak is herhaald in het Politiehandvest (art.5) en in uw Instructie Ambtenaren van Politie (art.9). In art 9 van de Instructie Ambtenaren van Politie is uw taak uitgebreider omschreven:
– Handhaving van de openbare orde en rust etc.
– Toezicht op naleving van de algemene verordeningen, voorschriften en besluiten
– Bevordering van een vrij en onbelemmerd verkeer op land en waterwegen etc.
Bij de uitoefening van uw taak heeft u wettelijke middelen (wapen en uitrusting) en bevoegdheden meegekregen. De toepassing van deze wettelijke middelen en bevoegdheden zijn ook aan wettelijke regels gebonden met andere woorden er zijn voorwaarden daaraan gesteld. Deze staan onder andere vermeld in het Wetboek van strafvordering en de Instructie Ambtenaren van Politie vermeld. Een belangrijke bevoegdheid die u ook in het kader van ordehandhaving, met name bij de demonstraties, gaat toepassen is geweldsaanwending. Het toepassen van geweld is een ernstige inbreuk op de integriteit van personen en is daarom aan regels verbonden. De geweldsinstructie en vuurwapeninstructie, vindt u in de Instructie Ambtenaren van Politie en wel de artikelen 15 t/m 18. Het is van belang dat u goed kennis neemt van deze artikelen zodat u niet onnodig in de fout gaat. Leest u vooral artikel 16 goed door. Als u onder leiding van een meerdere bent, moet u bij het aanwenden van geweld eerst opdracht van uw meerdere krijgen. Handelt u niet eigendunkelijk. En bij de toepassing van geweld moet u voldoen aan de eisen van redelijkheid en gematigdheid, van proportionaliteit en subsidiariteit, let u op vrouwen en kinderen, let u erop dat u eerst waarschuwt dat u geweld gaat aanwenden. Er zijn veel camera’s en veel getuigen. En sma e wai deng go poer snel. Doe je werk, maar doe het naar behoren.
-door Johannes Damodar Patak-