Het rommelt weer behoorlijk binnen het onderwijs. De Bond van Leraren en de ALS hebben donderdagochtend een algemene leden vergadering gehouden in het pand van Mata Gauri aan de Kwattaweg en bij deze samenkomst zijn enkele standpunten ingenomen. Ook werd de regering tot aanstaande maandag een ultimatum gesteld. De leden van de beide bonden zijn er thans van overtuigd geraakt dat de overheid tracht een loopje met hen te nemen door niet op hun eisen te willen ingaan. Van de herwaardering waar de leraren op aandringen, is tot nog toe zeer weinig gerealiseerd en daarenboven tracht de overheid door middel van de toepassing van een resolutie van 18 februari jongstleden, de leerkrachten uit het ambtenarenbestand te lichten en ze onder te brengen in meerdere stichtingen. De leraren kiezen niet voor deze nieuwe constructie en eisen dat de resolutie die op 1 januari 2017 van kracht zou zijn, wordt ingetrokken. Voorts zijn veel leden van de Bond van Leraren en de ALS van mening dat er niet langer moet worden onderhandeld met de presidentiële adviseurs Jozefzoon en Alibux. Op de vergadering van donderdag werd duidelijk gemaakt dat men eind van deze maand duidelijkheid verlangt over de herwaardering van de leraren aangesloten bij deze bonden. Als er geen herwaardering op tafel komt voor de leraren aan het einde van deze maand, dan is de volgende stap dat de scholen weer dicht gaan en er wederom geen onderwijs wordt gegeven. Alles wijst erop dat de leraren vastberaden zijn het werk neer te leggen, omdat zij moe zijn van het lange wachten op een financiële verbetering in hun salaris. Dat deze zaak zal escaleren is niet uitgesloten, omdat de overheid bij monde van haar minister van Financiën , Gillmore Hoefdraad, al via verschillende mediakanalen heeft duidelijk gemaakt dat per begin april er beslist nog geen salarisverhogingen voor ambtenaren kunnen plaatsvinden, omdat hij nog bezig is te bekijken of de staatsinkomsten dergelijke aanpassingen wel kunnen dragen. Volgens de bewindsman zullen er nog enkele weken over heen moeten gaan alvorens er een beslissing hieromtrent kan worden genomen. Het wordt steeds duidelijker, dat de overheid tijd tracht te winnen en door allerlei afleidingsmanoeuvres de loontrekkers tracht rustig te houden. Ook mag niet uit het oog verloren worden dat een van de belangrijkste eisen van het IMF is, dat de overheid geen verhogingen van salarissen van ambtenaren moet toepassen. De vraag die dan ook onmiddellijk rijst, is of de regering nog van plan is het IMF-recept alsnog uit te voeren. Het IMF verlangt geen salarisverhogingen binnen de ambtenarij , maar wel de volledige afbouw van subsidies op de nutsvoorzieningen en op brandstoffen. Ondertussen gaat het gerucht dat we wederom geconfronteerd zullen worden met de zoveelste verhoging op brandstof. De houders van de pompstations waren op de vrijdagochtend nog niet op de hoogte van een verhoging, maar dat waren ze uren voor de laatste verhoging ook niet, die werd als een dief in de nacht plotsklaps doorgevoerd. De oliemaatschappijen leverden op de bewuste dag van de plotselinge verhoging dan ook geen nieuwe voorraad om te voorkomen dat de geleverde brandstof nog tegen de achterhaalde prijs aan de man zou worden gebracht. En terwijl we bedolven worden onder de verhogingen, kunnen er geen salariscorrecties worden doorgevoerd, omdat de verdiencapaciteit zowel bij de overheid als de private sector niet is gestegen en zelfs in veel gevallen is teruggelopen. Er is naar onze mening geen houden meer aan en het is dan ook niet uitgesloten dat er op korte termijn een escalatie zal ontstaan. Het water staat namelijk de meeste mensen in dit land tot aan de lippen en steeds meer mensen zijn niet langer bereid deze stelselmatige verarming te pikken van een regiem dat daar zwaar debet aan is. Een regiem dat de schuld nimmer bij zichzelf heeft willen zoeken, maar allerlei drogredenen debiteert om zijn gezicht schoon te wassen. Zo wordt er tot op heden door een Misiekaba beweerd dat de Surinaamse economie er thans zo slecht voorstaat, omdat de wereldmarktprijzen voor aardolie en goud drastisch zijn gekelderd en dat externe oorzaken de oorzaak zijn van onze huidige precaire toestand. Misiekaba moet zaken niet blijven verdraaien. We zijn in deze situatie beland, omdat zijn regering Bouterse op een vreselijke wijze staatsgelden heeft verspild en nimmer heeft willen sparen in een garantiefonds. Venetiaan liet in 2010 maar liefst meer dan 800 miljoen dollar aan deviezenreserves achter. Deze konden na 2010 door enorme inkomsten uit voornamelijk de aardoliesector nog oplopen tot bijna 1 miljard dollar. Maar men heeft al dat geld verpatst en is daar nimmer mee gestopt. Zelfs nu is de president in staat onder deze erbarmelijke omstandigheden SRD 500.000,- stuk te slaan aan een bootreisje in Oost –Suriname. Geld dat bijvoorbeeld aan subsidies voor crèches en andere instellingen zou kunnen zijn besteed. En terwijl we dat allemaal weten, denkt men onderwijzend personeel met een kluitje in het riet te kunnen sturen. Men heeft duidelijk niets uit de Surinaamse geschiedenis van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw geleerd. Aan een ieder zijn geduld komt echt wel een eind.