Toename bij de gevestigde Brazilianen

Het aantal lepra gevallen heeft vanaf de jaren ’50 een dalende trend vertoond in de Surinaamse samenleving. Dit is volgens Karen Sewpersad te danken aan de medicatie die in die periode werd vrijgegeven en de toename van lepra patiënten die zich aanmeldden om behandeld te worden. Ze zegt dat men er vroeger niet openlijk vooruitkwam als men aan lepra leed, maar nadat er medicatie kwam, gingen steeds meer patiënten zich aanmelden waardoor de ziekte langzaam teruggedrongen werd.

Sewpersad hield vandaag tijdens het internationale symposium van medische geschiedenis een presentatie, die gericht was op de Epidemiologie van Lepra in Suriname, 1945-2016. Zij beschrijft in haar studie in welk gebied in Suriname lepra het meest voorkomt en de verschillen tussen de diverse etniciteiten, leeftijd en gender. Met behulp van statistieken vanaf 1945, heeft Sewpersad laten zien dat lepra het meest voorkwam bij de Afro-Surinamers, waaronder de Marrons en de Creolen vallen. De meeste lepra gevallen kwamen voor bij de Marrons. Na de Afro-Surinamers volgen de Javanen en Hindostanen. Ook is het van belang de lepra gevallen te bekijken bij de nieuwe groep, de gemengde groep. Door de toename van de bevolking werd deze groep ook steeds groter. Opmerkelijk is dat er door de jaren heen een stijging heeft plaatsgevonden binnen deze groep, wat maakte dat ze qua lepra gevallen hoger stond dan de Marrons. Sewpersad zegt op basis van statistieken van 2015 dat over het algemeen lepra nu in mindere mate voorkomt en dat bij alle bevolkingsgroepen er een duidelijke daling te merken is. Dit in tegenstelling tot de gevestigde Brazilianen in Suriname, bij deze groep is juist een toename te constateren. Daarnaast haalt ze aan dat het aantal lepra gevallen bij Creolen meer aan het dalen is, in vergelijking met de Marrons.

Hoewel de lepra gevallen aan het toenemen zijn, zien we dat Suriname in vergelijking met het Caraibisch gebied een groter aantal kinderen heeft dat lijdt aan lepra. Over de afgelopen tien jaar blijkt verder ook dat minder vrouwen lepra hebben. Wereldwijd blijkt dat lepra meer voorkomt bij mannen dan vrouwen. “Aan de lepra gevallen bij kinderen moet er hard gewerkt worden”, zegt Sewpersad, omdat Unesco als doel gesteld heeft dat in 2020 er geen kinderen mogen zijn met invaliditeit over de hele wereld.

Ook haalde Sewpersad aan de lepra gevallen het meest voorkomen in Paramaribo, ze zegt dat de meeste gevallen voorkomen in de gebieden waar er meer mensen wonen. In de districten blijkt er sprake te zijn van een lichte stijging, terwijl de aantallen in het binnenland niet zo zeer stijgen.

Lepra wordt veroorzaakt door de Mycobacterie leprae en de overdracht vindt voornamelijk plaats door de lucht. De leprabacterie heeft een lange incubatietijd, daardoor kan het jaren duren voordat er symptomen ontstaan en een patiënt merkt dat er iets aan de hand is. De leprabacterie tast de zenuwen aan, met als gevolg dat er verlammingen kunnen ontstaan en handen en voeten gevoelloos raken. Lepra treft vooral mensen met een zeer lage weerstand. Mensen met een goede weerstand lopen weinig kans de ziekte te krijgen.

Dit internationaal symposium werd georganisserd door het Instituut voor Maatschappijwetenschappenlijk Onderzoek (IMWO) en het Institute for Graduate Studies &Research (IGSR) in samenwerking met de Faculteit der Humaniora (FdHum) en de Faculteit der medische Wetenschappen (FMeW) van de Anton de Kom Universiteit van Suriname.

door Richelle Mac-Nack