Tijdens de openbare behandeling van de Anti-corruptiewet gisteren in het parlement heeft BEP assembleevoorzitter Celsius Waterberg aandacht gevraagd voor melders van corruptieve activiteiten. Hij is het erover eens dat de melder beschermd moet worden, maar vroeg zich af hoe er gehandeld zal worden indien er sprake is van valse meldingen. In de wet moet duidelijk worden vastgesteld hoe deze personen zullen worden aangepakt. De parlementariër sprak over actieve en passieve corruptie waarbij er sprake is van een opdrachtgever en een ontvanger van de beloning. Deze handelingen komen volgens hem in alle landen voor en in grotere mate in landen zoals Suriname waar het economisch slecht gaat.
Waterberg stelde dat corruptie de ontwikkeling van een land ondermijnt omdat gelden niet op de juiste plaats terecht komen. Van de ruim 150 landen staat Suriname volgens hem samen met tenminste 10 andere landen op de 88ste van de wereld corruptie index. Als antwoord hierop moet het land goed, behoorlijk en transparant bestuur hebben waar elk individu en het land zelf profijt aan heeft. De behandeling van de wet noemde de parlementariër een eerste stap om corruptie terug te dringen. Ook Carl Breeveld van de DOE-fractie toonde zich blij met de wet. Hij pleit echter voor aanvullende wetgevingsproceduren die zullen resulteren in een beter effect bij de aanpak. Onder andere de wet openbaarheid van bestuur, de wet op de Jaarrekening en de Comptabiliteitswet dienen volgens hem meegenomen te worden in de bestrijding van corruptie. Hij schaarde zich niet achter uitspraken dat corruptie een wereldwijd probleem is en dat die dan ook niet te bestrijden is. Op die manier wordt corruptie gevoed en in stand gehouden. Ronald Hooghart (NDP) vindt eveneens dat niet gekeken moet worden naar de situaties en aanpak internationaal. “Laten wij goed kijken naar deze wet en die zodanig aanpassen zodat wij er het beste uit kunnen halen.”