In het Courtyard bij Marriott Hotel zijn vanmorgen de voorlopige resultaten gepresenteerd van het twee jaar durende project: ‘Capaciteitsopbouw van strategische groepen met betrekking tot het duurzaam benutten van hulpbronnen en het behoud van biodiversiteit in de Trio en Wayana leefgebieden’, dat in 2015 gestart is. Volgens Minu Parahoe, program director van het Amazon Conservation Team Suriname (ACT), zijn de resultaten belangrijk voor de lokale gemeenschappen. De resultaten geven informatie over voedselzekerheid, het bewerken van de kostgrondjes, kortom; de diensten die afkomstig zijn van de bossen. Daarnaast is de data ook relevant op nationaal vlak.
De resultaten die worden aangeleverd, worden opgedragen in een nationale database, die door de Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht (SBB) gebruikt wordt om carbon (koolstof-monoxide) vast te leggen.
Carbon is een natuurlijk gas dat voorkomt in de atmosfeer. Deze instituten willen de lokale gemeenschappen in de toekomst meer betrekken in bosmonitoring.
Vandaag demonstreerde een team hoe bosmonitoring plaatsvindt. Tijdens het symposium is ook aan de orde gekomen hoe ontwikkeling in Suriname plaats kan vinden zonder dat het bos vernietigd wordt.
Volgens Parahoe moet dit vraagstuk integraal worden aangepakt. “Er moet meer gebruik gemaakt worden van de diensten van ontbossing, zoals climate change (compensatie zoeken), toerisme en landbouw systeem analyseren.” Dit tweejarig project is in 2015 gestart in partnerschap met de Universiteit van Utrecht (Nederland) en mogelijk gemaakt met financiering van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken binnen het kader van de Twinning-projecten. Het project heeft 100.000 euro gekost. Dit project heeft de basis gelegd om verder partnerschap aan te gaan om soortgelijke projecten te blijven uitvoeren. Marijke van Kuijk, vertegenwoordiger van de Universiteit Utrecht zag dit project als een kans om kennis uit te wisselen. Van Kuijk heeft onder andere de protocollen opgezet en de coördinatie op zich genomen. Ongeveer zes studenten uit Nederland hebben drie maanden meegewerkt aan de veldonderzoeken. Van Kuijk vond het een ervaring om ideeën te bedenken voor de lokale bevolking om hen te helpen met dataverzameling over hun leefgebied.
Hierdoor krijgen de bewoners meer begrip over hoe hun leefgebied functioneert, ook is data van belang voor de onderzoekinstituten. De lokale partners zijn de SBB, het Nationaal Herbarium Suriname (BBS), het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname (Celos), het Natuurtechnische Instituut Suriname (Natin) en de dienst ’s Lands Bosbeheer (LBB). Aan dit project hebben circa 40 betrokkenen van deze instituten en ruim 25 rangers (IPGs-Indigenous Park Guards) geparticipeerd. De SBB werkt ernaar toe om een nationale bomenlijst op te stellen. Veel namen van de bomen zijn in de taal van de Trio en Wayana’s. Een bomenlijst in het Sranan Tongo zal onder andere de communicatie vergemakkelijken.
door Kimberley Fräser