Ons land kent op elk gebied een ernstig probleem. Financieel-economisch gaat het helemaal niet voor de wind, maar ook op het stuk van leiderschap valt er veel over te zeggen. Ofschoon de verkiezingen nog ver van ons verwijderd zijn, kunnen wij nu al stellen dat na het eerste jaar van deze regering het volk al genoeg heeft gezien. In het geval van de NDP is het al duidelijk dat de Nikos-opiniepeiling klare taal heeft gesproken. Niets van het leiderschap in de coalitie deugt, maar ook daarbuiten kunnen de oppositionele partijen moeilijk spreken tot de verbeelding van het volk. De kans is groot dat heel weinig mensen naar de stembus zullen gaan, gedesillusioneerd door hetgeen zich momenteel voltrekt binnen het politiek firmament. Ook de partij die jarenlang geschreeuwd heeft het alternatief te zijn voor het electoraat, heeft behoorlijk wat steken laten vallen. DOE vecht met en tegen zichzelf. Kopstukken keren zich tegen de ontwikkelingen binnen de organisatie en velen hebben er reeds de brui aan gegeven. Het lijkt erop alsof het politiek leiderschap van Carl Breeveld niet langer de poppen met elkaar kan verbinden. Over de hele politieke linie zien wij dingen gebeuren die absoluut indruisen tegen wat het volk eerder is beloofd. Voor nu lijkt het wat rustig, omdat vele ouders en kinderen zich nu focussen op de vakantiedagen. Daarna gaat het allemaal weer opnieuw beginnen. Het gaat erom dat niemand hiervoor getekend heeft. Het volk wordt van de ene op de andere dag geconfronteerd met een lege staatskas en politieke leiders tonen geen moment medeleven met het volk en bieden ook geen helpende hand of hoop voor de toekomst. Politieke leiders moeten beseffen, dat het volk niet meer 50 en 60 jaar terug leeft en dat men een duidelijke ontwikkelingsstrategie verwacht van de machthebbers. Politici moeten niet denken dat ze even kunnen komen zitten om een nyang te maken.
Het volk heeft ook inspraak en ideeën en zal niet tolereren dat het afgescheept wordt me dooddoeners. Het doet ons denken aan onze vicepresident die zei dat in een crisissituatie het moeilijk plannen is. Het is onvoorstelbaar dat iemand van wie verwacht wordt dat hij goed geschoold is, dergelijke uitspraken doet en dat delen van het volk dat verhaaltje ook geloven. Wanneer je een crisis verwacht, moet je al een plan klaar hebben. Daarom schreeuwen wij samen met andere deskundigen al jaren dat de regering niet denkt aan de dag van morgen, maar à la dol geld aan het uitgeven is. Plannen doe je, ook al is er geen crisis, plannen wil ook zeggen: vooruitzien. Dat zulke leiders deze uitspraken doen, betekent dat wij niet veel hoeven te verwachten van de toekomst. Er is geen hoop en geen zekerheid dat het met deze figuren goed komt. Het is makkelijk om te zeggen dat je deze mensen een kans moet geven, maar zulke grappenmakers hebben al genoeg de kans gehad om het land te dienen en hebben het achteraf toch niet goed gedaan. Er moeten nieuwe, aansprekende leiders die het volk kunnen binden opstaan. Leiders die daadwerkelijk gaan doen wat het volk wil en niet op basis van een politieke agenda. Wij hebben al genoeg geëxperimenteerd.