Hakrinbank boekt minder winst in 2015
Gisteravond, dinsdag 26 juli, heeft de Hakrinbank haar jaarverslag over het boekjaar 2015 gepresenteerd aan haar aandeelhouders tijdens een Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). Tijdens deze vergadering heeft de Hakrinbank haar jaarcijfers gepresenteerd, waaruit blijkt dat over 2015, ondanks een toename van haar bedrijfsopbrengsten, de bank een winst na belastingen van ruim SRD 25,5 miljoen heeft gerealiseerd.
Dit is 36% lager dan de winst na belastingen over boekjaar 2014, dat toen een bedrag van SRD 39,8 miljoen bedroeg. Verder is het balanstotaal van de bank gestegen, maar is de rentemarge verkrapt vanwege strak monetair beleid (vanwege strakke wet- en regelgeving van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en toenemende concurrentie. De voornaamste reden van de winstafname ligt in een stijging van de personeelskosten, met name in de personeelsvoorzieningen. Deze kosten zijn gestegen vanwege de aanpassing in zogenaamde post retirement benefits en een dotatie aan de pensioenvoorziening van de directie. Deze aanpassingen waren nodig vanwege de hoge inflatie in Suriname. De directeur van de Hakrinbank, Jim Bousaid, heeft tijdens de AVA aangegeven dat dit eenmalige kosten betreffen, maar indien de inflatie blijft stijgen, deze voorzieningen opnieuw aangepast zouden kunnen worden, met als gevolg dat deze kosten dus opnieuw genomen moeten worden.
Tijdens zijn presentatie van het directieverslag heeft directeur Bousaid de huidige macro- economische situatie in ons land besproken en deze als voornaamste reden van de winstafname (en tegelijkertijd de groeistagnatie van de bank) genoemd. Bousaid gaf aan dat de hoge stand van de staatsschuld van Suriname zorgwekkend is. Vanwege de aanpassing van de Wet op de Staatsschuld, welke heeft geresulteerd in het wegschrappen van die niet opgenomen gecommitteerde leningen en de niet afgeroepen garanties als schuld, is de Wet op de Staatsschuld conform internationale standaarden. Echter, deze internationale standaarden worden voornamelijk in landen met grote economieën gehanteerd en niet in landen met een kleinere economische omvang, zoals Suriname.
In een land als Suriname is het raadzaam dat de staatsschuld zich rond de 40% van het bbp begeeft, in plaats van de huidige situatie waarbij de staatsschuld, op basis van het huidige leningenplafond, richting 60% van het bbp gaat. Per ultimo 2015 bedroeg de importdekking 1,8 maanden aan monetaire reserves, terwijl de internationale norm 3 maanden betreft. Bousaid benadrukt dat hij voormalig governor André Telting, nu wijlen, goed heeft gekend en dat deze in zijn periode als governor een eigen norm van acht maanden hanteerde, waarvan drie maanden voor de importdekking, één maand ten behoeve van de aflossingsverplichtingen van de CBvS en vier maanden dekking voor het geval de CBvS steun moet bieden aan lokale banken als deze een liquiditeitsstoornis zouden ervaren. Voorts lichtte Bousaid een opvallende afname van schatkistpapier op de balans van de Hakrinbank toe. Deze is namelijk afgenomen van SRD 233 miljoen in 2014, naar SRD 93 miljoen per ultimo 2015. Schatkistpapier, dat als monetair neutraal middel gezien kan worden vanwege haar marktconformiteit, is door de overheid afgelost met een lening bij de CBvS. Deze handeling maakt deel uit van de zogenoemde monetaire financiering. De lening van de overheid bij de CBvS is voor een periode van 25 jaar afgesloten tegen een rentepercentage van 3%, dat niet als marktconform kan worden aangemerkt. Volgens Bousaid is deze maatregel in strijd met de huidige bankwet. Op een vraag van een aandeelhouder of de toenmalige governor hiervoor vervolgd kan worden, antwoordde Bousaid dat hij niet in de positie is om hierover een oordeel te vellen. De AVA, waarbij het 2015 jaarverslag werd gepresenteerd, heeft twee maanden later dan normaal gesproken plaatsgevonden vanwege twee redenen. De eerste reden betreft het feit dat de bank lang heeft moeten wachten op de actuariële rapporten ten behoeve van de aanpassing van haar post retirement benefits. De tweede reden betreft het plotselinge verzoek van de grootaandeelhouder, de Staat Suriname, om drie leden van de Raad van Commissarissen (die hun termijn nog niet hebben uitgezeten) te vervangen. Tijdens de AVA is namelijk het voorstel gedaan om de commissarissen Caroline Vos-Ritveld, Roy Smit en Ray Vos te vervangen met Chantal Doekhie, Robert-Gray Van Trikt en Rabin Parmessar. Dit voorstel stuitte op hevig verzet van particuliere aandeelhouders die aangaven dat het om politieke beïnvloeding gaat. De heftige discussies en procedurefouten die hierbij zijn gemaakt, hadden als gevolg dat de AVA rond 01.00u in de nacht moest worden verdaagd tot nader order.