De afgelopen woensdag had de pers dan de mogelijkheid een ondertekening bij te wonen tussen de Staat Suriname c.q. het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH)en de zogeheten Monaco Resources Group. De vertegenwoordiger van de laatstgenoemde group heeft met de regering een Memorandum of Understanding getekend waarin zou zijn opgenomen dat de Monaco Group welwillend is na gepleegd onderzoek, de bauxietindustrie in ons land te doen herleven. Leuke bijeenkomst, maar meer niet voor degenen die de ontwikkelingen van de bauxietindustrie en de latere aluminiumindustrie in de bijkans afgelopen 100 jaar op de voet hebben gevolgd . Voor mensen die niet veel weten van de bauxietindustrie in ons land en alles wat er de afgelopen jaren is gebeurd, zou het kunnen overkomen als een groot succes voor de regering Bouterse en de bewindsman op NH. Echter moeten we niet al te enthousiast zijn over de toenadering van de heren van de Monaco Group, omdat we precies weten wat er allemaal reilt en zeilt binnen deze industrie en ook weten waarom multinationale ondernemingen als BHP-Billiton en Suralco, op een gegeven moment hebben besloten weg te gaan uit ons land. Niet zozeer omdat Suriname deze bedrijven niets meer te bieden heeft, maar gewoon omdat men bij deze ondernemingen naar bedrijfsresultaten kijkt en als die tegenvallen en niet langer rendabel zijn, dan gaat de stekker er geheel of voor langere tijd uit. Het is geen geheim, je hoeft er maar voor op het internet te gaan speuren en je kan de cijfers en prijzen voor aluminium op de wereldmarkt zo achterhalen. Als de kosten hoger worden dan de baten en de concurrentiepositie in gevaar geraakt, dan gaan fabrieken dicht en worden mijnoperaties stilgelegd. Suriname heeft nog veel bauxiet en dat weten we allemaal. Zeker 100 miljoen ton ligt er nog aan hoogwaardig en ook minder hoogwaardig bauxieterts in ons land voor het opgraven. De vraag is echter: hoe haal je het weg en tegen welke kosten. Wat zijn de logistieke tegenvallers op het moment en hoeveel geld moet er geïnvesteerd worden om het erts goed en veilig weg te halen en hoe hoog zijn de kosten om tot raffinage te kunnen overgaan, en blijft de zaak dan nog lucratief genoeg. Wie kan beter weten hoe de vork in de steel zit in dit land dan de Suralco en tot 2009 de BHP-Billiton. Men heeft voor miljoenen dollars gestoken in exploratiewerkzaamheden in het Bakhuysgebied om te weten wat er aan bauxieterts ligt en wat het allemaal zou kosten, om het vanuit Bakhuys richting Apoera en vervolgens via de Corantijn naar Paranam te vervoeren voor raffinage. Studies werden afgemaakt en vastgelegd in verschillende databanken. Ook het ministerie van NH is op de hoogte van de resultaten van de Suralco en BHP-Billiton bevindingen en weet dan ook precies, wat de mogelijkheden en natuurlijk ook de eventuele kosten zijn om tot ontginning van bauxiet uit dat gebied te kunnen geraken. We durven gerust te stellen, dat men over honderden miljoenen dollars praat. Ook is er nog een kostenplaatje voor het uitbaggeren van de Corantijn vanaf Apoera tot de monding van deze rivier. Dan praten we slechts over bauxiet mijnen en helemaal niet over raffinage tot aluinaarde, waar we wel op zouden moeten staan bij elke investeerder die zich in dit land aandient. Of de Monaco Group bereid is zoveel geld te steken in het Bakhuysproject moet nog blijken. Tot op dit moment praten we van een Memorandum of Understanding, een document dat volgens ons onvoldoende houvast biedt. Wat wij hebben begrepen, is dat wil men slechts de grondstof bauxiet wil komen weggraven en daar zouden wij geen genoegen mee moeten nemen, aangezien wij weten, wat er meer zou kunnen worden binnengehaald met een halffabrikaat. Niemand moet ons blij komen maken met een Memorandum of Understanding en ook nog de mededeling, dat Suriname voor 30 procent gaat participeren in de werkzaamheden die de Monaco Group hier zou gaan verrichten. Dus als deze investeerders 100 miljoen dollar op tafel leggen voor het realiseren van een deel van een project, moeten wij met 30 miljoen dollar inkomen. Waar zal dat geld dan vandaan moeten komen, als we zelf weten dat de Surinaamse regering momenteel gewoon straatarm is en zelfs op de schoot van het IMF is beland om financieel niet helemaal ten onder te gaan. Waarom ging Suralco in opdracht van haar moederbedrijf uiteindelijk toch weg? Waarom sloot ze de raffinaderij en stopte haar mijnactiviteiten, terwijl ze nog een behoorlijke concessie heeft in het Nassaugebied? Nou, heel simpel is de verklaring voor dit drastische ingrijpen van de Amerikaanse multinational. De aluminiumprijs op de wereldmarkt is momenteel zo laag, dat de kosten de baten overtreffen en daarom zijn bepaalde raffinaderijen en andere Alcoa installaties gewoon gesloten, indien ze wel in bedrijf zijn, draaien ze nog op een heel lage productie. De Alcoa heeft zelf de productie in een van haar grootste en belangrijkste fabrieken te Point Comfort zwaar teruggebracht. Ook heeft Alcoa te maken met een hevige concurrentie op de aluminiummarkt vanuit China. China is een zeer geduchte concurrent van de Alcoa en ook vanuit het Midden-Oosten zijn er nieuwe aluminiumproducenten op de markt verschenen, die hebben het aanbod dusdanig vergroot dat de prijs zwaar is gekelderd. Ook voor de bauxietindustrie in ons land betekende het dat we ten opzichte van de buitenlandse producenten van aluinaarde en aluminium, te duur werden. Een ander probleem waarmede Suralco te kampen had, was op het logistieke gebied. Nassau kon worden opgestart maar daarvoor moest een nieuwe haulroad maar liefst 150 kilometer dwars door de jungle worden aangelegd. Kosten van aanleg en overige kosten waren zo hoog dat Alcoa in Pittsburgh geen toestemming kreeg van de aandeelhouders om dat project uit te voeren. De bauxietvoorraden in Beneden Marowijne geraakten op en in het Paragebied waren de voorkomens niet groot genoeg om voldoende erts te kunnen leveren aan de raffinaderij te Paranam. Aan Bakhuys zou er slechts gedacht worden als de overige mijngebieden helemaal waren uitgemijnd, dus ook het Nassaugebied werd daarbij aangehaald. Om de raffinaderij op Paranam in productie te houden, zou erts moeten worden ingevoerd en dat kostenplaatje was voor de Amerikanen ook veel te hoog, dus bleef er niets anders over dan voorlopig te stoppen met het mijnen en de productie te Paranam. Alcoa gaf wel aan niet helemaal uit Suriname te vertrekken, omdat zij zich wenste te houden aan hetgeen op schrift vastgelegd is in de Brokopondo Overeenkomst met de Staat Suriname en getekend is in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Zo heeft de Suralco nog steeds concessierechten en voor zover bekend, heeft ze die niet opgegeven. Het zou niemand moeten verbazen, indien de vertegenwoordigers van de Alcoa ineens weer op de stoep staan bij de Surinaamse regering en te kennen geven wederom te willen werken in Suriname. Of het daarom zomaar kan dat een Monaco Resources Group gaat mijnen in gebieden die tot de concessiegebieden van Suralco- Alcoa behoren, weten wij niet, maar het lijkt ons wel sterk. Ook moet Dodson, de minister van Natuurlijke Hulpbronnen, niet te hoog van de toren blazen door te stellen, dat de Afobaka Krachtcentrale van Suriname is en suggereren dat we hem zomaar zouden moeten kunnen overnemen. Dodson moet zich goed laten informeren en kijken wat schriftelijk is vastgelegd. President Bouterse heeft in het verleden, na het vertrek van Suralco, verklaard dat het geen eenvoudige zaak is de stuwdam zomaar over te nemen. Hij is zeer vermoedelijk goed op de hoogte wat de consequenties voor Suriname zijn als we roekeloze en niet doordachte handelingen plegen met betrekking tot de Brokopondo Krachtcentrale. Heeft Dodson wel eens aan een schadeclaim gedacht? Ook moet Dodson niet al te naïef zijn in deze en bedenken en zich terdege realiseren, dat je niet zomaar kunt aanschoppen tegen Noord-Amerikaanse belangen, vooral wanneer het om veel geld gaat. Overeenkomsten dienen nageleefd te worden, al zijn ze ruim een halve eeuw geleden gesloten. De zogenaamde overeenkomst met de Monaco Resources Group zal moeten uitwijzen, wat redelijkerwijs en onder de huidige omstandigheden mogelijk is. Geen enkele investeerder van het gehalte van de meergenoemde Group zal geld komen verspillen als duidelijk wordt dat de zaken helemaal niet zo eenvoudig zijn als wordt voorgehouden door een regering, die in financiële nood verkeert. De calculaties zullen worden gepleegd en gesteld worden tegenover de logistieke problemen, de opbrengsten op de internationale markt en het Surinaamse investeringsklimaat. Ook zal worden gekeken naar de politieke situatie en de arbeidsverhoudingen. Ook de arbeidsrust en voorwaarden zullen uitvoerig bestudeerd worden. Een Memorandum of Understanding is een leuke ontwikkeling en kan veel of niets opleveren. Wel vreemd dat Dodson ons ineens blij tracht te maken met dit nieuws. Wij zijn voor wat betreft de bauxietindustrie, altijd met onze neus boven op de feiten gedrukt en weten daarom wat speelt. Er zijn meerdere bedrijven geweest die destijds hier zijn neergestreken en na enige tijd om voor hen bekende redenen, weer zijn vertrokken. De Amerikanen hebben het bijna 100 jaar volgehouden en voor werkgelegenheid gezorgd en zijn ook niet zomaar vertrokken. Voor ons is deze ondertekening op de woensdag door Dodson en de Monaco Resources Group veel te vaag en daarom ontkomen we niet aan de indruk dat het om een misleiding en of afleiding gaat voor de huidige ernstige problemen waarmede het kabinet geconfronteerd wordt.