De occupant die een woning op de begraafplaats van Meerzorg heeft gebouwd is nog niet verwijderd. Hoewel deze zaak uitvoerig is besproken tijdens de begrotingsbehandelingen in het parlement en de minister van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer, Steven Relyveld, de opdracht heeft gegeven de man in kwestie te verwijderen is dit nog niet gedaan. De man beschikt wel over een grondbeschikking, maar die staat niet op zijn naam, maar op die van zijn grootmoeder. De grootmoeder had echter de grond geschonken aan de Staat ten behoeve van de begraafplaats. Inmiddels is zij overleden. “De grond is van mij en ik heb er recht op. Daarvoor heb ik een beschikking”, reageert de occupant tegenover De West.
Hij zegt dat hij niet van plan is weg te gaan. De watertoevoer en stroomvoorziening naar zijn woning zijn inmiddels afgesloten. “Mij wordt onrecht aangedaan”, zegt hij emotioneel. Verder wil hij niets kwijt aan de krant. Uit buurtonderzoek blijkt dat de man aan de gemeenschap een bedrag van SRD 1500 vraagt voor een grafruimte. De buurtbewoners hebben hierover klachten gegeven aan PL-parlementariër Ingrid Karta-Bink. Zij bevestigt die tegenover De West dat de man wil overgaan tot het verkopen van grafruimten. Ook blijkt dat hij het zand op de begraafplaats die op een zandrits ligt, verkoopt aan derden. Zonder toestemming van de autoriteiten heeft hij inmiddels 50 trucks zand kunnen verkopen. Ook beweert de man dat hij twee andere percelen heeft verkocht om zijn woning op de begraafplaats neer te zetten. “Waarom heeft hij zijn woning niet gebouwd op een van zijn percelen? Waarom komt hij de buurt hier verstoren?”, vraagt zijn overbuurvrouw. Ze voorspelt escalaties vanwege de koppigheid van de man. Districtscommissaris Remy Pollack wordt verweten dat hij als burgervader niet optreedt tegen de occupant.
door Seshma Bissesar