Aanleiding voor financieel onderzoek Naschoolse Opvang

De werkgroep Evaluatie Naschoolse Opvang en Begeleiding, heeft op vrijdag 29 januari een evaluatierapport aangeboden aan minister Robert Peneux van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. In het verslag is de aanbeveling gedaan om het project in een andere constructie voort te zetten en vorm te geven. Bij een doorstart moet het project transparant en gefaseerd worden uitgevoerd. Op basis van documenten die zijn bestudeerd, is er voldoende aanleiding om een diepgaand financieel technisch onderzoek te doen instellen naar al wat in het verleden aan vergrijpen heeft plaatsgevonden.

De commissie heeft erop gewezen dat het accent op voeding werd gelegd in plaats van educatie. Dit heeft ertoe geleid dat er ernstige organisatorische en financiële problemen zijn ontstaan. De inkoop, distributie en opslag van goederen, was vaak genoeg niet goed op elkaar afgestemd. Hierdoor werden rekenplichtige voorschriften bewust en onbewust overtreden. Er is verder geconstateerd dat het management, de monitoring en organisatorische aspecten onvoldoende waren om dit landelijk project op een verantwoorde en professionele manier te kunnen sturen en faciliteren. De onderwijskundige invulling is door de werkgroep als onvoldoende gekwalificeerd. Er is ook naar voren gebracht dat er weinig is ingezet om degelijk onderwijskundig materiaal te ontwikkelen om doelstellingen te kunnen realiseren.

Het rapport werd aangeboden door Roy de Miranda (voorzitter). In de werkgroep hadden ook zitting: drs. Jenny Johns- Christopher, drs. Rosita Woodly- Sobhie, Rattankoemar Ramnarain, dr. mr. Edwin Marshall en drs. Eartha Baarn (ambtelijke secretaris).

More
articles