Robert Ameerali kan niet ontkennen dat hij soms de steun van president Desi Bouterse miste tijdens zijn periode als vicepresident (2010-2015). Dit was een van de uitspraken die Ameerali deed in een interview met Parbode waarin hij een boekje opendoet over zijn periode als tweede regeerder tijdens het Kabinet-Bouterse I. In juli 2010 koos Bouterse Ameerali als running mate voor zijn regering. De destijds voorzitter van het KKF ging de uitdaging aan. “Omdat ik jarenlang had geroepen dat ik een goede bijdrage aan het land kon leveren. Wanneer je dan wordt gevraagd, dan vind ik dat je de plicht hebt de handschoenen op te pakken.
Ik heb het gedaan voor het land”, vertelt hij. Ameerali is na enkele maanden uit de functie niet stil gaan zitten. Hij volgt het nieuws en politiek spel op de voet en heeft alle cijfers nog op een rijtje. “Was ik nog vicepresident geweest, dan had ik die recente devaluatie bijvoorbeeld nooit door laten gaan.”
Het stuit de ex vicepresident vooral tegen de borst dat Bouterse hem de vuile zaakjes altijd liep opknappen. Hij miste de president zijn steun vooral in het parlement.
“Het had zeker geholpen als de president daar wat vaker met mij de klappen had opgevangen. Er zijn periodes geweest waarin ik voortdurend voor anderen zat te incasseren.” Ameerali geeft als voorbeeld het moment dat de regering in april 2014 de subsidie op melkpoeder stopte. “We deden het niet zomaar, het is een internationale eis die dient om de consumptie van moedermelk te stimuleren. Een maatregel die niets met politiek te maken had, maar alles met gezondere baby’s. De minister van Volksgezondheid was op de hoogte, er zouden ondersteunende maatregelen genomen worden. Kortom, iedereen was op de hoogte tot de adviseurs van de president zich ermee gingen bemoeien. Ze vonden het politieke zelfmoord om de subsidies af te schaffen. Prompt draaide de president op hun aandringen alles terug, alleen maar om politiek te scoren. En ik moest in het parlement de kritiek incasseren, zoals zo vaak.
Het grootste knelpunt van de regering Bouterse ligt volgens Ameerali dus bij de president zijn adviseurs. De ex vicepresident haalt hard uit naar het trio Eddy Jozefzoon, Jules Wijdenbosch en Errol Alibux. Deze heren vormen een waar schaduwkabinet en strijken voor hun diensten elke maand een brutobedrag van 22.500 srd op, meer dan wat een ‘echte’ minister verdient. “Of de presidentiële adviseurs corrupt zijn? Ik denk niet dat ik die vraag hoef te beantwoorden.”
Ameerali geeft een concreet voorbeeld. “In september 2014 kreeg de president van zijn adviseurs te horen dat het Brokopondo meer zou leeglopen, waardoor de stroom zou uitvallen. Er was paniek, meteen werd er aan loadshedding gedaan en zaten grote delen van onze hoofdstad zonder elektriciteit.
Een week lang heeft dat geduurd. Ik heb de president toen aangegeven dat ik absoluut geen idee had waar zijn raadgevers die informatie vandaan hadden. Het stuwmeer is uiteindelijk niet leeggelopen, natuurlijk niet, en ook aan loadshedding hoefden we al snel niet meer te doen.” Volgens Ameerali hebben de adviseurs grote belangen bij het verzwijgen of uitbrengen van bepaalde adviezen en kiezen ze er bewust voor de president te misleiden.
