Staatsschuld zwelt wederom met SRD 1 miljard tot SRD 8,4 miljard

De totale staatsschuld is eind oktober ten opzichte van een maand eerder wederom met ruim SRD 1 miljard aangezwollen tot inmiddels SRD 8,4 miljard. Per ultimo augustus bedroeg de overheidsschuld nog SRD 6,6 miljard en per ultimo september SRD  7,6 miljard, blijkt uit vandaag bijgewerkte statistieken van het Bureau voor de Staatsschuld. Binnen een periode van vijf jaar is de staatsschuld met meer dan SRD 5 miljard gestegen en het einde lijkt niet in zicht te zijn gezien de structurele lijn in het afgelopen lustrum: SRD 3,3 miljard ultimo 2010, SRD 3,9 miljard in 2011, SRD 4,5 miljard in 2012, SRD 6 miljard in 2013 en SRD 5,8 miljard in 2014. De laatste bijgestelde statistieken tonen aan dat de totale staatsschuldratio is gestegen van 44% naar 49% van het bruto binnenlands product (bbp). In een eerder gesprek met De West, beklemtoonde de econoom prof. dr. Anthony Caram, dat wettelijk gezien de staatsschuld 60% van het bbp mag bedragen, echter zou niet slechts naar de juridische, maar ook naar de economische ruimte, de terugbetalingscapaciteit van de overheid, moeten worden gekeken. Voorts komt naar voren, dat in oktober de binnenlandse schuld met SRD 36 miljoen is vermeerderd ten opzichte van augustus, terwijl de buitenlandse overheidsschuld is toegenomen met US$ 12 miljoen.  Volgens de Wet op de Staatschuld, bedroeg de totale binnenlandse schuld bij het laatste meetmoment SRD 3756 miljoen, terwijl die ultimo augustus nog 3720 miljoen bedroeg.  Voor wat betreft de totale buitenlandse staatsschuld, ging het om een stijging van SRD 3834 miljoen in september naar SRD 4674 miljoen in oktober.

De totale buitenlandse schuld is fors hoger uitgevallen, omdat de SRD is gedevalueerd en de wisselkoers is aangepast van SRD 3,35 naar SRD 4,04 per Amerikaanse dollar.

De fikse stijging van de staatsschuld en devaluatie is overigens mede geschied, omdat de Centrale Bank van Suriname (CBvS) op extreme wijze geld in omloop heeft gebracht. Gebleken is dat er een enorme geldzucht is bij de overheid en waar in den beginne uit het buitenland werd geleend, werden vervolgens binnenlandse crediteurs aangesproken.

Uit de CBvS-weekstaat van september blijkt, dat de overheid zwaar te hulp werd geschoten – de vlottende staatsschuld steeg van SRD 93 miljoen naar SRD 2,5 miljard –  en hoewel dat niet tegen de Bankwet was, leidde dit wel tot een cascade van gevolgen. Vanwege de overmatige geldschepping onstond overliquiditeit, de moederbank moest overtollig geld afromen en deed dit door de kasreserve van het bankwezen verder aan te scherpen. Uiteindelijk zag de moederbank zich genoodzaakt de nationale munt te devalueren.

More
articles