Federica Mogherini, hoge vertegenwoordiger namens de Europese Unie (EU), heeft ter gelegenheid van de Internationale dag tegen straffeloosheid van misdaden tegen journalisten, vandaag 2 november, gesteld dat verslaggevers overal ter wereld steeds vaker te maken krijgen met intimidatie en geweld. “De media zijn een afspiegeling van onze samenleving: als zij vrij zijn en kritisch kunnen zijn, zijn wij vrij en veilig. Nochtans zijn ook op deze Internationale dag tegen straffeloosheid van misdaden tegen journalisten, verslaggevers overal ter wereld in toenemende mate het slachtoffer van intimidatie en geweld. Een aanval op een journalist is bovendien ook een aanval op de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van de media”, betoogt EU-vertegenwoordiger Mogherini.
Ze benadrukt, dat de EU overheden van staten aanspoort volledig te voldoen aan hun internationale verplichting om naar dergelijke misdrijven onmiddellijk een daadwerkelijk en onafhankelijk onderzoek in te stellen en ervoor te zorgen dat degenen die dergelijke gewelddaden plegen of ertoe aanzetten, zowel daders die tot de overheid behoren als andere daders, voor de rechter worden gebracht. Ook Irina Bokova, directeur-generaal van de UNESCO, heeft vandaag namens haar organisatie een oproep gedaan, een eind te maken aan de straffeloosheid van misdaden tegen journalisten. Onder meer wordt er op gewezen, dat minder dan één op de tien gevallen van de moord op journalisten ooit wordt opgelost. “De bijna algehele straffeloosheid voor de daders van misdaden tegen de journalisten, gaat in tegen alles waar we voor staan, onze gedeelde waarden, onze gemeenschappelijke doelstellingen”, aldus Bokova. De persvrijheid is het afgelopen jaar in Suriname er overigens niet op vooruit gegaan, wereldwijd bezien is er echter een flinke verslechtering opgetreden, waardoor ons land twee plaatsen is gestegen in de eerder dit jaar uitgekomen persvrijheidsmonitor van de internationale organisatie Reporters Without Borders (RSF). Suriname wordt dit jaar wederom beoordeeld met een score van 18,2 en stijgt van plek 31 naar positie 29, mede vanwege het feit dat in tweederde van de 180 onderzochte landen RSF een verslechtering constateerde van de vrijheden van journalisten. Het RSF plaatst op zijn website kanttekeningen rondom onder meer het decemberstrafproces. Voorts daalde Suriname in de ‘Freedom of the Press 2014’ van Freedom vanwege gebrekkige uitvoering van de grondwettelijke garanties en wetten ter bescherming van de persvrijheid, het vaker hanteren van lasterwetgeving tegen journalisten en de preferentiële distributie van overheidsadvertenties.