De kansen voor de haalbaarheid van een nieuwe aluinaardeplant elders in Suriname of te Paranam, moeten a priori uitermate gering – om niet te zeggen uitgesloten – worden geacht. Voorts is China geen alternatieve partner voor onze aluinaarde-industrie, moeten de sociale gevolgen van de sluiting van de Paranam aluinaarderaffinaderij beter overzien worden en is een investeringsfonds voor het vrijkomende werknemersbestand noodzakelijk. Hiervoor pleitte Deryck Ferrier, algemeen directeur van het Centrum voor Economisch en Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek (CESWO), tijdens een recente presentatie over de gevolgen van de sluiting van de Paranam raffinaderij.  Ferrier wees er op, dat vanwege de afstand en kosten en het feit dat het niet voordelig is om te varen via het Panamakanaal, China geen redder voor ons zal betekenen. Het verhaal van een haalbaarheidsstudie over het opzetten van een nieuwe plant, is voorts klaarblijkelijk als doekje voor het bloeden bedoeld en kan als zodanig echt niet serieus worden genomen. Een raffinaderij in West-Suriname zal altijd gebruik moeten maken van de Surinamerivier, vanwege de moeilijke toegankelijkheid van de Corantijn, alsook de rotspartijen die opgeruimd moeten worden en de enorme kosten voor het opruimen van obstakels, om een optimale 16 voet diepgang te realiseren in die rivier. Het alternatief, het aanpassen van de Coppenamerivier, wordt ook een kostbare en langdurige aangelegenheid. De CESWO-directeur waarschuwde voorts voor de sociale gevolgen van de sluiting van de Paranam plant. Suralco was goed voor zo’n US$ 400 miljoen per jaar bijdrage aan onze economie, de sluiting zal draconische gevolgen hebben, onder meer moet ook rekening worden gehouden met verlies van 3000 à 4000 arbeidsplaatsen.

“Het was aan te bevelen dat de  onderhandelingscommissie van de overheid  bij Alcoa een tegemoetkoming  voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid had bedongen,  in de vorm van een investeringsfonds voor werkers en voor bedrijven die willen investeren om sociaal en economisch aanvaardbare arbeidsplaatsen te scheppen voor het vrijkomende werkersbestand, die in overeenstemming zijn met de aanvaardbaarheidscriteria van de Suralco werkers”, meent Ferrier. Naar zijn zeggen betreft het een fonds voor de financiering van kredieten voor ‘high risk’ projecten met een grote mate van ‘vermeende’ onzekerheid met betrekking tot de slagingskansen. Niet alleen ex-medewerkers en ex-contractors of toeleveranciers, maar het gehele particuliere bedrijfsleven, moet toegang kunnen krijgen tot dit high risk fund, met betrekkelijk soepele, maar vooralsnog zeer zakelijke kredietvoorwaarden, bij een inbreng van eenvoudig converteerbaar collateraal, dekkingsmiddelen. Het fonds zal beheerd moeten worden door een private instantie die kredieten verstrekt en de bestedingen daarvan controleert.