De president van dit land hield afgelopen woensdag zijn jaarrede in DNA en ging ook in op de Suralco perikelen. Al maanden horen wij dat de Suralco aan het afbouwen is en zal vertrekken. Er is niet voldoende winbare bauxiet om de raffinaderij te Paranam draaiende te houden en het is niet mogelijk op korte termijn tegen redelijke kosten bauxiet uit Nassau en Bakhuys te halen. Ook zal de maatschappij er niet toe overgaan het erts te importeren. Het kostenplaatje daarvoor ligt veel te hoog.  Voorts liggen de prijzen voor aluinaarde en aluminium thans zo laag op de internationale markt, dat het geen zin heeft grote investeringen in de bauxietsector in Suriname te doen. Alcoa wil daarom niet langer investeren in Suriname en is reeds begonnen met stappen om de raffinaderij te Paranam te sluiten.  Wel is de maatschappij die bijkans 100 jaar in ons land actief is geweest, niet van plan Suriname helemaal te vergeten. De Amerikaanse multinational weet ook dat er voor zeker meer dan 100 jaar aan bauxiet ligt in Bakhuys en daarbij is Nassau niet eens in beeld gebracht. Suriname kan in de toekomst voor Alcoa wel interessant blijken, maar dan moet de prijs voor aluinaarde en aluminium wel op een hoger plan belanden. Zoals de zaak er thans voor staat, heeft Alcoa, de moedermaatschappij van Suralco, aangegeven dat Paranam down gaat en dat de Brokopondo Krachtcentrale in 2019 in handen kan komen van de Surinaamse regering. Dat is tenminste glasharde taal die aangeeft dat op korte termijn Afobaka in handen van de Suralco Alcoa blijft. Tijdens zijn jaarrede stelde de president, dat Alcoa een hypermoderne raffinaderij in ons land zal gaan neerzetten. Waar die raffinaderij zal komen werd niet duidelijk aangegeven door het staatshoofd. Er werd met cijfers gestrooid en het volk kreeg een heel mooi verhaal gepresenteerd. Een investering van miljarden  zou zijn beklonken, verder kwam de president niet.  Alcoa en Suriname gaan het allemaal samen doen, aldus Bouterse. Allemaal mooie vooruitzichten aangegeven door Bouterse tegenover het hoogste college van staat.  De Alcoa kwam ook met een wazige mededeling tegenover haar staf en kader te Paranam. Wat men nou eigenlijk wil, is voor de meesten nog steeds onduidelijk. Het ene moment stelt men zo snel mogelijk weg te willen en Paranam te sluiten, en enkele weken later krijgen we als samenleving een verhaal voorgeschoteld over nieuwe investeringen in de nabije toekomst. Gen pijl op te trekken, zou een oud-redacteur van ons zeggen. Wel is het nog steeds zo dat de werknemers van Suralco en de arbeiders in dienst van contractors nog steeds in grote onzekerheid leven en niet weten wat ze morgen te wachten staat.  De zaak begint zo langzamerhand op een kat-en-muisspelletje te lijken en niemand, behalve de zeer ingewijden, weet wat men precies wil of werkelijk van plan is te doen.  Enkele jaren geleden zou er toch ook een haul road komen van Nassau naar Paranam? Ging allemaal niet door. Ook werden er in de tijd van Palmer, plannen onthuld om een grootschalig en geïntegreerd bedrijf neer te zetten in West –Suriname als  de Bakhuysconcessie aan Alcoa zou worden gegund.  Ging ook allemaal niet door. Na 2009 kwam de kredietcrisis en de daarop volgende recessie .  Alle grootschalige plannen en daarmede  gepaard gaande investeringen werden voor langere duur geparkeerd en uit die situatie zijn we nog steeds niet. Ook de concurrentie op de aluminiummarkt en de lage prijs voor het lichte metaal, hebben een negatieve rol gespeeld op de eventueel verdere investeringen in deze branche.

De regering Bouterse vertelt ons al maanden niet veel of niet de waarheid en komt dan ineens met een verhaal over een hypermoderne  raffinaderij van de Alcoa in Suriname, terwijl de maatschappij in de afgelopen jaren juist overal dit soort faciliteiten heeft teruggebracht of gesloten.  Er staat zoveel op het internet over de wereldwijde aluminium business en het is dan ook niet al te ingewikkeld de zaak beter te kunnen volgen. Bouterse moet ons een keer eerlijk vertellen wat de onderhandelingsdelegatie  van Suriname allemaal concreet bereikt heeft met de Amerikaanse multinational  en ons geen zaken komen voorhouden die morgen misschien niet meer valide zijn.  We zijn al genoeg om de tuin geleid en willen daadwerkelijk weten wat er in de bauxiet- en aluinaardesector gaat gebeuren. Vooral voor de mensen die daar werken, is dat van groot belang.  Alcoa moet ook open kaart gaan spelen en niet met wazige mededelingen komen waar je eigenlijk alle kanten mee op kan. Betere tijden kunnen altijd aanbreken en dat geldt natuurlijk ook voor deze industrie, we hebben als land en volk echter geen tijd om in voortdurende onzekerheid te leven. Men moet concreet en stapsgewijs aangegeven wat men daadwerkelijk van plan is.