Op papier staat de Rechterlijke Macht (RM) als een van de drie machten naast de regering (Uitvoerende Macht) en De Nationale Assemblee (Wetgevende Macht), maar in de praktijk is deze zuil van de Surinaamse Trias Politica dermate afhankelijk en gebonden aan het ministerie van Justitie en Politie (JusPol), dat zij inboet aan slagvaardigheid. Rechter Iwan Rasoelbaks, waarnemend president van het Hof van Justitie (HvJ), zei deze week aan journalisten dat het hoog tijd is dat de RM kan beschikken over een eigen budget en zichzelf zowel bestuurlijk als financieel mag beheren. Hij had in december vorig jaar de autoriteiten al opgeroepen het HvJ zowel bestuurlijk en administratief als financieel onafhankelijker te maken van de regering. Hij maakte zijn punt bij installatie van vijf nieuwe magistraten tijdens een buitengewone openbare zitting van het Hof in de Congreshal. Te veel zaken die de RM regarderen, zouden nog onnodig afhankelijk zijn van de goede wil van de regering.
Een verschil met eind 2014 toen Rasoelbaks aan de bel trok, is dat de huidige minister van Justitie en Politie, Jennifer van Dijk-Silos, ook de mening deelt dat de RM behoefte heeft aan meer armslag en dat daarvoor de ‘ketenen’ met de Uitvoerende Macht moeten worden gebroken.
De hofpresident zei gisteren: ,,De huidige minister van Justitie en Politie denkt gelijkgericht met het Hof.” Dat geeft Rasoelbaks goede hoop op verandering in positieve zin en hij gelooft stellig dat ook Van Dijk-Silos graag wil kappen met die gebondenheid.
In een schets hoe erg het is gesteld met de slagvaardigheid van het Hof, vertelt de hoge rechter dat een bodemgeschil onder de huidige omstandigheden vanaf de indiening tot het vonnis, gemiddeld 4 tot 5 jaren kan duren. Het HvJ is voortdurend druk doende om met passen en meten verlichting te brengen. Maar hij kan zich wel voorstellen dat rechtszoekenden radeloos raken als ze te lang wachten op uitsluitsel in hun zaken. ,,Justice delayed, is justice denied,” (als gerechtigheid wordt uitgesteld, is dat hetzelfde als wanneer gerechtigheid wordt genegeerd). Zo schetst Rasoelbaks de situatie.
Hij zegt dat de rechters de afgelopen jaren brieven hebben geschreven hierover en nog altijd wachtende zijn op de verantwoordelijken. Het is bij het Hof niet alleen gebleven bij het klagen. De RM heeft ondertussen ook al nagedacht over verbeterpunten en modellen uitgewerkt. En terwijl het HvJ wachtende is, stapelen projecten zich op die zij graag zou willen uitvoeren, om maar niet te spreken over alledaagse operatieve zaken en onderhoudsaangelegenheden waarvoor geld nodig is.
Rasoelbaks moet het doen met een ventilator op de ietwat krappe kamer waar hij de journalisten ontvangt. Hij vraagt een assistente om de ramen open te doen voor wat frisse lucht, want de airco doet het niet. En bij het ontvangst moest hij zich al verontschuldigen, omdat de lift al een tijd defect is. Dat zijn relatief kleine dingen die een eenvoudig kantoor zelf zou moeten kunnen aanpakken. Frappant genoeg, kan de derde macht dat niet. ,,We moeten wachten op het ministerie,” verzucht Rasoelbaks.