De totale staatsschuld is eind juli met SRD 180 miljoen aangezwollen tot circa SRD 6,5 miljard. De forse vermeerdering van de overheidsschuld is hoofdzakelijk te wijten aan een nieuwe tendens in de laatste maanden, namelijk een fikse verdere stijging van overheidskrediet bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Blijkens vandaag vrijgekomen informatie van het Bureau voor de Staatsschuld, is de overheidsschuld aan de algemene banken en de overheidsschuld aan de rest van de particuliere sector  ten opzichte van een maand eerder, per ultimo juli gedaald met respectievelijk SRD 1,1 miljoen en SRD 41 miljoen, echter bevredigt de Staat haar leendrang nu bij de moederbank. Bedroeg de CBvS-schuld van de overheid in april nog SRD 631 miljoen, in mei, juni en juli steeg deze schuld naar respectievelijk SRD 716 miljoen, SRD 805 miljoen en SRD 984 miljoen. De laatste bijgestelde statistieken tonen voorts aan dat de totale staatsschuldratio is gestegen van 36,7% naar 37,7% van het bruto binnenlands product (bbp). Voorts komt naar voren, dat de binnenlandse schuld met SRD 68,1 miljoen is vermeerderd, terwijl de buitenlandse overheidsschuld is gestegen met SRD 3,5 miljoen.

Volgens de Wet op de Staatschuld, bedroeg de totale binnenlandse schuld bij het laatste meetmoment SRD 2641 miljoen, terwijl die ultimo juni en eind mei nog respectievelijk SRD 2462 miljoen en SRD 2394 miljoen bedroeg. Voor wat betreft de totale buitenlandse staatsschuld, ging het om een minieme daling van SRD 3846 miljoen in juni naar SRD 3844 miljoen in juli. De voormalige president van de Centrale Bank van Aruba, Anthony Caram, sprak in een eerder vraaggesprek met De West zijn bezorgdheid uit over de staatsschuld. Hij waarschuwde dat vooral naar de terugbetaling capaciteit van de overheid moet worden gekeken en niet naar de juridische ruimte. De hoogte van een staatsschuld zou volgens Caram moeten afhangen van de kracht van de economie, waarbij aan de hand van de ruggengraat, de capaciteit en de prestaties van de bevolking, wordt bepaald hoe groot de optimale schuld mag zijn. Hij acht het van belang om niet uit consumptieve overwegingen te lenen of krediet aan te vragen voor projecten die geringe opbrengsten zullen genereren. Lenen om schulden af te lossen, is helemaal uit den boze.