Werd het begrotingstekort van de Staat voor het dienstjaar 2015 nog geraamd op SRD 667 miljoen, voor de eerste helft van dit jaar is al een overheidstekort van SRD 656 miljoen geregistreerd en ziet het er naar uit dat dit tekort ver boven de SRD 1 miljard zal uitkomen. Dit verneemt De West van prof. dr. Anthony Caram, aan wie onze redactie enkele actuele kernvraagstukken zoals het overheidstekort, de aanzwellende staatsschuld en de kelderende monetaire reserves voorhield.

Caram merkt op, dat het overheidstekort vanaf 2013 fors is begonnen te stijgen, mede vanwege de fikse terugval in de wereldmarktprijzen van goud en olie. Voorts werd er geen substantiële verandering bewerkstelligd in de hoge uitgaven van de Staat. Was het overheidstekort ultimo 2012 al SRD 445 miljoen, ultimo 2013 en 2014 werden tekorten genoteerd van respectievelijk SRD 1 miljard en SRD 961 miljoen. Caram rekent uit dat tot en met juni 2015 er een overheidstekort was van SRD 656 miljoen, wat inhoudt dat indien de Staat op dit tempo doorgaat, het tekort dit jaar zal uitkomen op boven de SRD 1,3 miljard.

Zorgwekkend noemt Caram tevens de actuele staatsschuld van SRD 6,3 miljard en de gekelderde monetaire reserves die in juli nog slechts US$ 461 miljoen bedroegen. De voormalige president van de Centrale Bank van Aruba waarschuwt met betrekking tot de staatsschuld, dat vooral naar de terugbetalingscapaciteit van de overheid moet worden gekeken en niet naar de juridische ruimte. De hoogte van een staatsschuld zou volgens Caram moeten afhangen van de kracht van de economie, waarbij aan de hand van de ruggengraat, de capaciteit en de prestaties van de bevolking, wordt bepaald hoe groot de optimale schuld mag zijn.

Hij acht het van belang om niet uit consumptieve overwegingen te lenen of krediet aan te vragen voor projecten die geringe opbrengsten zullen genereren. Lenen om schulden af te lossen, is helemaal uit den boze.

Als voorts de monetaire reserves in beschouwing worden genomen, spreekt de geleidelijke daling van US$ 1 miljard naar onder de US$ 500 miljoen, boekdelen. De oorzaken moeten gezocht worden in de dalende exportinkomsten en het continue interveniëren van de Centrale Bank van Suriname op de valutamarkt. Deze interventie heeft uiteindelijk niet het gewenste resultaat opgeleverd, omdat de monetaire maatregelen niet synchroon met elkaar liepen. Aan de ene kant heeft de moederbank voor honderden miljoenen aan deviezen geïntervenieerd om de wisselkoers stabiel te houden, maar aan de andere kant werd er niet gesaneerd in de lopende uitgaven. Aangezien er dus juist geld in de economie werd gepompt en Suriname een open economie heeft, zijn miljoenen SRD’s omgezet in deviezen die voor met name de import, weggesluisd zijn naar het buitenland.