De V7-partners, de Nationale Partij Suriname (NPS) en de Pertjajah Luhur (PL), hebben ondermaatse resultaten geboekt tijdens de afgelopen verkiezingen, de Vooruitstrevende Hervormings Partij daarentegen, heeft wederom een gestage groei doorgemaakt. Dit werd gisteren door middel van statistieken gestaafd door de politiek analist en schrijver Hardeo Ramadhin, die tijdens een discussieavond van de KennisKring de presentatie verzorgde ‘De recente verkiezingen cijfers en analyses’ en met de politicoloog dr. Hans Breeveld inging op de recente politieke ontwikkelingen. Ramadhin maakte duidelijk, dat de VHP in 2015 in absolute zin, ten opzichte van 2010 met 38% is gegroeid. In 2010 behaalde VHP 17% van de 237.000 stemmen en in 2015 circa 21% van de 259.000 stemmen. Bij de NPS en PL is er echter een duidelijke terugval merkbaar. In 2010 behaalde NPS 12% van alle stemmen en in 2015 slechts 6% van alle stemmen.

Voor PL is vastgesteld, dat deze politieke partij in 2010 nog 13% van alle stemmen behaalde, echter werd het stemmenaantal in 2015 gereduceerd tot 7% van alle stemmen. Als voorts gekeken wordt naar de sterkte van de politieke partijen in de districten Marowijne, Brokopondo en Sipaliwini, kan gesteld worden dat de kracht van BEP en NPS is gedecimeerd en dat de lakens nu worden uitgedeeld door de Nationale Democratische Partij (NDP) en AC. Ramadhin toonde overigens aan, dat bij toepassing van een landelijke evenredigheidsstelsel, de Alternatieve Combinatie (AC) ook vijf zetels zou halen. De politicoloog Hans Breeveld wees tijdens zijn presentatie op het wezenlijke verschil in de zogeheten popular vote en electoral vote en haalde daarbij de verkiezingen van de Verenigde Staten van Amerika aan als voorbeeld. De republikeinse presidentskandidaat George W. Bush behaalde 50.456.002 stemmen, oftewel 47,9% van alle stemmen, terwijl zijn democratische tegenhanger Al Gore 50.999.897 stemmen, oftewel 48,4% van de stemmen behaalde. Hoewel Gore hoger scoorde qua popular vote, viel de electoral vote in de gunst uit van Bush, deze republikein verwierf 271 kiesmannen, terwijl Gore 266 kiesmannen achter zich kreeg. Met betrekking tot de situatie in Suriname, pleitte Breeveld voor meer interne democratie en openheid binnen politieke partijen en het instellen van een waarborgsom bij deelname aan de verkiezingen. Partijen die blijkens de verkiezingsresultaten bijvoorbeeld de toets van de 1% regeling hebben doorstaan, krijgen  hun waarborgsom terug. Deze maatregel kan er toe leiden dat er geen grote stembiljetten meer hoeven te worden gemaakt en dat er kosten worden bespaard.