In november 2014 werd ons duidelijk dat er buiten Suriname werd onderhandeld over de verkoop van delen van de RBC Royal Bank in het Caraibisch Gebied.
In februari kregen wij het vermoeden dat de onderhandeling in de eindfase verkeerde en hebben wij een gesprek met het management van de RBC Bank aangevraagd en dat gesprek is ook gekomen. Het management heeft ons verzekerd dat de verkoop niet zal plaatsvinden.
In maart heeft het bestuur van de vakbond aan de directie aangegeven dat de vakbond de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden wilde starten. Aan de houding van de directie was te merken, dat zij bezig waren tijd te rekken en op 1 april 2015 kreeg het bestuur de formele mededeling van de verkoop van de RBC Bank aan de Republic Bank (RBL).
In de cao is opgenomen dat directie en vakbond met elkaar moeten overleggen en dus tot afspraken moeten komen over de gevolgen voor de medewerkers bij zulke belangrijke aangelegenheden. Daarom heeft de vakbond enkele aanvullende eisen gesteld, die zij in een Memorandum of Understanding (MoU) vastgelegd wil zien. De voorbereiding van de MoU heeft plaatsgevonden door zowel nationaal als internationaal informatie in te winnen. De MoU zou onderdeel worden van de cao.
In de MoU zijn zaken opgenomen die betrekking hebben op de verhoudingen tussen partijen en zijn er garanties opgenomen voor de medewerkers.
De directie heeft geweigerd om hierover te onderhandelen, omdat zij reeds een overeenkomst heeft opgesteld, waarin de Royal Bank en de Republic Bank al andere afspraken hebben gemaakt. De afspaken zijn gemaakt door het hoofdkantoor buiten Suriname. Hierdoor heeft het management en ook de vakbond in Suriname, geen invloed op het beleid. Aangezien het bedrijf is verkocht, heeft de vakbond met de directie van RBC Royal Bank afgesproken om zaken die reeds in onderhandeling waren af te ronden alvorens de overdracht aan RBL plaatsvindt. De onderhandelingen lopen al maanden en men rekt tijd tijdens het onderhandelen, omdat de overdracht aan RBL per 1 juli 2015 zal plaatsvinden.
Het betreft vooral de loonsverhoging en enkele andere punten uit de cao, zoals de medische voorzieningen, maar ook punten die in de cao zijn opgenomen, zoals de winstdeling en de pensioenen. De werknemers bij RBC Royal Bank hebben vanwege het gedrag van de directie te maken met een `pensioengat’. Wij verwachten dat er een dotatie (dus extra geld) nodig zal zijn om dit `gat’ te dichten, dus deze `reparatie’ uit te voeren.
Partijen hebben bij de Bemiddelingsraad verder onderhandeld, maar zijn er daar niet uitgekomen, daarom heeft de Bemiddelingsraad een oordeel uitgesproken, dat betekent dat de Bemiddelingsraad heeft besloten wat er verder moet gebeuren.
Ten aanzien van het primair loon, de medische en overige voorzieningen, heeft de Bemiddelingsraad een eindvoorstel gedaan, ook ten aanzien van de winstdeling en daar zijn onze leden tevreden mee. Ten aanzien van persioenen heeft de Bemiddelingsraad geen eindvoorstel gedaan, maar partijen aangegeven dat zij zich aan de regels moeten houden. Dat laatste houdt volgens onze uitleg in, dat er verder onderhandeld moet worden op grond van de procedure die is vastgesteld in de cao. Nu de datum van overdracht zo dichtbij is, zullen we er met het management van RBC niet meer uitkomen, daarom hebben de leden tijdens een Algemene Ledenvergadering aan het bestuur van de vakbond de instructie gegeven om via een advocaat de onderhandelingen met de RBC Royal Bank voort te zetten. De voorbereidingen voor de brief naar de RBC Royal Bank op Trinidad zijn bijna afgerond.
RBC Werknemers Organisatie