Justitia Pietas Fides MMDCCXCV

– Waarom. In een interview met de STVS – nieuwsdienst en/of anderen, heeft de vigerend voorzitter van de NPS aangegeven, dat de ‘structuren’ hem toestemming zouden hebben gegeven, op het door Bouterse uitgezette informatiepad door te kunnen gaan. Concluderend…, dat inmiddels ook ‘goed’ zou hebben gedaan. Daar bestaat natuurlijk grote twijfel over. In ieder geval heeft Gregory Rusland zich nu in een positie gemanoeuvreerd die niet bepaald aangenaam of benijdenswaardig te noemen is. Verkiezingen verloren, de partij geen juiste groeimedicamenten te hebben toegediend en nu met een ondervoorzitter te moeten dansen die ook nog ‘de neergang’, met een gecamoufleerde dolksteek, een aantal bestuursmomenten terug wil neerzetten of zelf inplanten. Maar waar is ondanks alles, de toegevoegde waarde dan toch gebleven? Door hedendaags meedoen aan het opnieuw positioneren van de man die de partij vanaf het rampjaar 1980 zoveel kwaad aandeed, enkel en alleen door primair de baddoek in het hok te gooien en de kosten van een VVV-avontuur te vermijden of argument aan te dragen…? Als men zou aangeven, dat men zo snel mogelijk een NDP-regering wil hebben om die snellius weer naar huis te kunnen sturen, kan de rationeler denkende kiezer en ‘grassroot NPS-er’ misschien gemotiveerder meegaan en overlevingskansen opzoeken. Maar wat nu wordt geprofileerd, is eigenlijk waar al jaren op wordt gewezen en voor werd gewaarschuwd. De levenslinke koers van toen een weifel mini-ster op NH, die BHP Billiton gefrustreerd deed vertrekken en als ondervoorzitter NPS, enkel het odium van “Kasteelbouwer in Noord” kon/mocht verwerven. Ook nu weer niet in staat gebleken, de partij uit een neergaande spiraal te trekken en tot consolidatie van wat er nog was over te mogen gaan. Een nadrukkelijk niet te stelpen publieke ruzie met ene Van Coblijn en het ook nog toelaten van allerlei minder shovel aanschuivende randfiguren, die etniciteit belangrijker achten, dan het nationale en multiculturele Surinamerschap, onvoorwaardelijk te verdedigen. Alles wat vandaag de dag gebeurt, heeft enkel de versnelling in overdrive gegooid en naar totale af-/ondergang aangezet. Maar voor het dan zover komt en is volbracht, heeft iedereen het ultieme en dus ook verworven ‘grondrecht’, om dat morbide gebeuren primair aan te kaarten, aan te zwengelen, aan te gegeven, voldaan te analyseren en steriel uitgekookt op te dienen. Ieder op zijn manier en een ieder daarbij in rechte gepositioneerd. Kortom…? Gregory Rusland moet het niet zoeken bij de critici. Eerder bij zichzelf en nu toch wel streven naar het onvermijdelijke moment, dat hij een visionaire tussenpaus(-in) ad interim kan benoemen. In samenspraak met het komende Congres…, want zo kan het echt niet verder. Verlenging van mandaat? In deze situatie? Houd toch op, man! Heeft Gregory in de grote wereld, even buiten Gainsville rondgekeken of toch weer helemaal niet? Voorbeeld…? Wanneer en in welk jaar op 03 Juli…, werd Santokhi voorzitter van de VHP en wat heeft hij tot nog toe kunnen bewerkstelligen en ook bereiken? Alleen dat voorbeeld al, zou genoegzaam moeten leiden naar loslaten van een (pseudo-)onafhankelijkheidsimago binnen ‘V7’, wat bepaald en absoluut niet door Rusland kon/kan worden gedragen. Hoog van een toren blazen, waarvan de fundamenten niet zijn bewapend en zich daarbij ook nog afvragen, waarom men in de derde week van Juni 2015 een bepaalde voorstelling van zaken geeft, heeft alles te maken met de ontkenning en ignoranties die Rusland helaas uitstraalt. Nederigheid is compleet zoek. Een persoon zou het niet eens zijn met de gang van zaken binnen de NPS? Als men goed kijkt en luistert naar de ‘protestant in spe’, dan zal/kan men ook gerust uitgaan van het feit, dat een zeer grote menigte bestaat, die het in ieder geval niet eens is met wat ene Waterberg nu wil braken. Een fenomeen wat ook van een amnestiepaskwil 2012, plotseling en ongevraagd een oerdegelijk restproduct wil maken. Waterberg vertegenwoordigt een onfatsoenlijke draaikont, die men bepaald niet in een glazenkast moet of mag loslaten. Een smeriger redenering, over de ‘wijziging amnestiewet 2012’, heeft men in ieder geval, heel lang niet in dit Suriname mogen aanhoren of teruglezen. Legitimatie van de amnestiepaskwil? Waar wanneer en hoe…? Hoe durft de pathetische man, zich daar eigenlijk nog over uit te laten? ‘Jopi popi…’, bij Bouta willen spelen? Zielig eigenlijk. Was überhaupt geen vooraanstaande issue, tijdens de verkiezingen in 2015. Heel gewoon om de ramp van 08 December 1982, ‘niet opnieuw’ te hoeven misbruiken. En ook dat weet Waterberg. Of men heeft het Volk bewust misleid en in stommiteiten doen ‘keloven’….? Of er is weinig moedwillig…, een megacerebrale degeneratie bij de draaikont ingezet. Waterberg in een glazenkast tegenkomen? Bel de brandweer…, want er komt geheid een knal aan residukortsluiting! Dat men zoiets heeft kunnen toelaten…, binnen de V7- verbanden blijft een volgende vraag.

– Een kieslijst. Hoe kiest men een staatshoofd en de secondant? Wie kiest de ministers op basis van een Human Resource Managementmatrix? Wie heeft daartoe eigenlijk en uiteindelijk…, het broodnodige aan verstandelijke impulsen van/voor, in huis…? Of krijgt men weer een korporaal dan wel pedagoog, op een puur technisch departement. Toch wel weer belast met ingenieuze publieke werken? Juist ja en lezen mee. Grondwet van de Republiek Suriname.

HOOFDSTUK X
DE NATIONALE ASSEMBLEE
EERSTE AFDELING
DE INRICHTING EN SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE ASSEMBLEE
Artikel 55
1. De Nationale Assemblée vertegenwoordigt het volk van de Republiek Suriname en brengt de souvereine wil van de natie tot uitdrukking.
2. De Nationale Assemblée is het hoogste orgaan van de Staat.
TWEEDE AFDELING
VERKIEZING VAN DE LEDEN VAN DE NATIONALE ASSEMBLEE
Artikel 56
1. De leden van De Nationale Assemblée worden gekozen voor een zittingsperiode van vijf jaren.
2. Deze zittingsperiode van vijf jaren mag slechts bij wet worden verlengd, in geval van oorlog of andere buitengewone omstandigheden, die het houden van een verkiezing verhinderen.
Artikel 57
1. De leden van De Nationale Assemblée worden rechtstreeks gekozen door de ingezetenen die de Surinaamse nationaliteit bezitten en de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt.
2. Iedere kiezer brengt slechts één stem uit.
Artikel 58
Van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten:
a. zij, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak het kiesrecht missen;
b. zij, die rechtens van hun vrijheid zijn beroofd;
c. zij, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens de beschikking of het beheer over hun goederen hebben verloren.
Artikel 59
Verkiesbaar zijn de ingezetenen die de Surinaamse nationaliteit bezitten, de leeftijd van eenentwintig jaren hebben bereikt en niet op de in het vorige artikel onder a en c genoemde gronden van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten.
Artikel 60
Alles wat verder het kiesrecht betreft, de instelling van een onafhankelijk kiesbureau en zijn bevoegdheden, de indeling van Suriname in kiesdistricten, de verdeling van de zetels van De Nationale Assemblée per kiesdistrict en de methoden, volgens welke de regeling van de zeteltoewijzing, worden geregeld bij wet. Deze wet dient met 2/3 meerderheid te worden aangenomen.
DERDE AFDELING
LIDMAATSCHAP VAN DE NATIONALE ASSEMBLEE
Artikel 61
1. De Nationale Assemblée bestaat uit 51 leden die per district op grond van algemene, vrije en geheime verkiezingen krachtens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging bij grootste gemiddelde en voorkeursstemmen worden gekozen.
2. Personen, die zich in een district kandidaat hebben gesteld ter verkiezing tot afgevaardigde naar De Nationale Assemblée moeten in het desbetreffende district wonen en hun hoofd- of werkelijk verblijf aldaar hebben en wel gedurende twee jaren voorafgaand aan de verkiezingen.
Artikel 62
De wet bepaalt voor welke ambten het lidmaatschap van De Nationale Assemblée non-activiteit tot gevolg heeft.
Artikel 63
Vervallen.
Artikel 64
De zittingsperiode van De Nationale Assemblée en die van de andere representatieve organen op plaatselijk en districtsniveau vallen zoveel mogelijk samen.
Artikel 65
Bij het aanvaarden van hun ambt leggen de leden de volgende eed of verklaring en belofte af:
“Ik zweer (verklaar), dat ik, middelijk noch onmiddellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, in verband met mijn verkiezing tot lid van De Nationale Assemblée aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven of beloven.
Ik zweer (beloof) dat ik, om iets hoegenaamd in dit ambt te doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige belofte of geschenken zal aannemen, middelijk of onmiddellijk.
Ik zweer (beloof), dat ik het ambt van Assembléelid nauwgezet zal vervullen.
Ik zweer (beloof), dat ik het welzijn van Suriname naar mijn beste vermogen zal bevorderen.
Ik zweer (beloof) gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan alle andere wettelijke regelingen.
Ik zweer (beloof) trouw aan de Republiek Suriname.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (Dat verklaar en beloof ik”).
Artikel 66
Uiterlijk binnen dertig dagen nadat de leden van De Nationale Assemblée zijn gekozen, komt dit orgaan in vergadering bijeen onder voorzitterschap van het oudste lid in jaren, en bij verhindering of ontstentenis door telkens het op één na oudste lid. In deze vergadering onderzoekt De Nationale Assemblée de geloofsbrieven van haar nieuwe leden en beslist over de geschillen, welke aangaande die geloofsbrieven of de verkiezing zelf opkomen, een en ander volgens regelen door de wet te stellen.
Indien er meerdere leden zijn, die in aanmerking zouden kunnen komen voor aanwijzing als oudste lid, beslist het lot wie van hen als de fungerende voorzitter optreedt.
Artikel 67
1. Het in het voorgaande artikel genoemde oudste lid legt, voorafgaande aan deze vergadering, in handen van de President de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af, waarna hij de overige vijftig leden beëdigt. Hierna gaat de vergadering over tot het kiezen van een voorzitter en een vice-voorzitter van De Nationale Assemblée, die onmiddellijk hun functies aanvaarden.
2. De voorzitter legt ten overstaan van De Nationale Assemblée, in handen van de fungerend voorzitter, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af.
3. Indien de fungerend voorzitter tot voorzitter wordt gekozen, legt hij ten overstaan van De Nationale Assemblée de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af in handen van de vice-voorzitter.
HOOFDSTUK XII
DE PRESIDENT
EERSTE AFDELING
ALGEMEEN
Artikel 90
1. De President is Staatshoofd van de Republiek Suriname, Hoofd van de Regering, Voorzitter van de Staatsraad en van de Veiligheidsraad.
2. Hij is verantwoording verschuldigd aan De Nationale Assemblée.
Artikel 91
1. De President en de Vice-President worden door De Nationale Assemblée voor vijf jaren gekozen. De ambtstermijn van de President eindigt bij de beëdiging van een nieuw gekozen President. Indien het ambt vacant wordt, begint voor de daaropvolgend gekozen President een nieuwe ambtstermijn.
2. Het bepaalde in het voorafgaand lid is van overeenkomstige toepassing op de Vice-President.
Artikel 92
1. Om tot President of Vice-President te kunnen worden gekozen moet een kandidaat :
– de Surinaamse nationaliteit bezitten;
– de leeftijd van dertig jaren hebben bereikt;
– niet uitgesloten zijn van het passief en het actief kiesrecht;
– geen handelingen hebben verricht strijdig met de Grondwet.
2. Voorafgaand aan zijn kandidatuur moet hij tenminste zes jaren woonplaats en hoofd- of werkelijk verblijf in Suriname hebben gehad.
Artikel 93
Bij de installatie leggen de President en de Vice-President ten overstaan van De Nationale Assemblée, in handen van de voorzitter, de volgende eed of verklaring en belofte af:
“Ik zweer (verklaar), dat ik middelijk noch onmiddellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, in verband met mijn verkiezing tot President van de Republiek Suriname (Vice-President) aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven of beloven.
Ik zweer (beloof), dat ik, om iets hoegenaamd in dit ambt te doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige belofte of geschenken zal aannemen zal aannemen, middelijk of onmiddellijk.
Ik zweer (beloof), dat ik bij de vervulling van het Presidentieel (Vice-Presidentiteel) ambt, de belangen van land en volk met al mijn vermogen zal voorstaan, waarnemen en bevorderen.
Ik zweer (beloof), dat ik de onafhankelijkheid en het grondgebied van de Republiek Suriname naar mijn vermogen zal verdedigen en bewaren, dat ik de algemene en bijzondere vrijheid en de rechten van allen zal beschermen en tot de instandhouding en de bevordering van de algemene en bijzondere welvaart alle middelen zal aanwenden, welke de wetten en de omstandigheden te mijner beschikking stellen, gelijk een goed en getrouw President (Vice-President) verschuldigd is.
Ik zweer (beloof) gehoorzaamheid aan de Grondwet en alle andere wettelijke regelingen.
Ik zweer (beloof) trouw aan de Republiek Suriname.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (Dat verklaar en beloof ik!)”.

Artikel 94
De President en de Vice-President oefenen naast hun ambt geen andere politiek-bestuurlijke overheidsambten uit, bekleden geen functies in het bedrijfsleven of in de vakbeweging en oefenen evenmin andere beroepen uit.
Artikel 95
De President en de Vice-President mogen rechtstreeks noch zijdelings deelhebber zijn in, noch borg zijn voor enige onderneming, ten grondslag hebbende een overeenkomst, om winst of voordeel, aangegaan met de Staat of met enig deel daarvan. Zij mogen, behalve openbare schuldbrieven, geen schuldvorderingen ten laste van de Staat bezitten.
Artikel 96
De President en de Vice-President mogen rechtstreeks noch zijdelings deelhebber zijn in enige concessie of onderneming van welke aard dan ook, in Suriname gevestigd of aldaar haar bedrijf uitoefende.
Artikel 97
1. De President mag niet in de betrekking van huwelijk of bloedverwantschap of aanverwantschap, tot de tweede graad ingesloten staan tot de Vice-President, de ministers, de onderministers, de leden van de Staatsraad en de voorzitter, ondervoorzitter en leden van het orgaan dat belast is met het toezicht en de controle op de besteding van staatsfinanciën.
2. Hij, die na zijn verkiezing in de verboden graad van aanverwantschap geraakt, behoudt zijn ambt niet dan na bij de wet verleend verlof.
Artikel 98
Het ambt van de President wordt waargenomen door de Vice-President:
a. indien de President buiten staat is verklaard zijn bevoegdheden uit te oefenen;
b. indien de President de uitoefening van zijn bevoegdheden tijdelijk heeft neergelegd;
c. zolang de President ontbreekt of afwezig is;
d. indien in het geval voorzien in artikel 140 een vervolging tegen de President wordt ingesteld.

– Excerpt. Tot zover een excerpt uit de Grondwet van de Republiek Suriname. Zien waar men zich aan gehouden heeft, tussen 1987 en het heden van 2015. Terug te vinden op: https://nl.wikisource.org/wiki/Grondwet_van_Suriname http://www.gov.sr/documenten/beleid.aspx https://nl.wikipedia.org/wiki/Grondwet_van_Surinamehttp://pdba.georgetown.edu/Constitutions/Suriname/dutch.html .

– Econ-definities: Inflatie – Inflatie is een algehele stijging van het prijspeil. Inflatie wordt ook wel geldontwaarding genoemd. Het gevolg van inflatie is dat je voor hetzelfde geld minder kunt kopen. Men spreekt dan van een daling van koopkracht. Devaluatie: Om te leren wat devaluatie betekent, moet je eerst wat meer weten over wisselkoersen. Als gevolg van vraag en aanbod naar valuta stijgt of daalt een wisselkoers. Een stijging van de wisselkoers heet appreciatie en een daling depreciatie. Landen maken onderling ‘vaak’ afspraken over de hoogte van de wisselkoers. Zo weten landen die onderling veel handel met elkaar drijven, waar ze aan toe zijn. Wanneer landen voor een lange tijd zeker weten tegen welke prijs valuta omgewisseld kunnen worden, is er sprake van een ‘vaste wisselkoers’. Wanneer landen geen afspraken maken en de hoogte van de wisselkoers volledig overlaten aan de markt, is sprake van een ‘zwevende wisselkoers’. Bij afspraken over een vaste wisselkoers heet de vastgestelde koersverhouding tussen twee valuta ‘de spilkoers’. Meestal worden afspraken gemaakt over een maximale appreciatie en depreciatie ten opzichte van de spilkoers. De maximaal toegestane afwijking van de spilkoers heet ‘de interventiekoers’. Wanneer twee landen besluiten om de vastgestelde koersverhouding te verhogen, is sprake van: ‘revaluatie’. Een afspraak om de spilkoers te laten dalen heet ‘devaluatie’.

Justitia Pietas Fides MMDCCXCV

More
articles