Met de ingebruikname van het Surinaams Leger Museum, dat zal dienen als bron van educatie, spreekt de president van Suriname, Desiré Bouterse van een heugelijke dag voor het Nationaal Leger. Na de eerste steenlegging op 15 december 2014 ging vandaag de lang gekoesterde wens voor een museum van het Nationaal Leger in vervulling. Na de nodige toespraken en felicitatieboodschappen ging men over tot het onthullen van een naambord en het knippen van lintjes bij de opening van het museum.
Het staatshoofd tevens opperbevelhebber van het leger, kreeg een feestelijke introductie om zijn toespraak te voeren. Volgens de president is het goed dat de militairen een museum hebben. “ Het is heel erg belangrijk om onze geschiedenis vast te leggen om van daaruit te kunnen constateren waar men staat en hoe verder een weg uit te stippelen voor de toekomst.” Hij gaf verder aan dat de bevelhebber van het Nationaal Leger, Ronny Benschop, de opdracht gehad heeft om het leger terug te brengen naar een corbusiness. “ De totstandkoming van het museum toont aan dat we goed op weg zijn. Laten we meer verbeteringen brengen om te komen tot een solide basis waar jongeren van kunnen genieten.” Het museum wordt ook wel de bron van educatie genoemd. Studenten en kadetten kunnen daar terecht voor de geschiedenis, terwijl aankomende wetenschappers er ook terecht kunnen voor hun afstudeeries als het met iets van het leger te maken heeft. Dit geeft dus aan dat het museum niet alleen toegankelijk is voor militairen, maar voor de totale gemeenschap. Het museum staat op het terrein van de Memre Boeke Kazerne.
Bevelhebber Ronny Benschop gaf aan dat er een beperkt overheidsbudget was. Er zijn toen brieven geschreven naar directeuren van grote bedrijven, vooraanstaande banken en ook multinationals. “Helaas hebben deze eerder genoemden niets van zich laten horen”, zegt de bevelhebber. Het Nationaal Leger had maar SRD 37.000 aan contanten om dit project uit te voeren, maar had het project niet bij het ministerie ingediend, omdat ze de omstandigheden kennen. Ondanks dat, is men doorgegaan en heeft men toch besloten te starten met de bouw. “ Waar een wil is, is een weg en wat dit leger getoond heeft is wat men noemt focus op het eindresultaat”, aldus Benschop. Hij geeft verder aan dat het museum SRD 635.000 gekost heeft en een deel van de inventaris, namelijk het buitenlands deel, een waarde heeft van SRD 210.000. Met tussenkomst van het familiebedrijf Benschop is het gelukt om de kosten te dekken. Deze zullen terugbetaald worden. Het museum is vanaf maandag aanstaande tussen 08:00 uur en 14:00 uur open.
