Met het oog op de komende Moederdag aanstaande zondag, kan gesteld worden dat de plaats die de moeders in ons land innemen, toe is aan een drastische verandering. Dit blijkt uit het enkele dagen uitgekomen ‘State of the World’s Mothers’ Report 2015’. Dit rapport heeft 179 landen op basis van een aantal criteria gerangschikt, waaruit blijkt dat Suriname ten opzichte van 2014, dit jaar achteruit is gegaan van plek 99 naar plek 108. Daarbij komt tevens naar voren, dat de Surinaamse kraamzorg ten opzichte van andere landen nogal te wensen overlaat en dat er een relatief hoog risico aanwezig is voor moedersterfte tijdens de bevalling en dat ook de mortaliteitscijfers van baby’s en kinderen onder de vijf jaar enorm hoog liggen. Opgetekend wordt dat 1 op de 320 vrouwen in het kraambed sterft en dat op de 1000 kinderen 22,8 nog vóór het bereiken van het vijfde levensjaar sterven. Het rapport heeft ook studie gedaan naar de economische status van moeders en de betrokkenheid van vrouwen in de hoogste politieke organen. Wat het laatste aangaat, is anno 2015 het percentage van vrouwen in het parlement 11,8. Volgens de internationale organisatie is er een onlosmakelijk verband tussen het welzijn van vrouwen en hun kinderen.
Een moeder die goed leeft en gezond is, is het beste voor een kind en dit blijkt ook uit de top-drie landen die de landenindex aanvoeren. Het gaat achtereenvolgens om de Noord-Europese landen Noorwegen, Finland en IJsland, die bekend staan om hun voortreffelijke voorzieningen op het gebied van gezondheidszorg en educatie.
Vrouwen worden in deze landen ruimschoots geaccommodeerd en jonge vrouwen, die al dan niet moeder zijn, krijgen de nodige incentives als het gaat om onderwijs of de arbeidsmarkt. Het rapport maakt er voorts melding van, dat de Surinaamse vrouw gemiddeld dertien jaar formele educatie geniet. Er wordt voor gepleit dat er in ontwikkelingslanden meer aandacht wordt besteed aan onderwijs, gezondheidszorg en de economische situatie van moeders. In Suriname vervullen veel vrouwen onder erbarmelijke omstandigheden hun moederrol. Het gaat daarbij veelal om alleenstaande moeders met een groot aantal kinderen. De mannen die de kinderen verwekt hebben, zijn nergens te bekennen en de vrouwen zijn dan ook genoodzaakt meerdere betrekkingen te hebben. De vicieuze cirkel wordt daarenboven elke volgende generatie voortgezet, omdat ook de dochters vaak niet in staat blijken om aan adequate gezinsplanning te doen. De kloof tussen arm en rijk, in zowel arme als rijke landen, bepaalt overigens of miljoenen kinderen de leeftijd van vijf jaar halen. “Voor baby’s die in een grote stad geboren worden, is het een survival of the richest (de rijkste overleeft)”, concludeert ontwikkelingsorganisatie Save the Children. De tien ontwikkelingslanden met de grootste overlevingskloof zijn Bangladesh, Cambodja, Ghana, Kenia, India, Madagaskar, Nigeria, Peru, Rwanda en Vietnam. De 10 rijke steden die het slechtst presteren, van 25 onderzochte steden, zijn Washington DC (VS), Wenen (Oostenrijk), Bern (Zwitserland), Warschau (Polen) en Athene (Griekenland). Op grond van vijf criteria – moedergezondheid, welzijn van kinderen, opleidingsstatus, economische status en politieke status – concludeert Save the Children dat de omstandigheden voor moeders in de slechts presterende landen dramatisch zijn. Deze landen, die voor het overgrote deel in Azië en Afrika liggen, hebben moeite met de basisinfrastructuur voor gezondheidszorg en welzijn. “Gemiddeld overlijdt in deze landen één op de dertig vrouwen aan complicaties bij de zwangerschap. Eén op de acht kinderen sterft voor de vijfde verjaardag”, wordt aangegeven. Wereldwijd daalde het sterftecijfer onder kinderen tot vijf jaar in de afgelopen jaren van 90 naar 46 per duizend geboorten. Deze cijfers verhullen volgens Save the Children echter het feit dat de overlevingskans sterk verband houdt met de welvaart in een gezin, en gaan niet specifiek in op de ongezonde levensomstandigheden in sloppenwijken. Het rapport noemt ook enkele succesvolle oplossingen die regeringen introduceerden om de moeder- en kindersterfte te verminderen en de kloof tussen arm en rijk te dichten.