Vergeleken met een jaar geleden, zijn de financiële en andere omstandigheden van zeven op de tien kiezers in Paramaribo niet beter geworden. Voorts is 15% van de stemgerechtigden in dit kiesdistrict nog altijd niet verzekerd tegen ziekte en geeft van degenen met een Basiszorgverzekering, maar liefst 33% aan, dat die of niet goed werkt of dat het moeilijk is om hierover een uitspraak te doen. Dit kan worden gedestilleerd uit de dinsdag jongstleden vrijgekomen resultaten van een opiniepeiling die het onderzoeksbureau NGO Instituut voor Kader Ontwikkeling in Suriname (NIKOS) in de twaalf stedelijke ressorten heeft verricht in de periode 25 februari tot 6 maart. Volgens dit bureau, vindt 30% van de Paramaribose kiezers dat hun economische situatie slechter is geworden, hetgeen 8% meer is dan de resultaten van een eerder gehouden NIKOS-peiling in Commewijne. Voor 40% van de ondervraagde stedelingen is er een status quo als hun geldelijke stand van zaken in ogenschouw wordt genomen (44% Commewijne). Voor 30% van de bewoners in de hoofdstad en voor 36% in het district Commewijne is er wel een verbetering opgetreden in hun pecuniaire aangelegenheden. Het onderzoeksbureau is ook nagegaan wat de burger vindt van de Surinaamse economie, hieruit blijkt dat 20% zeer ontevreden is, 23% een beetje ontevreden, 47% een beetje tevreden en 11% zeer tevreden. Met betrekking tot verzekering tegen ziekte, komt uit een enquête onder 727 respondenten naar voren dat 15% van de stadsbewoners nog altijd niet verzekerd is, 15% sociaal verzekerd is vanwege de status ’on – en minvermogenden’, 12% een Basiszorgverzekering heeft en 59% particulier of SZF-verzekerd is. Naast een eerder vermeld enquêteresultaat, dat 15% van de stedelingen vanwege het niet-verzekerd zijn, feitelijk in overtreding zijn van de Wet Basiszorgverzekering, is ook onderzocht wat de ervaring is van degenen met een Basiszorgverzekering. Ruim 67% van de respondenten met zo’n verzekering gaf aan dat die goed werkt, 11% dat die niet goed werkt en kon 22% moeilijk zeggen of die goed werkt. ‘Is uw woonplezier gestegen of gedaald de afgelopen jaren?’, was een andere vraag die de geënquêteerden voorgeschoteld kregen. Ruim 15% woont nu minder prettig als voorheen, voor 44% is de situatie hetzelfde gebleven en 40% is juist prettiger gaan wonen. In het opinieonderzoek werd aansluitend op deze vraag nagegaan wat de belangrijkste redenen zijn voor (meer of minder) woongenot. Respondenten die aangaven dat ze nu prettiger wonen, beargumenteerden dat de oorzaak gelegen was in: de leuke, rustieke woonomgeving (43%), infrastructuur, ligging (18%), de wijk die levendiger is geworden (13%), het feit dat men in de buurt geboren is of er aan gewend is (11%), geen last van buren (10%) heeft en de veiligheid (4%). Ondervraagden die aangaven dat ze nu minder prettiger wonen verklaarden dat dit komt doordat: de buurt minder leuk is geworden (28%), criminaliteit/drugs (27%), drukte en lawaai van onder meer het verkeer (12%), last van buren (12%), teveel winkels en dergelijke (10%) en slechte infrastructuur (5%). Het onderzoeksbureau NIKOS van Martin Schalkwijk verricht in diverse districten in samenwerking met Apintie Televisie opiniepeilingen en verwerkt momenteel de enquêteresultaten van kiesdistrict Wanica.