Momenteel is in Suriname mijn oude vriend Moti Marhé. Moti heeft Nederlands en Hindi gestudeerd aan de Rijksuniversiteit in Leiden en ik archeologie. Op 5 juni 1978 . dus 37 jaar geleden, hebben Moti en ik de brochure samengesteld: Mathura, Ramjanee en Raygaroo; verzet tegen uitbuiting en onderdrukking in Suriname’ . Ik heb het bronnenonderzoek gedaan en Moti heeft de tekst geredigeerd. In deze brochure schrijft Moti heel duidelijk dat het is geschreven ‘…voor baba en mai…’
Later krijgt het monument dezelfde naam naar aanleiding van de herdenking van 120 jaar Hindostaanse Immigratie. De naam Baba en Mai is dus van de Neerlandicus/ Sarnamikenner drs. R.M. Marhé (meer bekend als Moti Marhé) en de term ‘Baba en Mai’ is door mij overgenomen toen het monument hier werd gemaakt.
Nu, 37 jaar later, wil ik de makers van het monument ter nagedachtenis van de slachtoffers van 30 juli 1902 op Mariënburg, vragen ons te vertellen waar al die namen die op het monument staan vermeld, vandaan komen? Ik heb nergens een bron kunnen vinden!
Ik zal ook aan de de historicus drs. Maurits S. Hassankhan en de wetenschap-pelijke publicist drs. Sandew Hira, om advies vragen. Zij zijn immers de makers van het ‘Namenboek 1873-1916’ van 1998, getiteld ‘Hindostaanse immigranten in Suriname’.
Wij willen dit heel graag weten, omdat wij niet aan de indruk kunnen ontkomen,dat al die namen op het monument zijn verzonnen . In 1902 hadden de meeste Hindostaanse contractarbeiders in Suriname al een voornaam en een familienaam en die namen wil ik ook op het monument zien.
Ingezonden: Benjamin S. Mitrasingh