Vervolging Edgar Ritfeld voor een jaar geschorst

De Krijgsraad heeft bepaald dat de strafzaak tegen Edgar Ritfeld in het 8 December-strafproces, voor maximaal een jaar wordt geschorst. Auditeur-militair, Roy Elgin, had tijdens de zitting van 2 februari jongstleden reeds geopperd de vervolging van Edgar Ritfeld voor maximaal een jaar te schorsen, tevens gaf de Krijgsraad aan meer tijd nodig te hebben om een gedegen antwoord te formuleren op het verzoek van de eisers. Vandaag ging de Krijgsraad dus in op het verzoek van de auditeur-militair om de vervolging met maximaal een jaar te schorsen. De gewijzigde Amnestiewet en de afwezigheid van een Constitutioneel Hof, zijn feitelijk de spelbrekers bij de hervatting van de strafzaak van Ritfeld. Deze verdachte en diens raadsman, Gerold Sewcharan, waren vandaag overigens afwezig in het Gerechtsgebouw te Boxel. Tijdens de zitting van een maand geleden, bleek dat een aantal prealabele vragen beantwoord moest worden voordat de vervolging kon worden voortgezet. Er moet worden nagegaan of de Amnestiewet in strijd is met de Grondwet, hetgeen getoetst moet worden door een Constitutioneel Hof, dat echter nog niet ingesteld is.
Daar de nabestaanden zich mogen voegen in het strafproces tegen de verdachte Ritfeld, hebben ze een schadevordering tegen hem ingediend als een vehikel om in het rechtsproces te blijven. De schadeclaim moeten ze wel indienen voordat de rechter vonnis uitspreekt, terwijl de claim slechts kan worden toegekend als Ritfeld schuldig wordt bevonden. De advocaat van de nabestaanden van de slachtoffers van 8 december, heeft twee documenten aan rechter Cynthia Valstein-Montnor overhandigd, ter voorbeeld van eerdere internationale vonnissen die tegen de Staat Suriname zijn uitgesproken. Het gaat om mensenrechtenschendingen in de zaak Aloe-boetoe en Moiwana. Indien Ritfeld schuldig zou worden bevonden, zou een bedrag vastgesteld moeten worden naar maatstaf van het Interna-tionaal Strafhof, welke voor de nabestaanden redelijk en billijk geacht kan worden. De auditeur-militair heeft de bewijslevering en de ‘hoe grootheid’ van geleden schade echter van zich afgeschoven. Naar zeggen van de jurist Essed, wordt in dit kader te krampachtig vastgehouden aan hoe Surinaams recht en internationaal recht, waar ons land zich aan gecommitteerd heeft, toegepast moeten worden.

More
articles