CCK boodschap naar verkiezingen

Dank de Heer uw God voor het goede landdat hij u gegeven heeft
(Deuteronomium 8: 10)

We zullen het allemaal wel met elkaar eens zijn: we leven in een schitterend land, een waar paradijs. Prachtige rivieren, bossen, savannes, machtige landschappen, een uiterst vruchtbare bodem met delfstoffen in de grond, en mogelijkheden te over om het voor iedereen een goed land te laten zijn om in te wonen. Met ongeveer zulke woorden wordt ‘het beloofde land’ in de Bijbel geprezen (Deuteronomium 8: 7v.). Per jaar komen duizenden mensen uit het buitenland hierheen om ons mooie land te bewonderen. Het is goed als wij dan beseffen, dat dit ons ‘beloofde land’ is. Suriname is een gave van God aan ons, een genade. Dat we hier mogen leven is dus niet vanzelfsprekend! Nu, enkele maanden voor de verkiezingen, is het goed dat we dat tot ons laten doordringen.
In de komende brieven die het Comité Christelijke Kerken (CCK), zal sturen naar de gehele Surinaamse bevolking, gaat de aandacht voornamelijk uit naar de leiders die wij zullen gaan kiezen: naar de kwaliteiten die zij moeten bezitten als zij erin willen slagen om ons te leiden, en ons als volk te vertegenwoordigen en naar de maatstaven die wij bij onze keuze moeten hanteren als die verantwoord wil zijn.
Nu is het moment aangebroken dat wij de blik richten op onszelf. Niet als kiezers, maar als bewoners van dit land. Niet alleen de leiders immers hebben verantwoordelijkheden; ook wij als burgers hebben die. Schelden en mopperen op onze leiders – die wij zelf in die positie hebben gebracht – leidt vaak de aandacht af van de verantwoordelijkheden die wij als burgers hebben.
Velen van ons zijn trots op ons land; en terecht! Het is dus zaak dit paradijselijk land paradijselijk te houden. Dat wil zeggen, dat wij op een zorgvuldige manier met deze gave van God omgaan. Dat is de eerste opdracht die wij als burgers hebben. Als onze Schrift vertelt over de schepping van de wereld en van de mens, dan lezen we het verhaal over God die een tuin plant, een paradijselijke tuin. En die tuin, ons Suriname, is aan ons gegeven, maar daarbij krijgen we de opdracht om hem te bewerken en erover te waken (Genesis 2: l5). Die opdracht hebben niet alleen onze leiders die opdracht heeft ook iedere burger, en van ons allen vraagt dat een grote zorgvuldigheid in ons dagelijks leven. Die zorgvuldigheid leggen we niet aan de dag als wij petflesjes uit het raam van een rijdende bus of auto gooien, of als wij dode honden in vuilniszakken op lege percelen achterlaten; of kreken en rivieren vergiftigen met kwik; of onze bossen rooien zonder zorgvuldig erop toe te zien dat het bos zich weer kan herstellen. Die zorgvuldigheid laten we zien in de manier waarop wij met onze kinderen omgaan, en daarin een fundament leggen voor de toekomst van ons land; in de manier waarop wij de relatie met onze partner en met anderen onderhouden; in de wijze waarop wij omgaan met onze directe woonomgeving; in ons gedrag in het verkeer. Daarin laten we zien dat wij niet alleen trots zijn op ons land, maar ook op onszelf!
Wij moeten ook onze onderlinge relaties bewaken. Een van de charmes van Suriname, die buitenlanders zo aantrekkelijk vinden, is de grote verscheidenheid aan etnische groepen die het volk van ons land uitmaken. Aan die verscheidenheid lezen we onze geschiedenis af. Normaal gesproken leven wij in harmonie met elkaar. Kleine irritaties over verschillende manieren van leven, vormen voor ons geen echt probleem. Er is over het algemeen een grote verdraagzaamheid tussen onze verschillende etnische groepen, die elkaar inderdaad herkennen als behorend tot één volk. In tijden van verkiezingen blijkt echter dat onverantwoordelijke kandidaat-leiders deze etnische en culturele verschillen misbruiken om hun eigen politieke posities te versterken, door onderling wantrouwen aan te wakkeren, en de ene groep Surinamers tegen de andere op te zetten. Ons paradijs bewaken houdt dan ook ondermeer in, dat wij dergelijke kandidaat-leiders resoluut van de hand wijzen en daarom nog bewuster omgaan met onze kostbare stem. Tot ons paradijselijk Suriname hoort immers ook: ‘Hoe wij hier ook samen kwamen, aan zijn grond zijn wij verpand’. Aan de grond en aan elkaar, ons in genade door God gegeven.

Enkele bijbelteksten over ‘het land’:
* Jeremia 7: 7
* Ezechiël 37: 25-26
* Deuteronomium 11: 11-12
* Leviticus 25: 35-38
* Micha 2: 1-3
Dit meldt het CCK middels een persbericht.

More
articles