Het instrument van voorkeurstemmen

Bij de aanstaande verkiezingen wordt de volkssoevereiniteit beter gediend als het instrument van voorkeurstemmen wordt gehanteerd. Een voordeel dat het voorkeur stemmen met zich meebrengt, is dat groepen met een maatschappelijke achterstand, bijvoorbeeld vrouwen, hun exponenten extra kunnen ondersteunen bij zowel de verkiezing van de assembleeleden als de ressortraadsleden. Dit kwam gisteravond naar voren tijdens de lezing `Tel echt mee; stem met voorkeur!!! Het principe van voorkeurstemmen nader bekeken’, die dr. Hans Breeveld hield in het kader van de lancering van de bewustwordingscampagne van het Vrouwen Parlement Forum (VPF) dat er meer vrouwen nodig zijn in besluitvormingsposities. Breeveld accentueerde de noodzaak van voorkeurstemmen ter ondersteuning van de volkssoevereiniteit en als antwoord van de kiezer op onvoldoende interne partijdemocratie, mede gelet op het feit dat partijcongressen vaak volgens het principe van rubberstempel te werk gaan. Een voorkeurstem kan een correctie zijn op een ondemocratisch besluit van partijen, het kan tevens een hart onder de riem van politici zijn die het goed doen, personen met potentie, of degenen die een afwijkende mening durven te ventileren. Naar zeggen van Breeveld, kunnen partijissues weliswaar mooi zijn, maar het zijn de personen die ze moeten helpen realiseren. De politicoloog bracht voorts in herinnering dat Marijke Djwalapersad in 1991 op de onverkiesbare plaats 7 stond bij de verkiezingen voor De Nationale Assemblee. Hoewel het Nieuw Front (NF), waar haar VHP deel van uitmaakte, vijf zetels binnenhaalde, kon Djwalapersad dankzij haar 3835 voorkeurstemmen toch DNA-lid worden; het NF haalde immers 19.032 stemmen, waardoor de lijstkiesdeler 3806 was. Breeveld wees er op dat in 1987 Jaggernath Lachmon feitelijk ook met voorkeurstemmen was binnengekomen. Hij gaf tenslotte als aanbevelingen dat een onafhankelijke verkiezingsautoriteit moet worden ingesteld en dat politieke partijen er naar toe moeten werken permanent functionerende organisaties te zijn. Voorts zouden er liever lijstverbindingen in plaats van pre-electorale combinaties moeten worden gemaakt, de financiering van politieke partijen zou ernstig onder de loep moeten worden genomen, en verkiezingscampagnes zouden drie maanden voor de verkiezingen moeten starten met de presentatie van hun verkiezingsprogramma’s. Met betrekking tot de toelating van partijen in verkiezingen, prefereert Breeveld in plaats van de zogeheten 1% regeling liever het betalen van een waarborgsom. De politicoloog laakte overigens tijdens verkiezingstijd: negatieve campagnevoering, het fenomeen van geen of onvoldoende issues en het preponderant zijn van schijntegenstellingen.

More
articles