In het artikel `Houding OW riekt naar asociale koloniale onderdrukking’, zoals verschenen in `Dagblad Suriname’, d.d. 24 januari 2015, wenst het ministerie van Openbare Werken middels dit bericht als volgt te reageren. In het bewuste artikel wordt het ministerie van Openbare Werken verweten dat haar betalingsgedrag riekt naar onderdrukking van lokale aannemers. In dit kader wenst het ministerie het volgende te stellen: De ter beschikkingstelling van de begrotingsmiddelen geschied volgens vastgestelde wetten en procedures. Niet alleen voor het ministerie van Openbare Werken, maar voor alle ministeries geldt dat de begroting uitgevoerd kan worden na goedkeuring door De Nationale Assemblee, bekrachtiging door de president en afkondiging in het Staatsblad. Ondanks de aanname van de begroting, kan het ministerie op zich zelf niet overgaan tot automatische bestedingen dan wel directe betalingen aan haar dienstverleners, waaronder ook de aannemers te verstaan. Binnen het betalingsproces (bestedingsproces) moet het ministerie rekening houden met:
De Comptabiliteitswet waarbij artikel 16 stelt dat over de gelden kan worden beschikt nadat de minister van Financiën de kredieten of autorisaties heeft verleend
Het besluit, waarbij de minister van Financiën de zorg heeft over het algemeen beheer van alle staatsgelden
De begrotingswet artikel 2 dat zowel de ministers van Financiën en Openbare Werken belast zijn met de uitvoering van de begrotingswet.
Dit betekent dat zowel het ministerie van Openbare Werken als het ministerie van Financiën verantwoordelijk is voor het voldoen aan de betalingsverplichtingen. Het ministerie van Openbare Werken heeft als belangrijkste taak in deze het volledig presenteren van de data aangaande betalingen c.q uitgaven. Afhandeling en uitbetaling van declaraties geschied volgens interne procedures en instructies van het ministerie van Financiën. Op diverse momenten dient adequaat en nauwkeuring verificatie te geschieden voor wat betreft de rechtmatigheid en doelmatigheid van de declaratie en de beschikbare middelen. Na indiening en beoordeling door daartoe bevoegde supervisors en directie wordt een goed onderbouwde aanvraag ingediend bij het ministerie van Financiën, dat na eigen toetsing autorisatie verleent. Hierop volgt de betaalbaarstelling middels bestelbon /reçu procedure door het ministerie van Openbare Werken, waarna de betaalstukken ter voldoening worden aangeboden aan de Centrale Betaaldienst van het ministerie van Financiën. Het ministerie van Openbare Werken heeft in het traject voor het voldoen van de declaraties geen of nauwelijks betrokkenheid, daar dit het ministerie van Financiën regardeert. Zaken afhandelen buiten deze procedure is dus niet mogelijk en er kan stellig worden vermeld dat voor alle dienstverleners het principe van `gelijke monniken gelijk kappen’ wordt gehanteerd.
Vanwege de aard van het ministerie, worden dagelijks declaraties ingediend en verwerkt door de verschillende directoraten van het ministerie. Het ministerie heeft in 2014 ruim 2786 declaraties ontvangen en verwerkt. Het ministerie streeft er niet alleen naar, maar is er ook voorstander van om een redelijke betalingstermijn te hanteren in samenwerking met het ministerie van Financiën. Transparantie is hierbij van groot belang. Het is derhalve ook een instrument van het ministerie om te komen tot een optimaal betalingsgedrag. In dit kader wordt ook in acht genomen het Staatsbesluit van 17 augustus 2011, houdende de vaststelling van het Aanbestedingsreglement voor Werken in Suriname 1996 (AWS 199) en de Uitvoeringsvoorwaarde voor Werken in Suriname 1996 (UWS 1996), waarin de termijnen voor afhandeling van betalingen zijn opgenomen. Dit maakt het ministerie van Openbare Werken bekend via een persbericht.