Een 40-jarige man, Clyde M., verscheen voor de kantonrechter terzake de wet verdovende middelen. Op 20 november 2014 werd er in Marowijne, alwaar de man woon- en werkachtig is, een speciale geheime actie door de politie uitgevoerd. Als onderdeel daarvan vonden er diverse controle-handelingen plaats. Bij de beklaagde werd er 148 gram verwerkte cocaïne en 51 gram hennep aangetroffen. Hij bekende direct op de hoogte te zijn van het spul in zijn broekzak en auto. Echter beweerde hij dat de cocaïne van een vriend van hem was die het weer zou ophalen. De hennep was van hem omdat hij gebruiker is. Hij merkte op dat hij wel op de hoogte is van het verbod op bezit van het spul, maar hij zag er niet tegenop het bij zich te hebben, omdat hij, noch zijn vriend, verkopers zijn, doch alleen gebruikers. Geld dat bij hem is aangetroffen, behoort volgens hem aan hem toe vanwege hosselwerk dat hij doet. Hij kon geen aannemelijke verklaring geven voor het verpakkingsmateriaal dat in de tas met de cocaïne van zijn vriend is aangetroffen. Tot nu toe heeft hij geen gegevens van zijn vriend kunnen prijsgeven, hij verklaarde alleen dat hij hem als `Bano’ kent, en dat ze elkaar altijd op de hoek thuis bij hem tegen komen. In de eerste week van februari gaat deze zaak weer voor, de beklaagde blijft aangehouden.