In de meest recente halfjaarlijkse uitgave van het tijdschrift ‘Wi Rutu’ van de Stichting voor Surinaamse Geneaologie (SGS), is onder meer aandacht geschonken aan Chinese numerieke namen in Suriname en het distributiepatroon der Chinese contractarbeiders. De schrijver, William L. Man A Hing, maakt in het eerste artikel er gewag van dat bij de groepen aangevoerde contractarbeiders uit Hong Kong (1868-1869) er talrijke personen zijn aangetroffen met een getalsnaam. Als voorbeelden haalt hij aan: Tjon-Oong-Moi, waarbij Oong-Moi verwijst naar ’vijfde meisje/dochter/zusje’; Liem-Sam-Moi, Than-Sam-Mai en Sam-Amoi, waarbij Sam-Moi , Sam-Mai en Sam-Amoi verwijzen naar ‘derde meisje/dochter/zusje’, Him-Sam-Kiau, waarbij Sam-Kiau verwijst naar `derde gratie’; Wong-Sam-Paw, waarbij Sam-Paw verwijst naar ‘derde schat’. In het tweede artikel geeft Man A Hing een overzicht waaruit blijkt dat de Chinese contractarbeiders op veel meer plaatsen dienst hebben gedaan dan doorgaans wordt aangenomen. Behalve op verschillende plaatsen waren zij ook te vinden in de nederzettingen Albina, Paramaribo en Nickerie. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de lijst die gebaseerd is op de registers van de Chinese immigranten, alleen de plaatsen uit de primaire contractsperiode vermeldt. Niet uitgesloten moet worden geacht dat de contractanten na afloop van hun eerste termijn met eventuele verlenging ook bij andere werkgevers emplooi hebben gevonden. In ‘Wi Rutu’ jaargang 14/ nummer 2 van december 2014, zijn naast de twee artikelen van Man A Hing, ook de volgende tekorten opgenomen: ‘Een zeer geslaagde Konmakandra 8 november 2014’ door Paul Koulen, ‘Tentoonstelling Joods Historisch Museum Amsterdam’ door Jean Jacques Vrij, ‘Verhalen op Keti Koti Rotterdam’ door Marjan Beijering, ‘Stemgedrag Nederlandse politiek en afschaffing slavernij’ door Okke ten Hove en ‘Boekrecensie’ door Henk Dijs. Door de redactie van het tijdschrift is tenslotte een ‘Literatuur voor u gesignaleerd’ samengesteld.