Justitia Pietas Fides MMDCLXII

– Chaos. Met de terugkeer van DC Jerry in Noord en de creatie van een eigen mooi aircodistrictskantoor aan de Sommelsdijckstraat, is het simultaan ook nog wel gedaan met de neusvleugels van menig bewoner in de wijk Ma Retraite I, II en III. Daar zorgt de stink BarbeQ.-tent aan de Plutostraat en een dependance van Roopram in Elizabeth’s Hof, wel weer gelegenheidbelast voor. Het is wederom godgeklaagd, met de gewraakte openluchtrestauraties die de atmosfeer en luchtkwaliteit in de noordelijke woonwijken al om 07.00 uur v.m. bepalen. ‘Jerry styling, so bun. Full blast…, tingi smoko!’. Was dan maar in het bos van de Para blijven hangen. Want dit is natuurlijk zeer verdachte rommel.

– EBS. Dovemansoren lijkt het wel en de zichzelf opgeworpen overlegorganen, hebben de deuren van vergaderruimten afdoend geluiddicht getimmerd. Naarendorp styling, beta!

– Staatsolie. Wat is daar precies aan de hand. Moet men winsten vooruit afdragen, in de vorm van voorschotdividenden? Omdat de Staat buitensporige ‘commitments’ is aangegaan die het verdere exploratie- en exploitatieveld aantasten/dwarsbomen? Is daarom de regering, door Bouterse bijeengeroepen? Lijkt van wel. Goudopbrengsten zouden ook in verzamelhuis/-kluis terecht komen en als lening naar EBS worden getransfereerd? Er wordt bij het leven geschoven met vermogens van het Volk en de lekkage wordt alsmaar groter. Men kan schuiven wat men wil. De Staat lijkt meer dan failliet te zijn gegaan. ‘Maduro – styling and lessons learned well…, in Caracas!’.

– China. Het lijkt er veel op, dat de Volksrepubliek China de Caribische en Latijns-Amerikaanse organisatie “Celac” vast heeft gegrepen en daar het dirigentenstokje is gaan hanteren. http://www.lachispa.eu/nieuws/nieuwe-voorzitter-van-caricom-bezoekt-china/ En Lackin keek ernaar en keurde dat namens Suriname nog goed ook? ‘Verklaring van Beijing’, so bun! ‘Luku san e go pesa, bala’. China de baas spelen op dit westelijk halfrond? Krijgt Robert D. Kaplan voortijdig het gelijk aan zijn zijde, in wat hij met z’n boek “Moesson” aangeeft? Lijkt nu zowat van wel. ‘De kaart van Europa stond centraal in de 20e eeuw: tijdens de lange Europese oorlog, die duurde van 1914 tot 1989, en de nasleep daarvan, stond Europa in het middelpunt van de wereldpolitiek. Dit zal echter fundamenteel veranderen in de komende decennia. In ‘Moesson’ toont Robert D. Kaplan overtuigend aan hoe in de 21e eeuw het gebied rond de Indische Oceaan deze rol naar zich toe zal trekken. De opkomst van de aangrenzende landen in Afrika en Azië maakt de Indische Oceaan tot de nieuwe spil in de wereldpolitiek. Hier zal niet alleen de strijd om vitale handelsroutes en energiebronnen, maar ook die om democratie en religieuze vrijheid worden gewonnen of verloren. Kaplan biedt een tot nadenken stemmende ontdekkingstocht van dit strategische en demografische brandpunt. Hij onthult de effecten van explosieve bevolkingsgroei, klimaatsverandering en toenemende invloed van extremistische politieke regeringen op deze onstabiele regio. ‘Moesson’ heeft een belangrijk boodschap voor de westerse landen. Zij zullen zich op de Indische Oceaan moeten concentreren om hun mondiale dominantie te behouden. Gestaag zal een multipolaire orde de Amerikaanse hegemonie in de wereld vervangen. Robert D. Kaplan, befaamd journalist, voorspelt dat binnen die orde de Indische Oceaan een centrale plek zal innemen. InMoesson geeft hij een caleidoscopisch en op de geschiedenis gebaseerd beeld van de opmars van deze regio. Aan de wereldkaart ontleende Kaplan zijn inspiratie. Dat lijkt in eerste instantie vreemd, aangezien de vooruitsnellende (communicatie)technologie de rol van geografie verkleint. Maar dat idee vecht Kaplan overtuigend aan: de toekomst van de wereld wordt bepaald door de samenkomsten van etniciteiten, bevolkingsdruk, terrorisme, grondstoffenvoorraden, milieurampen en handelskanalen. En dat alles is in toenemende mate te vinden langs de kusten van de Indische Oceaan, ‘die zich van de hoorn van Afrika, via het Arabisch schiereiland, de Iraanse hoogvlakte en het Indiase subcontinent helemaal tot aan Indonesië uitstrekt’. Daar woont eenderde van de wereldbevolking, bevindt zich zowel enorme economische groeipotentie als de gehele boog van de islam. De beslissende vraag is die naar wat de wereld van de Indische Oceaan zal bepalen: conflict of handel? Wordt het de laatste, dan zal Kaplans toekomstvoorspelling bewaarheid worden. Zoals veel van de in Moessonopgevoerde stemmen aangeven: ‘onze werkelijke geschiedenis staat geschreven in de moessonwind’. De moesson – van het Arabische ‘mausim’: seizoen – met zijn prachtige regelmaat, staat symbool voor de handel en daarmee voor de verdraagzaamheid die etnische verschillen overbrugt: ‘handel is de grote gelijkmaker tussen mensen en volkeren’. Vroeger zorgden de moessonwinden voor de wind in de zeilen van de razendsnelle Arabische dhows, in de moderne tijd is de Indische Oceaan ‘de internationale verkeersader van de wereld’. De helft van de wereldhandelsvloot vaart bijvoorbeeld door de nauwe Straat van Malakka. De aan de handelsgroei gelieerde opkomst van de middenklassen geeft reden tot optimisme. Maar Kaplans relaas richt zich ook op de aan de Indische Oceaan aanwezige culturen, allemaal in ieder geval schatplichtig aan de islam, het hindoeïsme of het boeddhisme. In gebieden waar de handel bloeit is de tolerantie groot en ontstaan er soms prachtige culturele mengvormen, maar op andere plekken dreigen weer nieuwe etnische conflicten. Kaplan presenteert de oorzaak hiervan eenvoudig zoals die is: ‘een al te grote onzekerheid over wat ook, is het begin van fanatisme’. Een andere les van Kaplan – adviseur van meerdere Amerikaanse presidenten – is dat macht altijd beter is, zowel strategischer als menslievender, dan helemaal geen macht. Op dit gebied ziet hij veel nieuwe uitdagingen, zo kondigt Kaplan de politieke ineenstorting van het Midden-Oosten al aan. Wat betreft de stabiliteit kunnen supermachten Amerika en China, allebei azend op meer invloed in de Indische Oceaan, elkaar vinden. Reden ook waarom hij de Amerikanen aanmaant om meer aan klimaatbestrijding te doen (wat ook hun imago ten goede zal komen). De reisbeschrijvingen borrelen over van kleur, soms waan je je zelfs even in Sindbads wereld. Wat ook helpt is dat Kaplan zijn relaas doorspekt met geschiedenis, interviews en literaire verwijzingen. Hij trekt veel inzichtelijke historische parallellen, en vooral dat maakt zijn boek een mooie en nuttige aanvulling op Mahbubani’s De eeuw van Azië (dat zich puur richt op de toekomstige economische kracht van Azië). Een fascinerend hoofdstuk is bijvoorbeeld gewijd aan de vrij onbekende handelsnatie Oman en diens Sultan Quaboos, een ‘zonderlinge, erudiete man’. Ook over India’s vele gezichten heeft Kaplan krachtige passages opgenomen, zoals de vergelijking tussen Lord Curzon, ‘onderkoning van India’ en literator Rabindranath Tagore, bedoeld om de harde geopolitieke koers die India nu al is ingeslagen, af te zetten tegen zijn bedachtzame schoonheid. En soms gaan woorden over schoonheid en realpolitik samen op, zoals in Kaplans uitspraak: ‘echte staatslieden denken tragisch om tragedies te voorkomen’. Wat hij in Moesson neerlegt is een rijke toekomstschets, waarbij hij wel steeds voorzichtigheid inbouwt en aangeeft dat het ook anders kan uitpakken. Maar alle maatschappelijke factoren in ogenschouw genomen, is het hoogst waarschijnlijk dat de kaart van de Indische Oceaan bepalend zal zijn voor het aangezicht van de eenentwintigste eeuw. Tot zover een gezaghebbende recensie. “If unu wanni, un kan tan sribi…”.

– ‘Extradition’. Op microniveau de ‘beweging van gerechtelijke uitlevering’ van ene Edmund Quincy M. een Suri-staatsburger die vanuit Trinidad & Tobago richting USA zal worden gepost. Is waarschijnlijk in een netwerk, een web van misdaad terechtgekomen, wat de verdachte uiteindelijk niet meer onder controle had.http://www.jamaicaobserver.com/latestnews/TT-court-orders-extradition-of-Suriname-national

– Mega misdrijf. Aanslagen tegen het ‘vrije woord’ en andere ‘cultuuruitingen’, worden nu afgestraft door gerichter politieacties in Frankrijk. Alarmfasen werden ingesteld, in alle zichzelf respecterende stadsbesturen. De protesten met als slogan: “Je suis Charlie…”, overheersen de vele samenlevingen. Uit Jemen enkel een bericht, dat Al Qaeda de zaak in Parijs voor mekaar bokste en een gijzeling in een Joodse bakkerij (…), de IS-signatuur droeg? Het is oorlog tegen terrorisme. In Suriname en de Caribbean, protesteren media- en islamitische organisatie ‘hand in hand’ met andersdenkenden, tegen wat zich als terroristenmisdaad voltrekt.

– Signaal. Een motie van wantrouwen, in het parlement aangenomen of niet, heeft enkel een signaalfunctie richting een mandaatloze regering. Een aanwijzing om op te stappen. Het nut zo een motie in te dienen, zal goed moeten worden afgewogen, nu het schijn- en zichtbaar is gedaan met de regering Bouterse. Zien wie nog enig zelfrespect meevoeren en wie natuurlijk weer niet. Gelijk een graadmeter hoe het met de nationale civilisatie is gesteld.

– Treinstel. Spoorwegpolitie in de maak. Dwingelandij is inderdaad een menselijk verschijnsel. Maar ook een aanhoudende ziekte. Fenomeen waar men eigenlijk in rationele zin en met de kennis casu quo de realiteiten van het heden, geen acht op zou moeten hoeven slaan.

– Naargeestig. Op de zaterdagmorgen wordt een zowat uitgebrande auto aangetroffen aan een zandpad, nabij de Jozef Israelstraat in Noord. Op de achterbank de stoffelijke resten van een vrouw. Inderdaad een naargeestig gezicht, voortgekomen uit vermoedelijke misdrijfsituatie(-s).

– L’optimist du Para. NDP-er Ricardo Panka uit de Para, wil het op de maandag aanstaande –in opdracht van zijn meerderen– nog even proberen binnen een driftig gewenst fractieberaad met NDP-ers en daarna de “megagroep”, virtueel trachten bij elkaar te brengen. Misschien dat ook nog de ‘groep van Abop c.s.’, in coalitieverband ‘acte de presence’ wil geven in het assembleegebouw. Zien of dat allemaal nog realiseerbaar is.

– Archief. De weduwe van Henck A.E. Arron stelde op de vrijdagavond, het persoonlijk archief van de oud-premier en vicepresident, symbolisch ter beschikking van het ‘Nationaal Archief’ en sprak daarbij de hoop uit, dat het overhandigde materiaal een gedegen bijdrage kan leveren aan de historische werkelijkheid, realiteitszin, een bevochten zelfbewustzijn en uiteindelijk verwezenlijking van de ‘staatkundig onafhankelijke Republiek Suriname’.

More
articles