Z.E. DESIRE DELANO BOUTERSE
1 JANUARI 2015
Landgenoten,
Allereerst wil ik mijn beste wensen overbrengen aan iedere Surinamer voor het komende nieuwe jaar!
We hebben de laatste dagen van 2014 met elkaar doorgebracht zoals wij Surinamers ieder jaar gewoon zijn te doen – met de warme genegenheid van het Kerstfeest en een uitbundige afsluiting van het Oude Jaar. Daarbij hebben wij opnieuw stil kunnen staan bij wat het gezin, en de gemeenschap om ons heen, voor ons betekent.
Nu kijken wij uit naar het nieuwe jaar 2015. Een bijzonder jaar, en in vele opzichten een jaar van de waarheid!
Anderhalve eeuw terug leerden de indianen en Marrons ons al wat samenwerking is, toen zij voorgingen in de moedige strijd tegen de kolonisator. Ook vandaag, in de 21e eeuw, blijft dat een inspirerend voorbeeld voor ons allen. Later, leerde Anton de Kom ons over `dat ene machtige woord dat ik in den vreemde heb geleerd, ORGANISATIE’. Nu, anno 2015, is het zaak dat wij als natie deze twee lessen combineren en in de praktijk brengen.
Wij zijn een jonge republiek, en op 25 februari zal het 35 jaar geleden zijn dat Suriname een noodzakelijke, nieuwe fase in ging van het dekolonisatieproces. Met de vier vernieuwingen die toen zijn geïntroduceerd, is een versnelling ingezet voor het dekoloniseren van ons land, van ons hoofd en van ons hart.
Onze democratische beleving is verbreed en verdiept met het aannemen van de nieuwe Grondwet in 1987.
Wij hebben de eerste stappen gezet naar economische zelfstandigheid. We zijn begonnen met Staatsolie als symbool en werkelijkheid, en hebben gaandeweg het pad geopend van afhankelijkheid van één sector naar diverse sectoren; van hoofdzakelijk import naar export; van de productie van ruw product naar bewerkt product. Kortom, wij hebben door diversiteit, grotere weerbaarheid gebracht in onze economische orde.
Op het sociale vlak is – in 1981 – het SZF gebracht, terwijl wij nu uitkijken naar een algemeen Sociaal Zekerheidsstelsel.
Als vierde, belangrijke vernieuwing, was daar de focus op de mens en zijn/haar persoonlijke groei. Een alfabetiseringsprogramma, de introductie van technisch beroepsonderwijs en de transformatie naar de huidige Anton de Kom Universiteit van Suriname, kunnen gezien worden als belangrijke elementen voor het behalen van dit doel.
Landgenoten,
Op 25 mei zullen wij naar de stembus gaan en vaststellen met welke leiders en met welke regeerprogramma’s wij verder willen gaan. Dit is andermaal een belangrijk moment dat de richting van ons land verder zal bepalen. Het is mijn hoop dat alle deelnemende partijen u benaderen met kwesties die betekenis hebben voor de toekomst van onze natie. Laten wij het groepsbelang ondergeschikt maken aan het nationaal belang. Suriname staat er redelijk goed voor. Maar wij hebben nog veel werk te verzetten met het plannen, het bouwen en het structureren van ons geliefd land.
Wij moeten, bijvoorbeeld, een manier vinden om dwars door oppositie en coalitie heen, en op lange termijn, een gezamenlijke taal te spreken voor een aantal strategische sectoren.
Ik denk aan het onderwijs en de koers van onze wetenschapsbeoefening tegen de achtergrond van de bijna duizelingwekkende ontwikkeling van de technologie vanuit alle hoeken van de wereld.
Ik zou ook graag aan tafel willen zitten met anderen en de gezondheidszorg definitief uit de partijpolitieke sfeer willen halen.
Ik denk ook aan een combinatie van hernieuwbare en fossiele energiebronnen. Het vinden van de juiste mix voor onze energievoorziening zal een belangrijke basis vormen voor onze verdere ontwikkeling.
Aan bepaalde onderdelen van ons buitenlands beleid zou ik graag een gezamenlijke en continuerende aanpak willen geven. Immers, regeringen gaan en komen, maar de handelsstromen, overdracht van technologie, omgaan met internationale misdaadbestrijding, de behandeling van pandemische en andere ziekten – zoals hoge bloeddruk, diabetes, hart- en vaatziekten en vormen van kanker -, samenwerking op het gebied van milieuvraagstukken; dit zijn allemaal zaken waar de partijpolitiek ondergeschikt aan zou moeten zijn. Dit zijn zaken die ons allen treffen en waarbij een nationale en duurzame aanpak ons het meest zal baten.
Landgenoten,
Op 25 november wordt de Republiek 40 jaar oud. Ook dit is een bijzondere gebeurtenis. Het is belangrijk dat alle delen van ons volk en land participeren in deze mijlpaal, die een symbool is van vereniging. De Regering is daarom doende een gepaste commissie samen te stellen en haar taken te formuleren.
2015, het jaar van de waarheid, vraagt onze aandacht voor ook de meer gevoelige kwesties die wij als natie doorstaan.
In deze regeerperiode heeft De Nationale Assemblee opgeroepen tot het instellen van een Waarheid- en Verzoeningscommissie als verdere uitwerking van de Amnestiewet van anno 1992. Met de uitbreiding van deze wet, welke in 2011 heeft plaatsgevonden, en de in te stellen commissie, kunnen wij als volk nader tot elkaar komen, zodat wij collectief voorwaarts kunnen gaan.
Middels het mechanisme van een Waarheid- en Verzoeningscommissie zal het mogelijk zijn:
– De vraag te beantwoorden of er schending van mensenrechten hebben plaatsgevonden;
– Getuigenissen te doen afnemen om achter de maximale waarheid in al haar aspecten te komen;
– Een verzoeningsproces tot stand te brengen;
– De recente donkere episoden in politiek historisch perspectief te plaatsen.
Ik mag u meedelen dat er intensief gewerkt wordt met o.a. de OAS om een programma te ontwikkelen en uit te voeren om zoveel mogelijk Surinamers vertrouwd te maken met een dergelijke commissie.
Aan het eind van deze exercitie, zullen wij ons er voor inzetten dat een instituut in het leven wordt geroepen, welke als documentatiecentrum kan dienen voor alles wat zich tussen 1975 en 1992 heeft voltrokken. Een dergelijk instituut zal het publiek van informatie kunnen voorzien over de waarheid van deze periode. Wij spreken de hoop uit dat een ieder die over van toepassing zijnde bronnen beschikt, volle medewerking zal verlenen aan de beoogde publieke documentatie.
2015 wordt ook het jaar van de waarheid wat betreft ons milieu. Mondiale klimaatverandering heeft, zoals u bekend, een gevolg voor in het bijzonder tien kwetsbare landen in de wereld. Suriname, met een laaggelegen kustlijn, is een van deze tien landen. Door stijging van de zeespiegel worden wij bedreigd met overstroming van onze dichtbevolkte kustvlakte.
Het ligt aan ons om te bepalen hoe wij de nodige adaptatie zullen plegen, en tegelijkertijd onze bossen afdoende zullen beschermen voor onszelf en de planeet. Hoe wij tevens effectieve hulp van de wereldgemeenschap veilig kunnen stellen om de gestelde doelen te bereiken. Suriname, via minister Rabin Parmessar, heeft in het afgelopen jaar hierover, zowel in New York als in Lima, (Peru) een duidelijke boodschap gegeven.
In het komende jaar zullen wij tezamen met de wereldgemeenschap de internationale stappen moeten ondernemen om, letterlijk, het getij te doen keren. Laat de wijsheid van onze eigen Indianen daarbij een leidend licht zijn:
`Wij hebben Moeder Aarde niet geërfd, maar in leen gekregen van onze kinderen.’
2015 wordt ook het jaar van de waarheid wat de voortgezette, duurzame ontwikkeling van onze economie betreft.
De overheid heeft minder exportopbrengsten en ontvangsten aan belastingen, royalties en dividend uit de mijnbouwsector.
Ondanks deze terugval is het overheidstekort in 2014 minder geweest dan in 2013. In 2014 was het tekort naar schatting 4,5%, terwijl het tekort in 2013 6% bedroeg.
Ook zal de groei van de Surinaamse economie, volgens het IMF, 1-2% boven het gemiddelde van Zuid-Amerika en het Caraïbisch gebied groeien.
Ondanks een moeilijk verlopende internationale economie, hebben wij, als klein land, met de ondersteuning van u als volk, ons toch staande weten te houden en hebben wij zelfs economische vooruitgang kunnen boeken.
De vooruitzichten voor wereldmarktprijzen zijn echter zodanig dat in het volgend jaar wij nog meer versterkt zijn in de visie dat we nu moeten diversifiëren. Tot nu toe verdienen wij voornamelijk aan mijnbouw. Wij moeten dit uitbalanceren. De schommelingen in de goudprijs gekoppeld aan de daling van de olieprijs kosten ons miljoenen. Un musu drai anu pari boto. Wij zijn het aan onszelf en onze kinderen verplicht om andere sectoren met meer daadkracht te ontwikkelen. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de potentie van de agrarische sector.
We zullen dan ook voortgaan met het ontwikkelen van de dienstensector.
Om een paar voorbeelden te noemen:
— Wij zullen de mogelijkheden exploreren om een hub functie te creëren in de regio, via zowel water als lucht.
— Het ICT-onderwijs zal verder worden uitgebreid voor onze studenten.
— Het landelijk toegankelijker maken van internetverbinding ter stimulatie van onderzoek, educatie en informatie, zal ook de komende maanden worden voortgezet.
Dienstverlening is de richting die veel belooft en die Suriname verder moet ontwikkelen. De Regering spant zich in om de richting aan te geven. Het ligt aan onze ondernemers en onze banken om de uitdagingen onder ogen te zien en creatieve oplossingen te bedenken. U heeft bij ons een luisterend oor!
Landgenoten,
Laten wij ook in 2015 met liefde voor elkaar en voor ons land blijven geloven in onszelf en in onze mogelijkheden. Laten we ons blijven inzetten als één natie. Wij hebben de materialen, de kracht, en de wil voor een steeds beter Suriname – voor alle Surinamers.
Ik wens u mede namens mijn gezin en de Regering een sportief, voorspoedig, liefdevol, en gelukkig 2015!
Gado de wi Fesiman!