De wilde grens (Smokkel in Venezuela)

De westelijke grens van Venezuela is een paradijs voor smokkelaars. Alles, van rijst tot cement, vindt zijn weg over de grens naar Colombia. De meest lucratieve handel is benzine: Venezuela’s minister van Energie, Rafael Ramírez, gaat uit van een equivalent van 100.000 vaten olie per dag die het land worden gesmokkeld. De reden is gelegen in de batterij van doorgevoerde overheidsubsidies en prijscontroles in Venezuela die tevens een zwaar overgewaardeerde munt veroorzaakt. Benzine is in Venezuela zo goedkoop dat een volledige 50-liter autotank gevuld kan worden voor minder dan US$ 1, of minder dan zes cent bij een zwart markttarief. Over de grens kost benzine ongeveer US$ 1,20 per liter. De regering zegt dat het 40% van het gesubsidieerd voedsel dat zij levert aan door de Staat beheerde supermarkten, verliest door smokkel. De economische impact loopt op tot enkele miljarden dollars per jaar. Op 11 augustus, in een nieuwste poging de lekken in de smokkelroutes te dichten, begon Venezuela met nachtelijke afsluitingen tussen 22:00 en 5:00 uur van haar 2200 km grens met Colombia. Zwaar vrachtverkeer in het grensgebied is nu verboden gedurende 11 uur per dag, geldende vanaf 6:00 uur. Het leger verklaart dat het 17.000 troepen heeft ingezet om de blokkade af te dwingen. Het meest zichtbare effect tot nu toe is geweest dat lange wachtrijen werden gecreëerd bij de officiële grensovergangen, met name tussen de Venezolaanse deelstaat Táchira en het Colombiaanse departement Norte de Santander, waar de grensstreek aan beide zijden is dichtbevolkt. Velen leven in het ene land en werken in het andere. Venezolanen zoeken steeds vaker medische hulp over de grens. Colombia heeft kritiek geuit op de `unilaterale’ maatregel. De lokale bewoners zijn verdeeld. Colombiaanse producenten en wederverkopers worstelen met de concurrentie tegen contrabande goederen, en velen zijn over de kop gegaan. Maar sommigen klagen dat ze niet werden geraadpleegd en dat de sluiting van de grens meer kwaad dan goed zal doen. De handel tussen de twee landen was in de eerste helft van dit jaar al met een vijfde gedaald, stelt de binationale kamer van koophandel Cavecol. De konvooien vrachtwagens die veel van de smokkelwaar vervoeren, zijn elke avond volgeladen, soms in het volle zicht van politie en militairen. Ze passeren een reeks van national guard checkpoints, waarbij steekpenningen voor elk voertuig in het konvooi worden betaald. Zelfs met de sluiting van officiële grensovergangen zijn er tientallen sluiproutes die zij kunnen nemen. Generaal Vladimir Padrino López, die de leiding geeft bij het huidig hardhandig optreden, schat in dat langs de grens maar liefst 400 van deze informele grensovergangen bestaan. “Enkele tientallen zijn al opgerold en meer worden aangepakt”, zegt hij. De operatie is waarschijnlijk gedoemd te mislukken. “De wortel van het probleem is structureel. Meer controles leiden alleen maar tot een grotere zwarte markt “, zegt María Gabriela Cardozo, hoofd van de Táchira Kamer van Koophandel. “Subsidies en prijscontroles beperken de levering van goederen en verrijken alleen de smokkelaars”, zegt ze, eraan toevoegend dat de grens sowieso te groot is voor de politie. “De enige manier om de smokkelaars te stoppen, zou zijn als een muur over de gehele lengte zou worden opgezet.”

More
articles