Na vier jaar formeel verzoek vervolgonderzoek Carifesta

Vier jaar lang heeft het vervolgonderzoek naar zestien gevallen van de nog te betalen facturen ter zake de organisatie van Carifesta XI niet plaats kunnen vinden, omdat de Centrale Lands Accountantsdienst (CLAD), hiervoor geen formeel verzoek van het Kabinet van de President had ontvangen. Hierdoor kon het Carifesta XI dossier nog niet worden afgesloten. Echter heeft minister Gillmore Hoefdraad van Financiën, op 20 februari j.l., per brief ( kenmerk sec.no.108/18/min) aan de Rekenkamer van Suriname en de Centrale Lands Accountantsdienst (CLAD), gevraagd om hun wettelijke taken in dezen uit te voeren zodat een volledig rapport kan worden opgemaakt. Met dit rapport zal het ministerie van Financiën in staat worden gesteld om in overeenstemming met het bepaalde in artikel 23, lid 1 van de Wet Rekenkamer Suriname, het besluit van de Kamer uit te voeren. Dit komt naar voren uit het Carifesta XI Dossier review dat in april 2018 door de Rekenkamer van Suriname is afgerond en uitgegeven.
De openstaande facturen konden in honderd gevallen (SRD 11.338.099) worden onderbouwd met originele facturen en waar nodig originele overeenkomsten. De resterende zestien gevallen met een totaalbedrag van SRD 7.439.621 moesten nader worden beoordeeld.
Het betreft gevallen waarbij offertes of e-mailberichten als facturen zijn aangeboden, kopiefacturen zijn aangetroffen en gevallen waarbij een bedenking is tegen de hoogte van het bedrag en de rechtmatigheid ervan. De Clad heeft het onderzoek uitgevoerd en gerapporteerd dat voor de openstaande facturen ter waarde van in totaal SRD 7.439.621 nader onderzoek nodig is. In plaats van een formeel verzoek voor een vervolgonderzoek, heeft de Clad telefonisch het verzoek ontvangen haar goedkeuring te geven aan ‘gecorrigeerde c.q. aangepaste’ facturen, zodat tot uitbetaling kon worden overgegaan. De Clad is niet op dit verzoek ingegaan.
Ten aanzien van de openstaande facturen, schrijft Hoefdraad in de brief d.d. 20 februari 2018, dat de regering besloten heeft geen middelen ter beschikking te stellen voor de extra kosten die zijn gemaakt voor Carifesta XI, alvorens er inzicht is verkregen in de geldinstroom, de gelduitstroom, het totale saldo van de openstaande facturen en het beheer van de inventarissen, waarvan de begroting van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur is belast. De Rekenkamer vindt het opmerkelijk dat de minister van Financiën, bijna vier jaar na het uitkomen van het Clad- rapport, een beroep doet op de Kamer om haar wettelijke taak uit te voeren en een vervolgonderzoek in te stellen zodat een volledig rapport kan worden opgemaakt op basis waarvan de regering verder kan handelen. Volgens de Rekenkamer had het vervolgonderzoek vrijwel direct uitgevoerd moeten worden, omdat naarmate de tijd verstrijkt, een dergelijk onderzoek gecompliceerder wordt, terwijl de kans groot is dat relevante betrokken personen niet meer beschikbaar zijn en/of benodigde controle-informatie niet bewaard is gebleven.
Vanwege gebrek aan specifieke expertise en de benodigde middelen, kan de Rekenkamer dit aanvullend onderzoek niet uitvoeren. Desondanks pleit de Kamer voor een vervolgonderzoek, omdat het gaat om het niet naleven van wet- en regelgeving. Volgens de minister heeft De Nationale Assemblee het rapport van de Clad per brief van 23 augustus 2016 ontvangen. De Rekenkamer vindt het opmerkelijk dat er daarna, voor de burgers, geen zichtbare activiteiten zijn ondernomen. “Wij bevelen De Nationale Assemblee aan om alsnog vragen te stellen aan de regering inzake de ontstane kwestie”, aldus de Rekenkamer.

 

door Priscilla Kia

More
articles