Er heerst broodvrees in de samenleving

Betty Goede, voorzitter van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV), merkt op dat er een bepaalde broodvrees heerst in samenleving. Zij geeft aan dat het niet alleen om broodvrees gaat, maar ook om een innerlijke vrees. Om een goed voorbeeld hiervan te geven, somt zij een reeks van gevallen op. In 1995 is het Surinaams museum wederom ondergebracht te Fort Zeelandia, waarbij er een multireligieuze dienst is gehouden. De nabestaanden van het 8 Decemberstrafproces werden bij dit evenement uitgenodigd. Echter zijn slechts enkele nabestaanden ingegaan op de uitnodiging, waaronder Henry Behr. Dit komt volgens Goede door vrees voor de plek waar de dienst werd gehouden. Zij herinnert zich nog dat Behr een oproep deed aan de toenmalige regering om onderzoek te beginnen naar alle mensenrechtenschendingen. Goede verklaart dat in november 1995 de toenmalige regering dit voorstel in De Nationale Assemblee (DNA) behandeld en goedgekeurd had om een commissie in te stellen die onderzoek zou moeten doen naar alle mensenrechtenschendingen. Echter was volgens Goede niemand bereid om zitting te nemen in de commissie. Zij is van mening dat dit een duidelijk voorbeeld is van vrees in de samenleving. De regering heeft in 2012 de Amnestiewet ter goedkeuring gestuurd naar DNA, welke ook goedgekeurd is geworden. De OGV had toen geprotesteerd tegen dit besluit middels een protestloop. De OGV-voorzitter zegt dat mensen en organisaties zich op het laatste moment terug hebben getrokken van het protest. De OGV heeft in het verleden ook geprobeerd om jongeren een beter inzicht te geven over de jaren ‘80 middels literatuur. ‘Tranen van mijn uil’, geschreven door een gepensioneerde rechter, was door de organisatie aangeboden aan de voj- en vwo-scholen. Goede verklaart dat de stichting het verwijt kreeg door de regering in persoon van Henk Herrenberg, alsof zij bezig zouden zijn met geestelijke pedofilie. Zij benadrukt dat zij de woorden van Herrenberg nooit zal vergeten. Dit is ook een vorm van vrees dat jongeren meer komen te weten over de jaren ‘80. In 2000 kreeg de organisatie door de toenmalige minister van Onderwijs wel de toestemming om de lesbrief te presenteren aan de scholen. Goede is in ieder geval blij dat jongeren enorme belangstelling hebben getoond tijdens hun expositie, genaamd ‘Luku Den Na Ini Den Ai’. Tijdens deze expo konden bezoekers portretten van de vijftien slachtoffers van de decembermoorden bekijken.

door Johannes Damodar Patak

 

More
articles