Op 16 december 2024 werd de strafzaak tegen G. Hoefdraad, voormalig minister van Financiën, in hoger beroep behandeld door het Hof van Justitie. De zaak stond op de agenda voor repliek, waarbij de waarnemend procureur-generaal (PG) haar pleidooi hield. Ze vroeg het Hof om de verweren van de verdediging tijdens het pleidooi te verwerpen en het verstekvonnis, dat in eerste aanleg was uitgesproken, te bevestigen.

De zaak tegen Hoefdraad, die betrekking heeft op verschillende aanklachten, werd eerder op 18 november 2024 behandeld. Tijdens deze zitting presenteerde de advocaat van de verdachte zijn pleidooi, waarin hij betoogde dat het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard. De verdediging stelde dat De Nationale Assemblee twee keer had beslist over de inbeschuldigingstelling van Hoefdraad dat volgens de advocaat in strijd zou zijn met het ne bis in idem-beginsel. Bovendien werd aangevoerd dat Hoefdraad niet was gehoord voordat deze besluiten werden genomen, wat als een schending van fundamentele rechtsbeginselen werd beschouwd.

De advocaat van Hoefdraad verzocht het Hof verder het bewijs, dat door de vervolging was ingebracht, buiten beschouwing te laten. Hij drong aan op vernietiging van het eerdere vonnis van het Hof in eerste aanleg en vroeg om vrijspraak, ofwel de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie.

Veroordeeld

Hoefdraad werd op 17 december 2021 bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaar, overeenkomend met de eis van voormalig procureur-generaal Roy Baidjnath Panday, die in februari 2021 eveneens twaalf jaar cel en een boete van SRD 500.000, subsidiair twaalf maanden hechtenis, had geëist. Panday vroeg daarnaast om een strafrechtelijk financieel onderzoek tegen Hoefdraad.

De verdachte werd tijdens eerdere processtappen bijgestaan door de inmiddels overleden advocate Irene Lalji. Advocaat Murwin Dubois zet de verdediging voort en heeft aangegeven vrijspraak te verwachten, op basis van het dossier en de juridische argumenten in het eerdere requisitoir, pleidooi, repliek en dupliek. De zaak zal op 20 januari 2024 om 10.30 uur worden voortgezet, waar de verdediging zal reageren op de repliek van de procureur-generaal.