Het Hof van Justitie heeft op 17 december 2024 de strafzaak in hoger beroep tegen Ashwin Adhin behandeld. Tijdens deze zitting, die stond gepland voor het requisitoir, presenteerde de waarnemend procureur-generaal haar bevindingen.

In haar requisitoir concludeerde de waarnemend procureur-generaal dat Adhin zich schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde feiten, waaronder vals-heid in geschrifte, verduistering en vernie-ling. Zij verzocht het Hof om het vonnis van 2 november 2023, waarin Adhin werd vrij-gesproken, te vernietigen. Daarnaast drong zij aan op een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan elf maanden en drie weken voorwaardelijk, met aftrek van de reeds in voorarrest doorgebrachte tijd. Als bijzondere voorwaarde stelde zij dat Adhin de schade aan de vernietigde apparatuur moet vergoeden. De proeftijd zou drie jaar bedragen. De zaak wordt voortgezet op 8 januari 2025 om 11.00 uur, waarbij de verdediging haar pleidooi zal houden en de repliek volgt.

Achtergrond van de strafzaak

Ashwin Adhin, voormalig vicepresident van Suriname, staat sinds november 2020 onder verdenking in verband met een strafrechtelijk onderzoek naar verduistering en vernietiging van media-apparatuur op het Kabinet van de Vicepresident. Medewerkers van het kabinet hebben ver-klaard dat de vernieling van apparatuur, ter waarde van SRD 1,5 miljoen, op instructie van Adhin zou zijn uitgevoerd. Adhin ontkent deze beschuldigingen. De politie bevestigde eerder dat hij wordt verdacht van betrokkenheid bij deze vernielingen.

In augustus 2022 tekende Adhin bezwaar aan tegen zijn dagvaarding. Dit bezwaar werd behandeld door het Hof van Justitie, dat zowel Adhin als het Openbaar Ministerie hierover hoorde. Mocht het bezwaar gegrond worden verklaard, dan kan de vervolging van Adhin worden stopgezet. In het tegenovergestelde geval zal de strafzaak verder worden behandeld. Zowel Adhin als het Openbaar Ministerie kunnen in beroep gaan tegen de beslissing van het Hof.