De voorzitter van de Veehouders Bond Suriname (VBS), Mukesh Ramlagan, heeft scherpe kritiek op het beleid van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) met betrekking tot de voorbereiding van een quarantainegebied voor melkvee. Volgens Ramlagan is het weiland dat klaargemaakt moest worden niet volledig afgerond, en is het gras op het terrein vernietigd door arbeiders van ingehuurde aannemers. “Als dit waar is, moet er aangifte gedaan worden”, stelt hij.
Ramlagan benadrukt dat het inrichten van een weiland niet alleen theoretische kennis vereist, maar ook praktijkervaring. “Die ervaring hadden de veehouders kunnen inbrengen”, zegt hij. Volgens hem heeft LVV nagelaten om de VBS te betrekken, terwijl de bond beschikt over deskundige leden met jarenlange ervaring in de sector. “Veehouders weten hoe gras geplant moet worden, maar LVV heeft alles intern geregeld. Het resultaat is dat de veehouders nu de dupe zijn geworden.”
De gevolgen van het mislukte project gaan volgens de bondsvoorzitter verder dan alleen de veehouders. “Niet alleen de veehouders zijn slachtoffer, maar de hele samenleving. Melk wordt duurder, en daarmee stijgen ook de kosten van andere levensmiddelen.” Ramlagan vraagt zich af, wie werkelijk profiteert van de huidige situatie en uit zijn bezorgdheid over de afhankelijkheid van importmelk. “Zoveel kapitaal verlaat Suriname om buitenlandse melkproducenten te betalen, terwijl dat geld nuttiger besteed had kunnen worden binnen ons eigen land.”
Ramlagan wijst ook op de voortdurende vertragingen in het project. “We hebben al drie jaar gewacht op de komst van de zogeheten importkoeien. Nu lijkt het erop, dat er een nieuwe ondernemer bij betrokken wordt, wat mogelijk weer jaren vertraging oplevert.
Volgens de informatie die ik heb, kunnen we pas in 2029 rekenen op resultaten.”
Daarnaast wijst Ramlagan op geruchten over een conflict tussen de Melkcentrale Paramaribo (MCP) en LVV over een terrein in Saramacca. “Er wordt gezegd dat MCP het terrein wil overnemen, maar dat LVV dit weigert. Ik kan deze informatie niet bevestigen, maar dit soort onenigheid draagt bij aan de stagnatie van de sector.”
Volgens recente berichten overweegt LVV een samenwerking met de mennonieten, die mogelijk de import van melkvee zullen overnemen. Daarnaast is aannemer Torilal vervangen door de heer Van Dijk, wat een significante verschuiving in de aanpak van het project markeert. Deze veranderingen roepen vragen op over de strategische richting van LVV en hoe deze worden ontvangen door belanghebbenden. Het ministerie heeft dit recentelijk bevestigd, maar het blijft onduidelijk of de nieuwe aanpak de gewenste resultaten zal opleveren. Veehouders vragen zich af, of dergelijke stappen leiden tot meer vertraging of juist tot een oplossing voor de sector.
Ramlagan roept LVV op om de dialoog aan te gaan met de VBS en andere belanghebbenden. “Alleen door samenwerking kunnen we een duurzame oplossing vinden voor de uitdagingen in de veeteeltsector. Veehouders hebben de kennis en ervaring die nodig is om dit soort projecten succesvol uit te voeren. Het ministerie moet deze expertise benutten.”
De kritiek van Ramlagan legt een breder probleem bloot in de samenwerking tussen de overheid en belanghebbenden in de agrarische sector. Het is nu aan LVV om de zorgen van de Veehouders Bond serieus te nemen en samen te werken aan een toekomstbestendige oplossing.