Vorige week vrijdag zijn 20 mannen deelnemers aan een expeditie veilig teruggekeerd in de Frans-Guyanese hoofdstad Cayenne, na een verkenningstocht van anderhalve maand langs de zuidelijke grens met Brazilië. De expeditie bestond uit militairen, wetenschappers en journalisten. De persoonlijke doelen bij deze tocht liepen uiteen, maar het meest belangrijke doel was het vastleggen van de 320 km lange grens tussen Frans Guyana en Brazilië, en de militaire verkenning van illegale goudsmokkelroutes.
De expeditie, “Raid des 7 bornes” geheten, begon op 2 juni en werd op 17 juli succesvol afgerond. “Wij hebben de doelen bereikt”, vertelt de geograaf François-Michel Tourneau, coördinator van de gezamenlijke missie van legionairs van het 3de Regiment van het Vreemdelingen Legioen (3e REI) en wetenschappers van het Nationaal Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek (CNRS).
De expeditie vertrok vanaf de driehoekspunt waar Suriname, Brazilië en Frans Guyana elkaar treffen. De deelnemers hebben 400km uitsluitend te voet afgelegd en 16.000 meter aan hellingen moeten trotseren. Gedurende de zes weken, werden ze zeven keer door een helikopter bevoorraad.
De doelen van de samengestelde groep liepen zoals vermeld ver uiteen: politiek, ecologisch, en cultureel. Zeker in het Tumuc-Humac gebied, waar bergen de grensbepaling in het verleden bemoeilijkten, is er meer duidelijkheid gekomen. De verkenning van de militairen was dus voornamelijk gebaseerd op het verhogen van kennis in afgelegen en niet bewoonde gebieden en moeilijk toegangbaar terrein. Het in kaart brengen en het topograferen was voor hen van primair belang.
Het was des te meer van belang, te bezien hoe de laatste expeditie werd uitgevoerd in 1961. Op historisch vlak zijn er dus vergelijkingen gemaakt met de bevindingen van de bezoekers uit die periode (en daarvoor) met de huidige situatie. Het gebruik van GPS-apparatuur speelde een cruciale rol bij het vastleggen van de zuiderlijke grens.
De militairen hadden een tweede doel, het winnen van informatie over menselijke activiteiten in het gebied en het verbeteren van het militaire transport om de capaciteiten en mogelijkheden in de strijd tegen illegale grensoverschrijdende bewegingen te evalueren. Dit deel van de missie was onderdeel van de voortdurende inspanningen van de Franse autoriteiten de illegale goudwinning in het land op alle fronten te bestrijden.
,,Wij moesten er zeker van zijn dat er geen routes onderhouden worden voor illegale mensensmokkel. Wij hebben niets kunnen vinden, maar dat hadden wij ook verwacht, omdat het een zeer geisoleerde zone betreft met weinig rivieren. Er zijn dus geen recente wegen gevonden, de garimpeiros komen dus niet hierlangs het land binnen”, zegt kolonel Alain Walter, commandant van de 3e REI.
Voor de militairen was het in het bijzonder een zware taak, want behalve het afleggen van de route, waren zij ook verantwoordelijk voor de verplaatsing van het materieel en materiaal van de wetenschappers. Hun bagage bevatte ook zwaardere objecten zoals generatoren, kettingzagen en brandstof.
De wetenschapers hebben tijdens de tocht dagelijks honderden monsters genomen. Het ging om de verzameling van geografische alsook botanische monsters om de biodiversiteit in dit moeilijk toegangbaar gebied, te kunnen bestuderen. Het interessante was dat de expeditie door zoveel verschillende landschappen ging. Boeiend waren ook de aangetroffen voorwerpen die gerelateerd konden worden aan vroegere inheemse bewoners, in bergachtige gebieden. Zonder in details te willen treden, zou Tourneau het kunnen hebben over petroglieven zoals wij die in Suriname kennen in het gebied van Kwamalasemutu.
“Wij hebben enkele interessante gebieden ontdekt. Nu moeten wij terugkeren met archéologen om het van dichtbij te bestuderen en zaken precies vast te leggen” vertelt Tourneau.
De expeditie was zeer zwaar; “het was een lange weg, maar toch niet zo moeilijk als men had gedacht” aldus de geograaf. De meeste militairen hadden bij terugkeer ruim 10 kilo aan gewicht verloren. Zij worden nu gezien als een elite groep. Enkelen hadden eerder meegedaan aan de zogeheten jaguar training in Frans Guyana of de Lancero opleidingen in Colombia.