Rechter verklaart Oostburg niet ontvankelijk in zaak tegen onderwijsvernieuwing

Op 21 november 2024 heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in het kort geding dat de heer M. Oostburg en vier anderen hadden aangespannen tegen de staat Suriname, specifiek het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.

De zaak draaide om een recente vernieuwing in het Surinaamse onderwijsstelsel, waarbij het lager onderwijs, dat tot leerjaar 8 liep, is omgevormd tot basisonderwijs dat doorloopt tot leerjaar 10. Leerlingen ontvangen voortaan een getuigschrift na leerjaar 10 in plaats van leerjaar 8. Deze wijziging werd in augustus 2024 via een rondschrijven door het ministerie aangekondigd. De eisers eisten opschorting van dit besluit totdat een rechter in een bodemprocedure hierover zou oordelen. Zij voerden aan dat de vernieuwing schadelijk is voor leerlingen en hun ouders. De kantonrechter oordeelde dat de eisers niet-ontvankelijk zijn in hun vordering. Volgens de rechter zijn de betrokken leerlingen minderjarig en moeten zij in een rechtszaak vertegenwoordigd worden door hun wettelijke vertegenwoordigers. De eisers konden niet aantonen dat zij deze vertegenwoordigers waren, waardoor zij geen belang hadden bij de zaak. Door deze niet-ontvankelijkheidsverklaring is de inhoud van de vordering niet verder behandeld.

More
articles