De Franse olie multinationale onderneming Total Energies heeft gisteren haar definitieve investeringsbesluit FID voor de offshore aardolie en misschien ook wel aardgasontwikkeling ter waarde van 10 miljard dollar ondertekend. Met deze ondertekening valt alle twijfel weg, en begeeft Suriname zich op de weg die van dit land een voornaam aardolie exporterend land zal maken.
In de komende jaren zal Suriname vele miljarden aan aardolie inkomsten kunnen hebben en als die goed worden besteed, en dus niet alleen op een consumptieve wijze, gaat Suriname een gouden toekomst tegemoet. Suriname zal deze stroom van geld zeker moeten gaan investeren in bedrijven die niet louter op de aardolie-industrie zijn gericht maar wel een behoorlijke diversificatie van de economie tot gevolg moeten hebben. Want ook deze natuurlijke hulpbronnen hebben net als bauxiet een punt, waarbij er sprake zal zijn van uitputting. Dan moet Suriname genoeg alternatieve inkomstenbronnen hebben om voort te kunnen. Maar we praten allemaal over oil and gas maar staan er niet voldoende bij stil, dat er wekelijks goede werkkrachten het land verlaten omdat ze het niet meer zien zitten en niet wensen te wachten op de grote verdiensten die uit oil and gas, zullen voortvloeien. Niet slechts in de zorgsector gaan capabele en goed opgeleide mensen weg. In veel andere sectoren pakken jonge, goed opgeleide mensen hun biezen en gaan in het buitenland hun geluk beproeven. En juist omdat we dat al geruime tijd goed beseffen, zullen we ook nog voor oil and gas goed op gang komt, daarop moeten anticiperen en bekijken hoe we de tekorten op de arbeidsmarkt, vooral onder goed en hoog opgeleide technische krachten, kunnen opvangen. Het is gewoon een gegeven, dat wanneer de zware valutainkomsten uit de oil and gas binnenstromen, buitenlanders ook rap zullen arriveren om een graantje te kunnen meepikken van de vele dollars en euro’s. Maar al die mensen moeten niet stagnerend gaan werken, wegens tal van hindernissen waaronder de taalbarrieres zeker kunnen of moeten worden gerekend. Ons onderwijs en dan vooral op het technische vlak, zal naar onze mening niet voldoende mensen kunnen afleveren, voor het oil and gas gebeuren. Daar moet heel hard door de huidige en komende machthebbers over nagedacht worden. Natuurlijk is het zo dat er voldoende mensen met kennis rondlopen in Trinidad, Venezuela, Brazilië, Colombia, Mexico , de Verenigde Staten, Canada en Europa, die veel kennis hebben binnen deze industrie en een goede bijdrage zullen kunnen leveren, wanneer Total Energies en Apache het zwarte goud eenmaal gaan oppompen voor de export. Suriname moet echter ook zeker denken aan de zogeheten “local content” als het gaat om de werkkrachten, die straks binnen deze industrie werkzaam zullen zijn. In eerdere edities hebben wij reeds gesproken over werkkrachten die nu reeds naar Suriname komen om hier te werken voor korte of langere tijd. Deze mensen die willen werken en hun bijdrage in Suriname komen leveren voor langere tijd, moeten goed opgevangen worden. Er zal intensiever gewerkt moeten worden aan verblijfs- en werkvergunningen. De verlening zal veel sneller dienen te geschieden, ook voor de asielzoekers, die nu reeds enorm in aantal zijn binnen onze grenzen en eigenlijk op een niet legale status hier verblijven. Oil and gas brengt Suriname zeker in de financieel-economische lift, maar we mogen de versnelde ontwikkeling niet onderschatten en haar wel op een waardige wijze kunnen bijbenen. Laten we het stellen zoals de zaken er nu voor liggen. Suriname heeft zeer onvoldoende of geen kader om de enorme ontwikkeling binnen de oil and gas sector op een gedegen wijze, tegemoet te kunnen treden. En juist voor dit enorme probleem, dat we momenteel liever zien als een tekortkoming, moet men ten spoedigste, een oplossing zien te vinden. Als alles volgens plan van Total Energies verloopt, wenst men binnen drie tot maximaal vier jaar over te gaan tot het oppompen van vele duizenden barrels aardolie per dag. Dan moeten we wel de nodige werkkrachten ter beschikking hebben. Het zou prachtig zijn als Surinaamse arbeiders daar zeer intensief ook van zullen kunnen profiteren.